In het dorpje Kaithi, gelegen in de regio Bundelkhand in het noorden van Centraal-India, is er slechts één waterkraan voor elke vijf huishoudens. In de laatste twintig jaar heeft Bundelkhand dertien zware droogteperioden doorgemaakt, en het tekort aan water is hier een manier van leven. Maar nu COVID-19 snel om zich heen grijpt, komen de inwoners van Kaithi en andere dorpen voor een verontrustende keuze te staan: hetzij wassen ze geregeld hun handen óf ze houden afstand van elkaar – het tegelijkertijd navolgen van deze beide deviezen om de opmars van de ziekte tot staan te brengen is vrijwel onmogelijk.

“We staan niet toe dat zich te veel mensen rond de waterkranen verzamelen en toch proberen we zo vaak mogelijk onze handen te wassen,” zei Mangal Singh, inwoner van Kaithi. Twee weken geleden stopte hij met zijn werk als taxichauffeur in Delhi en keerde terug naar zijn geboortedorp, kort voordat premier Narendra Modi de 1,3 miljard inwoners van India opdracht gaf om minstens drie weken thuis te blijven.

Op 31 maart drong het ministerie van Watervoorziening er bij de deelstaatregeringen op aan om een tweede devies aan hun burgers door te geven, een devies dat door experts in de hele wereld wordt benadrukt: was je handen gedurende twintig seconden met water en zeep, en dat meerdere keren per dag. Maar in India en veel andere ontwikkelingslanden wordt daarbij geen antwoord gegeven op een belangrijke vraag: wat als je niet beschikt over voldoende schoon water?

Als je aan alle situaties denkt waarin je gedurende deze pandemie op advies van internationale organisaties als UNICEF je handen moet wassen – na bezoek aan een openbare ruimte of het aanraken van een oppervlak buitenshuis, na hoesten, niezen of het snuiten van je neus en natuurlijk na een bezoek aan het toilet, het buitenzetten van de vuilniszakken en vóór en na de maaltijd – dan kom je al snel op minstens tienmaal per dag.

Voor India is dat erg vaak. Elke keer dat iemand gedurende twintig seconden zijn handen wast en afspoelt, wordt er minstens twee liter water gebruikt. Voor een gezin van vier personen die allemaal tienmaal per dag hun handen wassen, zou dat een verbruik van tachtig liter zijn, alleen voor het handen wassen – een ondenkbare luxe op het platteland van India.

Vorig jaar ontstond er tijdens een langdurige droogte rond Chennai, de op vijf na grootste stad van India, een acuut watertekort in de miljoenenstad. NITI Aayog, een denktank die zich buigt over het overheidsbeleid voor de Indiase regering, publiceerde een rapport over de aanhoudende watercrisis in het land en berichtte dat 82 procent van de huishoudens op het platteland, oftewel 146 miljoen gezinnen, geen stromend water hebben. En dat geldt tevens voor bijna 60 procent van de huishoudens in de grote steden.

In India onstaat het probleem niet alleen door gebrek aan infrastructuur, maar ook door problemen met het grondwater. Volgens een rapport van de Wereldbank kampt ruim de helft van alle districten in India met een sterke daling van het grondwaterpeil of met verontreiniging van dat grondwater. Dit jaar heeft een derde van het land al vóór het begin van de zomer last van droogte of een tekort aan neerslag. De getroffen regio’s, overwegend plattelandsgebieden, zijn afhankelijk van de aanvoer van water in trucks van de overheid. Dorpelingen ontvangen per persoon niet meer dan 20 tot 25 liter water per dag – alleen in theorie genoeg voor het geregeld wassen van de handen, maar dan is het ook op.

Toen India vorige week in ‘lockdown’ ging, haar grenzen sloot en ook het verkeer tussen de deelstaten werd stilgelegd, verschanste ik mij in mijn huis in Delhi en belde ik met een paar mensen die ik tijdens eerdere reizen door India had ontmoet om te checken hoe het met hen ging. Ik sprak onder anderen met Mangal Singh en Amar Habib, de voorman van een plaatselijke boerenorganisatie in de West-Indiase deelstaat Maharashtra, een van de eerste gebieden die door de pandemie werd getroffen.

Duizenden dorpen in de streek in Marathwada, waar Habib woont en werkt, hebben te kampen met ernstige droogte. Volgens Habib kwamen de watertrucks van de overheid vaak niet eens meer opdagen in de dorpen. Het idee dat de mensen daar tienmaal per dag gedurende twintig seconden hun handen wassen, was volgens hem absurd.

“Op het platteland van India is er gewoon niet genoeg water om de hele dag door je handen te blijven wassen,” zei Habib.

Kurkdroge dorpen

Het dorpje Parwana, in de oostelijke deelstaat Bihar, heeft geluk, want daar werd een maand geleden eindelijk stromend water aangelegd. Maar dat water is slechts driemaal per dag gedurende een uur of twee beschikbaar. Een familie krijgt uiteindelijk niet meer dan tussen de 40 en 120 liter water per dag.

“Het hangt af van de hoeveelheid water die je kunt opslaan,” zei Neeraj Singh, een dorpeling. Singhs gezin van vier – kleiner en met iets meer middelen dan veel andere gezinnen – heeft twee emmers van elk twintig liter waarin de gezinsleden veertig liter water kunnen opslaan. Grotere huishoudens met minder opslag “slaan zoveel mogelijk water in potten en pannen op, soms zelfs in glazen en kommen,” vertelde hij.

In Bundelkhand merkte Mangal Singh bij terugkeer in zijn dorp Kaithi dat zijn vader, een plaatselijke boer, zijn oude gewoonten niet had afgezworen. Hij waste zijn handen in elk geval spaarzaam.

“Ik was me eenmaal grondig, van mijn voeten tot mijn voorhoofd, als ik terugkom van het land,” zei de oude man.

Volgens Kesar Singh, voorzitter van de plaatselijke ngo Bundelkhand Water Forum, hebben veel mensen in de regio niet eens toegang tot gemeenschappelijke waterkranen. In zulke dorpen moeten vrouwen vaak meer dan anderhalve kilometer lopen en in een lange rij staan om water te halen. Ze gebruiken het water om ermee te koken, om te drinken en er hun vee mee te drenken – niet om er hun handen mee te wassen.

Het kastenstelsel, dat in Bundelkhand bijzonder strikt is, verergert het probleem nog: het meeste water wordt beheerd door mensen uit de hogere kasten, legde Kesar Singh uit. Aan de rand van elk dorp ligt meestal een kleine ‘wijk’ of ‘kolonie’ voor de dalits, de ‘onaanraakbaren’ die buiten het kastenstelsel vallen, en deze kolonies hebben vrijwel geen voorzieningen. In de dalitkolonie van Kaithi is er één waterkraan voor vierhonderd mensen.

“Te denken dat mensen in deze door armoede en droogte geteisterde regio veel aandacht zullen besteden aan het wassen van hun handen in plaats van aan de dagelijkse strijd om te overleven, is niets anders dan een cynische grap,” zei Kesar Singh. “Als water de enige manier is om dit virus buiten de deur te houden, dan moeten we beseffen dat er in Bundelkhand geen water is.”

Culturele verschillen

De plattelandsbevolking van India neemt het wassen van de handen sowieso niet zo nauw, deels vanwege dat tekort aan schoon water. Volgens opiniepeilingen van de overheid wassen zo’n zeventig procent van de dorpelingen hun handen vóór de maaltijd niet met zeep, terwijl ruim dertig procent dat ook niet doet na de stoelgang – die vaak in de openlucht plaatsvindt. Soms wordt zand, as of modder als ‘zeep’ gebruikt.

Dit gebrek aan handhygiëne maakt plattelandsgemeenschappen kwetsbaar voor tal van besmettelijke ziekten. In India worden bijna 21 procent van alle gevallen van besmettelijke ziekten, waaronder cholera, dysenterie, hepatitis-A en vlektyfus, door verontreinigd water overgedragen. Een deel van deze besmettingen – en ook luchtweginfecties als influenza en COVID-19 – zouden voorkomen kunnen worden als mensen vaker hun handen zouden wassen.

Een leraar laat jonge kinderen in de dorpsschool van Gori Kothapally zien hoe je je handen op de juiste manier wast
Een leraar laat jonge kinderen in de dorpsschool van Gori Kothapally zien hoe je je handen op de juiste manier wast.
Sanjit Das, Panos Pictures, Redux

Wereldwijd overlijden naar schatting 297.000 kinderen onder de vijf jaar aan diarree als gevolg van verontreinigd drinkwater en een gebrek aan riolering en andere watervoorzieningen. In India is het gebrek aan schoon water en goede watervoorzieningen de belangrijkste oorzaak van de sterfte onder zuigelingen en kinderen. Uit onderzoek is gebleken dat het risico op diarree met wel 43 procent kan afnemen als mensen hun handen wassen.

In een studie die op 24 maart door onderzoekers van de University of Birmingham in Groot-Brittannië werd gepubliceerd, werd een direct verband gelegd tussen de omvang van de COVID-19-uitbraak in een bepaald land en de cultuur van handhygiëne die daar wordt nageleefd. Het verband kon worden uitgedrukt in het percentage van de bevolking dat in opiniepeilingen te kennen gaf na een bezoek aan het toilet niet automatisch de handen te wassen. Met veertig procent stond India op de tiende plek in de ranglijst van 63 landen. China, waar de pandemie begon, stond met 77 procent op nummer één.

De Amerikanen scoren beter (23 procent), maar hebben toch te maken met verreweg de meest omvangrijke uitbraak van COVID-19 omdat ook andere factoren van invloed zijn op de verspreiding van de ziekte. Toch is het verband tussen handen wassen en de verspreiding was de ziekte duidelijk, zei Ganna Pogrebna van University of Birmingham. Dat is niet alleen zorgwekkend voor India maar ook voor regio’s waar de pandemie zich nog in de beginfase bevindt, zoals sub-Saharaans Afrika.

“Het feit dat de cultuur van het handen wassen in sommige ontwikkelingslanden zwakker is, is veel reden tot zorg,” zei Pogrebna. “Het grootste probleem is dat deze cultuur niet alleen berust op psychologische factoren of op gebruiken, maar ook op objectieve factoren, zoals watertekort.”

Infrastructuur is belangrijk

Uit een rapport dat vorig jaar door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) en UNICEF werd gepubliceerd, bleek dat in 2017 drie miljard mensen, zo’n veertig procent van de wereldbevolking, thuis geen toegang had tot basisvoorzieningen om de handen met water en zeep te wassen. Ruim 670 miljoen mensen deden hun behoeften nog altijd in de openlucht en nog eens 700 miljoen mensen maakten gebruik van aftandse en onhygiënische voorzieningen.

Yusuf Kabir van UNICEF in Maharashtra is gespecialiseerd in het onderzoek naar watervoorzieningen. Volgens hem biedt de paniek rond COVID-19 een “unieke gelegenheid” om de plattelandsbevolking, vooral mensen in India, ervan te overtuigen hun hygiëne te verbeteren.

“Ook met beperkte beschikbaarheid van water is het mogelijk om een goede routine op het gebied van handen wassen te onderhouden,” zei Kabir. UNICEF werkt momenteel samen met de Indiase regering aan het installeren van plekken voor het wassen van de handen op plaatselijke markten, bij scholen en in gezondheidscentra.

De grote vrees onder experts is dat India door het aanbreken van de zomer opnieuw te maken zal krijgen met het soort zware droogteperioden en watertekorten dat het land vorig jaar teisterde – maar ditmaal in het heetst van de strijd tegen een pandemie. Als antwoord op de watercrisis van 2019 beloofde premier Modi dat alle huishoudens op het Indiase platteland in 2024 van stromend water zullen zijn voorzien en dat in deze gebieden dan 55 liter water per persoon per dag beschikbaar zal zijn.

De hoop – als dat woord in verband met de coronacrisis gebruikt mag worden – is dat de pandemie de Indiase overheid extra zal aansporen om die belofte waar te maken en de Indiërs ervan zal doordringen dat ze hun gewoonten zoveel mogelijk moeten aanpassen zodat, als de pandemie eenmaal voorbij is, de mensen hier profijt van blijven hebben.

“Dat is misschien het enige zilveren randje rond de regenwolk van deze pandemie,” zei V.K. Madhavan, directeur van WaterAid, India. “Mogelijk wordt een betere handhygiëne nu onderdeel van ons dagelijks gedrag. De verandering en de bewustwording die daarover nu zijn ontstaan, zijn vergeleken met een paar weken geleden fenomenaal.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com