In de onherbergzame regio Ladakh, in het uiterste noorden van India, ontvouwt zich een mystiek ‘Maanland’ – een kale hooggebergtewoestijn waar Tibetaans-boeddhistische kloosters verborgen liggen tussen enkele van de meest imposante bergen op aarde. Het gebied is altijd een speelbal geweest van regionale grootmachten en werd pas in de jaren zeventig van de vorige eeuw voor toeristen toegankelijk. Nu trekken fotografen als de Belg Yuri Andries naar dit ooit ondoordringbare en buitenaards ogende gebied om de schrille contrasten van het landschap vast te leggen, in een reeks die hij ‘Moonland’ noemt.
“In Ladakh zijn er veel spanningen met de omringende landen,” zegt Andries. “Tegelijkertijd is het een magische plek.”
Door de strategische ligging van Ladakh aan oeroude handelsroutes binnen de Indiase deelstaat Jammu en Kasjmir – waarover China, India en Pakistan al decennialang ruziën – onderhoudt India een zekere militaire aanwezigheid in het gebied. Maar reizigers kunnen urenlang door dit maanlandschap rijden zonder een mens te zien.
Dus huurde Andries een motor en ging op zoek naar Tibetaans-boeddhistische, sjiitische en kleinere soennitische en christelijke gemeenschappen tussen de hoge pieken van het Kunlun-gebergte en de machtige Himalaya. De dorpen hier worden onderling verbonden door rotsachtige wegen maar beschikken niet over telefoon, internet of benzinestations. In de wijde omtrek is geen mens te zien.
“Als je een boeddhistisch dorp binnenrijdt, word je meteen bij de mensen thuis uitgenodigd. Dat is wat ze doen. Ze geven je chai (thee) of misschien zelfs momos, oftewel knoedels. Maar soms is er een taalbarrière en gaat het er alleen om samen te zijn en het gevoel van vertrouwen in elkaar te ondergaan.”
Zulke persoonlijke ontmoetingen in een decor van onherbergzame woestenij is een centraal thema in Andries’ werk. “Voor mij gaat het om een soort portret,” legt hij uit. “Ik wilde deze plek inderdaad iets glorieus geven. Ik wil dat de mensen van Ladakh geloven in de wereld die ik hen laat zien.”
In werkelijkheid wordt de regio geconfronteerd met een sterk groeiende toerismesector, die een grote wissel trekt op de natuurlijke hulpbronnen die de toeristen in eerste instantie naar dit gebied lokken. De landbouw is hier afhankelijk van het smeltwater van gletsjers, maar deze waterbron loopt nu gevaar door de stijgende temperaturen als gevolg van de opwarming van de aarde.
De bergbewoners die met een ongekende veerkracht eeuwen geleden een bestaan hebben opgebouwd in Ladakh, zijn voor de rest van de wereld een voorbeeld van een leven met duurzame oplossingen. Aarden bouwwerken zijn gebaseerd op oeroude technieken, het hooggelegen gebied leent zich uitstekend voor zonne-energie en boerenhoeves laten toeristen op het land werken in ruil voor onderdak en eten.
Andries logeerde op de SECMOL, een ecologische campus die is opgericht door ingenieur Sonam Wangchuk, de uitvinder van de ‘ijs-stoepa’. Met deze bekroonde innovatie worden mini-gletsjers gecreëerd door bergstroompjes om te leiden naar kunstmatige sproei-installaties. ’s Winters bevriest het water in kegelvormige ijsbergen, die doen denken aan de stoepa’s van boeddhistische schrijnen. In de zomer smelt het ijs en kan het water in tijden van schaarste gebruikt worden om het land te irrigeren. (Lees meer over ijs-stoepa’s.)
Zowel de plaatselijke bevolking als de toeristen waarderen dit land van witte stoepa’s (kunstmatig of natuurlijk), waar in afgelegen dorpjes en tussen bergmeren en lagunes op kale hoogvlakten gebedsvaantjes in de wind wapperen. Andries liet zich inspireren door Ladakh en zegt: “Ik wilde de wereld een plek laten zien waar de lezer nog in zo’n paradijs kan geloven.”
Lees ook: ‘Ijsstoepa zorgt voor extra water in de Himalaya’
Lees ook: ‘Ontdek dit Tibetaanse paleis in de wolken’
Volg het werk van de Belgische fotograaf Yuri Andries op Instagram en zijn website.
Dit verhaal werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com