De stad Guanajuato in Mexico staat al sinds 1988 op de werelderfgoedlijst van UNESCO vanwege zijn koloniale Spaanse gebouwen, historische zilvermijnen en locaties die een rol speelden in de Mexicaanse revolutie. De barokke kerken, nauwe steegjes en kleurige huizen vormen een pittoresk plaatje, maar de grootste toeristische attractie in de centraal gelegen stad is aanzienlijk duisterder en griezeliger: dat is een ondergronds museum met honderd mummies.
De mannen met hun opengesperde monden, kinderen met een huid van leer en overige stoffelijke resten trekken al meer dan een eeuw hordes nieuwsgierige reizigers. In eerste instantie betaalden bezoekers een paar peso’s om de mummies te zien in een ondergrondse grafkelder. Maar sinds 1969 staan ze onder spookachtige verlichting tentoongesteld in het Museo de las Momias.
Deze op natuurlijke wijze bewaard gebleven stoffelijke resten (hier geen windsels of balseming) uit de negentiende en twintigste eeuw leveren inkomsten op en zijn een bron van trots voor deze stad op ongeveer een uur rijden van de onder Amerikanen zeer populaire plaats San Miguel de Allende. ‘De mummies van Guanajuato brengen na de gemeentebelasting het meeste geld in het laatje voor de gemeenschap,’ vertelt de Mexicaanse antropoloog Juan Manuel Argüelles San Millán. ‘Het belang ervan is moeilijk te overschatten.’
Maar de mummies zijn ook een bron van controverse. Reizigers uit andere culturen hebben moeite te begrijpen waarom een van de mooiste steden van Mexico macabere menselijke resten tentoonstelt. Volgens sommige wetenschappers is de huisvesting van de lichamen ondermaats en kloppen de omschrijvingen niet. Eerder dit jaar werden plannen voor een opzichtig nieuw museum voor de mummies geschrapt nadat wetenschappers en UNESCO-vertegenwoordigers hadden geprotesteerd tegen de locatie: bovenop een gepland winkelcentrum in het centrum van de stad.
Alle commotie leidde tot nieuwe aandacht voor de kwetsbare stoffelijke overschotten. Het Instituto Nacional de Antropología e Historia (INAH) heeft onlangs de resultaten van een onderzoek gepubliceerd waarover San Millán de leiding had, naar de identiteit van de over het algemeen anonieme stoffelijke resten. Een tentoonstelling met zorgvuldig gemaakte foto’s van de mummies door de plaatselijke kunstenaar Michael James Wright is een van de hoofdattracties van het befaamde jaarlijkse Festival Internacional Cervantino in Guanajuato, dat van 13 tot en met 30 oktober plaatsvindt. Daarna gaat de tentoonstelling op tournee door Mexico en daarbuiten. ‘Door dit project krijgen de doden hun waardigheid terug en vormen ze niet langer een spektakelstuk, maar kunnen ze worden gebruikt om mensen voor te lichten,’ aldus Wright.
Hieronder doen we uit de doeken hoe de mummies en hun museum tot stand kwamen en waarom die nog steeds bezoekers naar Guanajuato trekken.
Hoe de mummies – en mythes – ontstonden
Ondanks de bijzondere schoonheid van het historische centrum van Guanajuato, gaan toeristen vaak als eerste naar het mummiemuseum aan de rand van de stad. ‘Ik ga even langs bij de tantes,’ zeggen Mexicanen die naar Guanajuato gaan bij wijze van grapje. Mensen staan uren in de rij voor het museum, omringd door straatverkopers die charamusca proberen aan de man te brengen, lokaal snoepgoed met kaneel in de vorm van, hoe kan het anders, mummies.
Mexicaanse toeristen bekijken de tentoongestelde stoffelijke resten over het algemeen met een mengeling van interesse en respect, maar zonder weerzin; ze komen dan ook uit het land waar de Días de los Muertos vandaan komt. ‘Maar voor bezoekers uit andere delen van de wereld moet ik echt meer vertellen over de achtergrond van het museum,’ zegt Dante Rodriguez Zavala, die uit Guanajuato komt en als gids werkt voor Mexico Street Food Tours. ‘Mexicanen vinden dit niet bizar of vreemd. De dood schrikt ons niet af: we nemen eten mee voor onze overleden dierbaren op Días de los Muertos en vragen mariachi’s om op te treden op het kerkhof.’
In de omgeving van Guanajuato doen spannende verhalen de rond over de oorsprong van de mummies: sommigen zouden levend zijn begraven, anderen stierven tijdens een choleraepidemie en ze bleven allemaal bewaard dankzij de mineraalrijke grond. ‘Bovendien verspreidden medewerkers van de begraafplaats verhalen over opgehangen mensen, bandieten en heksen, om te zorgen dat mensen de mummies wilden zien,’ vertelt emeritus hoogleraar Gerald Conlogue van de Amerikaanse Quinnipac University, die uitgebreid onderzoek deed naar de mummies.
De waarheid is minder spectaculair en tekent de praktische omgang van de Mexicanen met de dood. Net als op veel openbare begraafplaatsen gold rond 1861 op het Pantéon Santa Paula dat families een jaarlijkse bijdrage moesten betalen als ze wilden dat de stoffelijke resten van hun dierbaren werden bewaard in de bovengrondse tombes en nissen, die doen denken aan stenen boekenkastjes. In 1865 begonnen de medewerkers van de begraafplaats de lichamen weg te halen van mensen die geen levende familieleden meer hadden of waarvan de familie de bijdragen niet konden betalen.
Ze verwachtten dat de beenderen tot stof waren vergaan toen ze de tombes openden. Maar veel stoffelijke resten bleken nog opmerkelijk intact te zijn, met huid, haar en zelfs een tong. De warme, droge omgeving bleek ideaal voor de bewaring van stoffelijke resten. ‘Als de zon de hele dag op de nissen staat, zoals het geval is op Santa Paula, drogen de lichamen heel snel uit,’ vertelt forensisch antropoloog Maria del Carmen Lerma Gómez, die betrokken bij het onderzoek van INAH.
De opkomst van een lugubere toeristische attractie
Het verhaal over de miraculeuze mummies, die door de grafdelvers tegen de muren in een ondergrondse bewaarplaats voor beenderen werden gezet, raakte in bredere kring bekend. Sommige overledenen hadden de kleding waarin ze waren begraven nog aan, inclusief hoge schoenen, anderen hadden plaatjes om met hun naam en sterfdatum. Ze werden al snel een bezienswaardigheid en een leuke bijverdienste voor de medewerkers van de begraafplaats.
‘Tegen een kleine vergoeding laat de opzichter de bezoeker toe in de ‘griezelkamer’’ zo viel te lezen in een reisartikel in het National Geographic-magazine uit juli 1916. ‘Een wenteltrap leidt naar de ondergrondse ruimte, waar weerzinwekkende gemummificeerde resten in een spookachtige rij staan opgesteld en een verbolgen grimas trekken naar de nieuwsgierige toeschouwer.’
In de loop van de jaren werden de naamplaatjes van de mummies als souvenir meegenomen door toeristen, waardoor een groot deel van de lichamen van hun identiteit werd beroofd. De museumgidsen en plaatselijke bewoners vulden dat hiaat op met nieuwe bijnamen en magische verhalen. Zo werd een vrouwelijk lijk met misvormingen door scoliose La Bruja (de Heks) genoemd, terwijl een ander lichaam bekend werd onder de naam El Ahogado (de Drenkeling).
Ze werden culturele ambassadeurs voor de stad, als attractie, maar ook als inspiratiebron voor verhalen. De mummies namen het op tegen gemaskerde, in een cape gehulde luchadores (Mexicaanse worstelaars) in een aantal horrorfilms uit de jaren 70 en zaten een Amerikaans stel achterna in het korte verhaal The Next in Line van Ray Bradbury uit 1955. En in Mexico is volgend jaar een nieuwe serie te streamen: Pinches Momias (Vervloekte mummies).
Wat moet er met de mummies gebeuren
In februari startte het onderzoek van de INAH, naar aanleiding van klachten over de plannen voor het nieuwe museum en de beschuldigingen van exploitatie van de mummies. De critici maakten bezwaar tegen het feit dat het stadsbestuur de kwetsbare lichamen in bruikleen gaf voor bijeenkomsten buiten de stad en dat ze zelfs werden tentoongesteld in een van de metrotunnels van Guanajuato tijdens een racewedstrijd.
In het kader van het INAH-project zocht het team van San Millán in overlijdensaktes uit de negentiende en twintigste eeuw, in kerkdocumenten en kranten om de mummies te identificeren. Door middel van forensische methodes (röntgenfoto’s, DNA-analyse van haren, tanden of huid) zou mogelijk een link te leggen zijn tussen de overledenen en huidige inwoners van Guanajuato.
‘Ze moeten als stoffelijke resten van mensen worden behandeld,’ stelt San Millán. Als een eerder onbekende mummie de betovergrootvader van iemand blijkt te zijn en de nakomelingen willen niet dat het lichaam tentoon wordt gesteld, moet de mummie ‘onmiddellijk en zonder enig probleem’ opnieuw worden begraven, vindt hij.
De wetenschappers van INAH en andere deskundigen hopen dat het nieuwe onderzoek ertoe leidt dat de omstandigheden waarin de mummies worden tentoongesteld verbeteren en dat ze erkenning krijgen als culturele artefacten. Verbetering van de klimaatbeheersing in het museum en een horizontale in plaats van verticale positie van de lichamen zou hun bewaring ook ten goede komen.
‘Dit zijn gewone mensen, die allerlei informatie in zich dragen over de tijd waarin ze leefden,’ aldus Conlogue. ‘Ze liepen door deze straten, ze gingen naar de oude markt. Ze horen niet thuis in een griezelkabinet.’
Jennifer Barger is senior redacteur bij National Geographic en schrijft over reizen. Het eerste verhaal dat ze ooit schreef op de basisschool ging over mummies. Volg haar op Instagram.
Susannah Rigg werkte mee aan onderzoek voor dit artikel.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com