‘Moeders hebben een sterkere band met hun kind dan vaders,’ hoor ik geregeld – ook uit de mond van vaders zelf. De argumenten komen meestal op hetzelfde neer: kijk naar alle lichamelijke veranderingen die een vrouw doormaakt in aanloop naar het moederschap.
Toch maken ook vaders een lichamelijke ontwikkeling door, zegt dr. Annemieke Witte, postdoctoraal onderzoeker aan de Vrije Universiteit Amsterdam. ‘Iedereen weet iets over de fysieke en hormonale processen die moeders doormaken tijdens en na de zwangerschap, maar ook bij vaders gebeurt er heel veel.’
Hormonale processen bij kersverse vaders
Witte werkte mee aan Vaders in Beeld, een onderzoeksproject van de Universiteit Leiden en de Vrije Universiteit Amsterdam. Het doel: een beter inzicht krijgen in de hormonale en neurale processen die plaatsvinden wanneer iemand voor het eerst vader wordt.
‘Door ontwikkelingen in de maatschappij zijn we anders gaan kijken naar het vaderschap,’ zegt Witte. ‘Vaders kregen meer ruimte om een verzorgende rol op zich te nemen. Daarom wilden we onderzoeken wat er bij die vaders gebeurt.’
Nadat een kind eenmaal is geboren, ervaren ouders – ongeacht hun sekse of gender – veel van dezelfde hormonale invloeden, zegt Witte. ‘Wanneer een vader zijn kind vasthoudt, zien we net als bij moeders een verhoging van het knuffelhormoon oxytocine. En het stresshormoon cortisol heeft bij beide ouders een negatief effect op de relatie met het kind.’
Net vader? Testosterondip
Ook is er de testosterondip. Naarmate mannen ouder worden, daalt hun testosterongehalte. Maar bij mannen die vader worden, ligt het testosterongehalte over het algemeen lager dan bij mannen van dezelfde leeftijd zonder kinderen. De verschillen zijn niet extreem groot, benadrukt Witte, maar wel significant. ‘Dit effect is al door een groot aantal onderzoeken bevestigd.’
In een onderzoek onder ruim zeshonderd vaders in de Filipijnen leek de testosterondip zelfs gerelateerd te zijn aan de tijd die een vader besteedde aan de zorg voor zijn kind. Vaders die elke dag een paar uur voor hun kind zorgden, hadden een lager testosterongehalte dan vaders die de zorgtaken links lieten liggen.
Wat merken de jonge gezinnen van zo’n testosterondip? Hoewel hormonen niet allesbepalend zijn, spelen ze wel degelijk een rol in ons gedrag, zegt Witte. ‘We weten dat een lager testosteronniveau bij vaders leidt tot een betere relatie met hun partner, en tot meer betrokkenheid bij het kind. Ze worden gevoeliger voor de signalen van het kind en het helpt ze een band op te bouwen. Met veel testosteron, een hormoon dat onder meer wordt geassocieerd met competitie en agressie, is dat moeilijker.’
Bestaat het fenomeen papabrein?
Ook het brein lijkt een transformatie door te maken wanneer iemand vader wordt, hoewel dit proces nog niet zo vaak en grootschalig onderzocht is als bijvoorbeeld de testosterondip.
Voor een onderzoek dat in 2014 werd gepubliceerd, haalde een groep wetenschappers van de University of Denver vaders door een MRI-scanner. In hun hersenen zag het team veranderingen die sterk leken op de transformatie die al eerder bij het moederbrein was aangetoond. Zo groeiden de delen van de hersenen die gerelateerd zijn aan verzorging, empathie en het herkennen van emoties in gezichten.
Vaders in het zonnetje
Toch is elke ouder anders, en speelt ook de betrokkenheid een belangrijke rol, stelt Witte. ‘Het is waarschijnlijk een wisselwerking. Als vaders zich meer betrokken voelen bij de opvoeding van het kind, dan daalt het testosteronniveau wellicht verder, waardoor ze nog betrokkener raken.’
Bij het onderzoek viel het Witte op hoe fijn de deelnemers het vonden dat hun rol als vader even centraal stond. ‘Als we het hebben over ouderschap, ligt de focus vaak op moeders,’ stelt ze. ‘Dat is logisch, want de moeder is doorgaans zwanger en moet bevallen. Maar ook vaders spelen een ontzettend belangrijke rol in de ontwikkeling van een kind. Als vaders betrokken zijn, ontwikkelen hun kinderen zich cognitief en sociaal bijvoorbeeld beter. Het is belangrijk dat er meer aandacht komt voor vaders.’