Veel mentale aandoeningen, waaronder depressie en angststoornissen, zijn we de afgelopen decennia beter gaan begrijpen. Dat geldt veel minder voor schizofrenie, en dan in het bijzonder bij vrouwen.

Voorheen werd aangenomen dat schizofrenie – een ernstige mentale stoornis die wordt gekenmerkt door hallucinaties, wanen en desorganisatie – weinig voorkwam. Gedacht werd dat de ziekte zo’n 0,5 procent van de bevolking treft, met name mannen. Maar recent onderzoek van het Amerikaanse Research Triangle Institute toont aan dat het werkelijke cijfer flink hoger ligt. Uit de studie blijkt dat 1,6 procent van de vrouwen lijdt aan een schizofrene stoornis. Voor mannen ligt dat percentage maar een beetje hoger: twee procent.

Schizofrenie bij vrouwen

‘Schizofrenie verdient veel meer aandacht,’ met name de mate waarin het vrouwen treft, zegt Deanna Kelly, psychiater en onderzoeker aan de University of Maryland (VS). Door een gebrek aan onderzoek is vooralsnog weinig bekend over de rol van sekse op het ziekteverloop. De eerste schizofrene episode bij mannen vindt bijvoorbeeld vaak plaats in de tienerjaren, terwijl de ziekte bij vrouwen gemiddeld drie tot vijf jaar later tot uiting komt. Sommige vrouwen ervaren de eerste symptomen pas tijdens de overgang.

In elk stadium van de ziekte en behandeling komen sekseverschillen naar voren: vrouwen met schizofrenie worden bijvoorbeeld vaker verkeerd gediagnosticeerd; schizofrenie wordt vaker aangemerkt als bipolaire stoornis. Dit komt deels omdat deze vrouwen er zelf niet altijd bewust van zijn dat ze wanen ervaren. ‘Vaak moet de omgeving van een patiënt aan de bel trekken,’ zegt Abigail Donovan, directeur van de klinische dienst bij het Massachusetts General Hospital.

Het lijkt erop dat de symptomen in mannen sneller worden opgepikt door de omgeving, omdat zij naast de hallucinaties en wanen ook vaker last hebben van ‘negatieve symptomen’ zoals lusteloosheid en teruggetrokken gedrag.

Rol van hormonen

Een andere reden dat schizofrenie bij vrouwen soms pas laat wordt opgemerkt, heeft te maken met de hormoonhuishouding. Zo lijkt het vrouwelijke hormoon oestrogeen een onderdrukkende werking te hebben op schizofrene stoornissen. Omdat dit hormoon na de puberteit in overvloed in het brein aanwezig is, kan het zijn dat vrouwen met een genetische aanleg voor schizofrenie in hun tienerjaren probleemloos relaties vormen en uitblinken op school. Jongens kampen vaak al met de eerste symptomen voordat ze deze levensfase bereiken, wat mogelijk verklaart waarom mannen met schizofrenie vaker in een sociaal isolement raken.

Wanneer de beschermende werking van oestrogeen tijdens de overgang afneemt, kan bij sommige vrouwen alsnog een episode de kop opsteken. Het komt niet vaak voor dat iemand pas na het veertigste levensjaar de eerste symptomen van de ziekte ervaart, maar bij vrouwen is die kans twee keer zo groot als bij mannen: zo’n 15 procent.

Een betekenisvol leven

Ook vrouwen die wel al op jongere leeftijd worden gediagnosticeerd, lopen soms tegen afwijkende moeilijkheden aan. Artsen dachten lange tijd dat vrouwen met schizofrenie een milder ziektebeeld kennen dan mannen, maar dit is niet per definitie het geval. Hoewel de ziekte bij vrouwen minder snel uitmondt in suïcide, blijkt uit recent Fins onderzoek in vakblad Nature dat de ziekte bij vrouwen in de tien jaar na een diagnose vaker leidt tot ziekenhuisopname.

Toch zijn er patiënten die met de juiste diagnose en behandeling een relatief normaal leven kunnen leiden, benadrukt Kelly. ‘Schizofrenie wordt vaak gezien als een ziekte waarmee men niet kan functioneren in de maatschappij,’ zegt ze. ‘Maar deze vrouwen kom je gewoon tegen op straat, ze werken en kunnen prima functioneren. Niet elke patiënt wordt na een episode helemaal de oude, maar met de juiste hulp kunnen deze vrouwen een betekenisvol leven leiden.’