Platforms voor beeldvergaderen zijn standaard geworden voor menselijk contact op afstand, met name voor mensen die ooit op kantoren werkten. Sommige bedrijven zetten zich nu in om thuiswerken ook mogelijk te maken als de pandemie voorbij is. Maar na ruim een jaar van online leven en werken, worstelt de samenleving met die unieke vorm van vermoeidheid die ook wel ‘Zoom-moeheid’ wordt genoemd en die volgt na een lange dag van videovergaderen.

Een onlangs gepubliceerd onderzoek leverde de eerste op data gebaseerde conclusies op over Zoom-moeheid en geeft inzicht in de oorzaken. Uit het onderzoek blijkt ook dat niet iedereen evenveel last heeft van Zoom-moeheid. In een enquête onder ruim tienduizend mensen, waarover onlangs een publicatie verscheen op het onderzoeksplatform SSRN, maakten vrouwen gemiddeld ongeveer 13,8 procent vaker melding van Zoom-moeheid dan mannen.

Hoofdauteur Géraldine Fauville, die aan de Zweedse Göteborgs universitet onderzoek doet naar virtual reality en communicatie, vertelt dat het een van de taken van de wetenschap is om dergelijke ongelijkheid te ontdekken ‘zodat de samenleving en bedrijven die problemen kunnen aanpakken op basis van die kennis.’

Zo bleek uit het onderzoek dat lange dagen vol vergaderingen, met weinig pauzes Zoom-moeheid kunnen veroorzaken. Het beeldscherm waarop je ook jezelf ziet, de grote hoeveelheid gezichten op het scherm, de druk om in beeld te blijven en het gebrek aan non-verbale communicatie vormen ook een belasting voor het brein. Nu ze weten wat de oorzaken van de problemen zijn, kunnen managers en techneuten stappen ondernemen om daar iets aan te doen.

Een jaar van aanpassing

Thuiswerken heeft zonder enige twijfel zijn voordelen: geen woon-werkverkeer, flexibiliteit bij het verrichten van huishoudelijke klusjes en bijeenkomsten die voor iedereen eenvoudig bij te wonen zijn, ook voor mensen met beperkingen. Telewerken heeft daarnaast werk mogelijk gemaakt dat van essentieel belang was tijdens de pandemie. Andrea Nickerson geeft vanuit de Amerikaanse stad San Francisco via Zoom wekelijks trainingen aan mensen die contactonderzoek doen.

Op drukke dagen zit ze soms wel vijf tot zes uur te beeldbellen. Het komt bijna nooit voor dat ze geen videbijeenkomsten heeft. ‘Wat ik aan het eind van de dag het liefst wil doen is mijn computer afsluiten en ergens wegstoppen waar ik hem niet meer hoef te zien,’ vertelt ze.

Toen Zoom-moeheid een veelbesproken gespreksonderwerp werd, begonnen wetenschappers die gespecialiseerd zijn op het gebied van de interactie tussen mensen en technologie er serieus onderzoek naar te doen.

Ze ontwikkelden een tool om moeheid mee te meten, en noemden die de ‘Zoom Exhaustion and Fatigue’ Scale, oftewel ZEF. Vervolgens hielden ze een enquête onder ruim tienduizend respondenten, waarin de mate van moeheid op de ZEF-schaal werd gemeten. Daarnaast hielden ze demografische gegevens bij en gegevens over de tijd die iedere persoon op Zoom doorbrengt.

De data bevestigden wat velen al hadden verwacht: hoe meer tijd iemand besteedt aan videobijeenkomsten en hoe korter de tijd is tussen verschillende bijeenkomsten, hoe groter de Zoom-moeheid. Uit de onderzoeksresultaten waren ook vier factoren te destilleren waarmee telewerkers moeten omgaan wanneer ze videobellen.

De eerste is dat het gebrek aan non-verbale communicatie stressvol is. Mensen zijn niet in staat om op een natuurlijke wijze gebaren of lichaamstaal over te brengen of te interpreteren wanneer ze alleen het hoofd en de schouders van hun collega's zien. Soms wordt dat overgecompenseerd doordat mensen overdreven gebaren gebruiken, zoals het opsteken van hun duim, terwijl ze intussen moeite moeten doen om te achterhalen in wat voor stemming hun collega is.

Daarnaast melden mensen dat ze het stressverhogend vinden dat ze op één plek moeten blijven tijdens videovergaderingen, zodat ze in beeld blijven.

Veel programma's voor beeldbellen zijn standaard zo ingesteld dat gebruikers ook een window met zichzelf zien. De onderzoekers ontdekten dat deze continue, realtime reflectie kan zorgen voor zogenaamde ‘mirror anxiety’ (spiegelangst). Dit is een stressvolle vorm van overmatig zelfbewustzijn, die afleidt van andere dingen en die gepaard kan gaan met angstgevoelens en depressie.

En tot slot wordt in het artikel de ‘hypergaze’ genoemd, een intens gevoel dat de andere mensen in de bijeenkomst naar jou staren, omdat op het beeldscherm iedereen wordt afgebeeld terwijl ze naar hun camera kijken, ongeacht op wie hun blik gericht is. Dat effect is nog sterker bij een-op-een-contacten, waarbij het gezicht van je collega zo groot op het beeld verschijnt dat het lijkt alsof ze op nog geen halve meter van je af staan.

‘Het soort fysieke nabijheid waaraan videobellen doet denken, wordt door het brein gezien als een situatie die ofwel leidt tot geslachtsgemeenschap, ofwel tot conflicten,’ aldus Fauville. ‘Dat is heel heftig voor het brein.’

Verschillen

Volgens de enquête besteedden vrouwen meer tijd per dag aan videobijeenkomsten, met kortere pauzes daartussen, dan mannen. Daarnaast meldden vrouwen ook een hoger niveau van mirror anxiety en voelden ze zich meer gevangen door het beeldbellen. Dit zijn de belangrijkste factoren die Zoom-moeheid voorspellen.

‘Uit andere onderzoeken was al gebleken dat mirror anxiety vaker voorkomt onder vrouwen dan onder mannen. Dat was een van de redenen dat we besloten om naar gender te kijken,’ aldus Fauville. Waarom vrouwen zich meer gevangen voelen tijdens het videobellen ‘weten we niet,’ zegt ze. ‘Dat is de volgende stap, om te achterhalen waar deze mechanismen vandaan komen.’

Uit de enquête bleek ook dat mensen van kleur vaker melding maakten van Zoom-moeheid dan witte mensen, hoewel dit effect kleiner is dan het verschil tussen mannen en vrouwen.

Het onderzoek moet nog door collega's worden beoordeeld, maar het ‘zit methodologisch uitstekend in elkaar... Het baseert zich op zeer degelijke theorieën,’ stelt Rabindra Ratan, een deskundige op het gebied van de interactie tussen mensen en techniek van de Michigan State University, die niet betrokken was bij het onderzoek.

Er blijven nog veel vraagtekens bestaan over de psychologische gevolgen van telewerken en contact hebben met anderen via videobijeenkomsten. Tot nu toe zijn er bijvoorbeeld weinig onderzoeksgegevens over de gevolgen van het grootschalige telewerken voor mensen met beperkingen. Aangezien andere onderzoekers de ZEF-schaal gratis en voor niks kunnen gebruiken en er wordt gewerkt aan vertalingen ervan, hoopt Fauville dat wetenschappers de schaal in de toekomst voor hun eigen onderzoeken gaan inzetten.

Flexibiliteit en verbinding

Er zijn in ieder geval ook voorbeelden van voordelen van het inzetten van dergelijke technologie om thuis te werken.

Ratan verhuisde tijdens de pandemie naar Californië omdat hij ook digitaal onderzoek kon doen en lessen kon geven. Zowel hij als Fauville ontdekten dat het tijdens de pandemie gemakkelijker was om met internationale collega’s samen te werken, omdat het niet langer vreemd is om op afstand een gesprek te voeren met iemand.

Voor veel mensen gaan de voordelen van thuis werken verder dan een nieuw soort gemak. Doordat het nu veel geaccepteerder is om thuis te werken, kon Zahra Khan, een systeemkundige uit Zuid-Californië, werk vinden dat ze thuis kan doen. Dat stelt haar in staat de gevolgen van haar beperking, die haar gehoor en energieniveau aantast, zelf beter te managen. Khan maakt zo'n drie tot vier uur per dag gebruik van beeldbellen via Google Hangouts, waar ook automatische ondertiteling in beschikbaar is. Daardoor heeft ze ook de mogelijkheid om, als het nodig is, haar medicatie te nemen of even te rusten.

‘Dit is een flinke verbetering als het gaat om het in de gaten houden van mijn energie of het onder controle houden van mijn symptomen, en zelfs om te zorgen dat ik genoeg te drinken binnenkrijg,’ aldus Khan. ‘Ik wilde dit ook al in mijn vorige baan, maar toen kon dat niet.’

De snelheid waarmee werknemers vorig voorjaar leerden werken met ‘workspaces’ op afstand, leidde tot de hashtag ‘DisabledAndSaltyAF’ op Twitter. Mensen met beperkingen gebruikten die om verhalen te delen over werkgevers die het voor hen onmogelijk maakten om ergens te werken, omdat ze niet akkoord gingen met thuiswerken. De verschuiving richting thuiswerken tijdens de pandemie lijkt het bewijs te leveren dat die mogelijkheid altijd al had kunnen worden geboden.

Mensen maken zich nu zorgen over wat er gebeurt wanneer de beperkende maatregelen worden opgeheven, en mensen zonder beperkingen weer zonder zorgen op kantoor durven te werken.

‘Op het moment dat alles weer ‘normaal wordt’, verdwijnen deze mogelijkheden misschien weer,’ aldus Khan. ‘Dat is een angstig vooruitzicht.’

Oplossingen voor de toekomst

In de toekomst, wanneer het weer veilig is om op kantoor te werken, kiezen werkgevers mogelijk voor een mengvorm. De cultuur op kantoren zou gemakkelijker kunnen worden, waardoor sommige mensen fysiek aanwezig zijn bij een bijeenkomst, terwijl anderen deze via video of telefoon bijwonen. Daarnaast wijzen de onderzoeksresultaten op oplossingen die zowel werknemers als managers kunnen inzetten om Zoom-moeheid te voorkomen.

Fauville heeft een stabureau gekocht om zich minder opgesloten te voelen doordat ze zich natuurlijker kan bewegen tijdens videobijeenkomsten. Ter voorkoming van vermoeide ogen, een van de meetbare effecten van Zoom-moeheid op de ZEF-schaal, gebruikt Nickerson een oranje filter voor haar scherm.

Maar Fauville benadrukt dat ‘de verantwoordelijkheid voor het voorkomen van Zoom-moeheid niet alleen bij het individu moet liggen, omdat dit ongelijkheid in de hand werkt.’

De onderzoekers hopen dat werkgevers de onderzoeksresultaten zullen gebruiken om standaardbeleid in te voeren dat alle medewerkers beschermt tegen Zoom-moeheid. Zo zouden ze kunnen besluiten dat er gedurende één dag per week geen videobijeenkomsten worden gehouden of dat er steeds tien minuten pauze moet zitten tussen bijeenkomsten. Daarnaast zouden ze goed moeten nadenken over de tool die wordt gebruikt voor een bijeenkomst. Soms is een videobijeenkomst de beste oplossing, omdat die automatische ondertitels biedt, of de mogelijkheid om je scherm te delen, of omdat die een idee van sociale nabijheid oplevert. Maar vaak volstaat een telefoontje, berichtje of e-mail ook.

Daarnaast kunnen bedrijven op het gebied van videobijeenkomsten hun tools aanpassen om Zoom-moeheid te voorkomen.

‘De eenvoudigste oplossing zou zijn om het window met jezelf niet zo prominent in beeld te hebben,’ vertelt Jeremy Bailenson, de hoofdonderzoeker van de SSRN-studie en de oprichter en directeur van het Virtual Human Interaction Lab van de Stanford University. Hij stelt voor dat het window met jezelf standaard na enkele seconden zou moeten verdwijnen, om mirror anxiety te voorkomen.

Bailenson voegt daaraan toe dat bedrijven op het gebied van videobijeenkomsten ook het probleem van de hypergaze kunnen aanpakken, door de schijnbare afstand tussen de gebruikers en hun gesprekspartners te berekenen en aan de hand daarvan de maximale omvang van de weergave van een hoofd op het scherm aan te passen.

Thuiswerkers, en dan met name vrouwen en mensen van kleur, zouden last kunnen blijven houden van Zoom-moeheid, afhankelijk van de keuzen die bedrijven maken om dit te voorkomen, aldus Ratan. Maar hij voegt daaraan toe dat mensen meer bereid zijn om te telewerken dan ooit tevoren.

‘We hebben een sprong voorwaarts in de tijd gemaakt van minstens tien jaar, wat betreft de ontwikkeling in het gebruik van technologie voor thuiswerken, voor het onderwijs en voor de zorg. Dus ik denk dat de samenleving er klaar voor is.’

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com