Toen Euclid en Archimedes 2300 jaar geleden in Alexandrië rondtrokken en de familie van Cleopatra de troon bezat, waren muiterij en territoriale geschillen veel voorkomend. Deze opstanden werden vaak toegewezen aan de etnische spanningen ten tijde van de Griekse overheersing, de Ptolemeïsche dynastie, met Cleopatra (die zelf van Macedonische origine was) als laatste heerser.
Een nieuw onderzoek, gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications en uitgevoerd door een team met ongebruikelijke samenstelling van historici, statistici en klimaatonderzoekers, toont aan dat er mogelijk ook een andere verrassende factor bij de onrust in de regio een rol heeft gespeeld: ‘klimatologische verstoringen’ veroorzaakt door verre vulkanische uitbarstingen.
‘Men denkt vaak dat geschiedenis werkelijk door de beslissingen van grote leiders zoals koningen, keizers en pausen is gemaakt,’ aldus medeauteur Francis Ludlow, een klimaathistoricus aan het Trinity College in Dublin. ‘Ik denk dat dit onderzoek laat zien dat we de invloed van het klimaat niet zomaar opzij kunnen schuiven.’
Tot laat in de negentiende eeuw, toen de eerste dammen in de Nijl werden gebouwd, waren boeren in Egypte volkomen afhankelijk van de jaarlijkse moesson. Deze zomerregens in de hooggelegen gebieden van Ethiopië deden de oevers van de Nijl stroomafwaarts overstromen, waardoor de landbouwgronden werden voorbereid op het planten van graan en andere gewassen. De overstromingen van de Nijl zijn zo belangrijk dat ze vanaf 622 na Christus nauwkeurig zijn vastgelegd.
Francis Ludlow en zijn collega’s kwamen tot de ontdekking dat enorme vulkanische uitbarstingen, waarvan de neerslag in ijskernmonsters van Groenland en Antarctica is gevonden, met het uitblijven van overstromingen van de Nijl kunnen worden geassocieerd. De klimaatmodellen van het team geven aan dat de wolken van zwavelhoudende gassen die bij uitbarstingen vrijkomen niet alleen de aarde afkoelen door zonlicht terug de ruimte in te reflecteren, maar ook een soms jarenlange afname van de hoeveelheid regen tijdens het tropische regenseizoen veroorzaken.
In de periode van het Ptolemeïsche rijk, die van 305 voor Christus tot de dood van Cleopatra in 30 voor Christus duurde, werden de overstromingen nog niet systematisch bijgehouden. Deze periode staat wel bekend als de periode waarin veel geschreven stukken in het oude Egypte zijn geproduceerd – zoals de Steen van Rosetta met zijn uitgebreide dankbetuigingen van priesters en de lange rollen papyrus waaruit blijkt dat er oorlogen en opstanden waren, overdracht van land en onenigheden binnen families.
De onrust die uit deze geschreven stukken naar voren komt, kan worden gelinkt aan de uitbarstingen die in de ijskernen zijn terug te vinden, aldus de wetenschappers.
In deze regio ‘valt er geen regen meer zodra je enkele kilometers van de kust bent verwijderd, dan ben je in feite op het grondgebied van de Sahara,’ vertelt Ludlow. ‘Wanneer er niet genoeg land overstroomt, ontstaat voedselonzekerheid. Mensen verlaten dan hun land en migreren naar stedelijke gebieden op zoek naar voedsel. Hierdoor worden spanningen verhoogd en ontstaan gevechten om eten. En dat is allemaal terug te zien’.
Een periode van uitbarstingen
Het onderzoek is in samenwerking met Ludlow geïnitieerd door Joe Manning, hoogleraar geschiedenis aan Yale University. Manning, zelf een alpinist en bergbeklimmer, was zeer geïnteresseerd in paleoklimatologie en organiseerde verschillende informele bijeenkomsten met historici en klimaatdeskundigen. Op een van deze avonden en na een paar glazen wijn hadden Manning en Ludlow, toen ook werkzaam bij Yale, het over vulkanen.
Ludlow pakte zijn computer en liet Manning gegevens van recente ijsboringen zien. Deze data maakt het voor onderzoekers mogelijk om bijna op het jaar nauwkeurig tot wel 2300 jaar geleden vast te stellen wanneer grote vulkaanuitbarstingen hebben plaatsgevonden.
‘Ik dacht meteen, sommige van deze pieken komen me zeer bekend voor’, herinnert Manning zich, leider van het onderzoek en deskundige op het gebied van de Ptolemeïsche dynastie.
De planeet is gedurende de laatste eeuw grotendeels aan grote uitbarstingen ontsnapt. Maar explosies met een omvang van de ramp in 1991 met Mount Pinatubo, de grootste van de laatste tijd, vonden in de Ptolemeïsche periode soms wel twee tot drie keer per decennium plaats. In sommige data herkende Manning periodes van grote opstanden.
Na verder onderzoek toonde het team aan dat er vlak na deze uitbarstingen herhaaldelijk sprake was van interne opstanden, soms met een piek in het jaar erna. De auteurs vermoeden dat de vertraging een weerspiegeling zou kunnen zijn van kortetermijninspanningen, zoals de uitgifte van graan uit de graanvoorraad door Cleopatra na twee uitbarstingen in 46 en 44 voor Christus.
Interessant genoeg vonden de onderzoekers geen verband tussen de uitbarstingen en het ontstaan van oorlog, maar ze zagen wel een verband tussen de uitbarstingen en het eindigen van oorlog.
Zo was 200 jaar voor de heerschappij van Cleopatra, tijdens een van de vele Syrische oorlogen tussen Egypte en het Seleucidische rijk, het leger van Ptolemeüs III bijvoorbeeld helemaal opgetrokken tot aan Babylon aan de Eufraat. Uit een geschrift van een Romeinse historicus blijkt dat Ptolemeüs toen abrupt naar huis werd teruggeroepen. In een ander papyrusdocument wordt beweerd dat hij terugkeerde om een einde te maken aan een binnenlandse opruiing, die toevallig met twee grote uitbarstingen samenviel.
‘Dit lijkt de enige geloofwaardige verklaring waarom hij zich uit zo’n geweldig succesvolle militaire operatie zou terugtrekken,’ aldus Ludlow.
De onderzoekers verklaren wel meteen dat ze niet willen suggereren dat het handelen van een gehele Egyptische dynastie grotendeels door verre vulkanen werd bepaald. Maar ze geven ook aan dat de waarschijnlijkheid dat de vulkanische uitbarstingen in belangrijke mate hebben bijgedragen, moeilijk te negeren is.
‘Als je een verstoring in de rivier ziet, zoals geen overstromingen twee tot drie jaar op rij, dan zie je opeens een hoop actie,’ zegt Manning. ‘Soms denken we dat we angst en paniek zien.’
Ludlow vervolgt: ‘We zijn ons erg bewust dat er inderdaad andere zaken een rol spelen bij complexe gebeurtenissen zoals een opstand. Maar we kunnen nu op zeer systematische wijze voor bijna iedere zaak, wat op veel maar dan puur toeval berust, aantonen dat opstanden op een serie van uitbarstingen lijken te volgen.
Een verre trigger
Wetenschappers weten niet precies waar alle uitbarstingen hebben plaatsgevonden; dat kan in Alaska, Rusland, de tropen, IJsland of heel ergens anders zijn gebeurd. Klimaatmodellen suggereren dat vulkanen ver op het noordelijke halfrond de grootste invloed op Egypte hebben, omdat ze de tropische regenband naar het zuiden kunnen terugdrukken waardoor de regen in de bovenloop van de Nijl afneemt.
Bewoners van de stad Alexandrië zouden natuurlijk niet hebben geweten wat er gebeurde, maar uit een historische tekst is te lezen dat de zon werd verduisterd, de aarde verbrandde, een overstroming uitbleef en zaden niet ontkiemden. ‘Zoals ik het lees, is dat de beschrijving van een vulkaanuitbarsting,’ zegt Manning, ook al ‘begrepen zij niet dat een vulkaan in Alaska was uitgebarsten, wat de hoeveelheid regen in de hooglanden van Ethiopië verstoorde.’
Herhaaldelijk uitblijven van overstromingen van de Nijl kunnen de reden zijn geweest dat gezinnen hun land verkochten omdat zij door mislukte oogsten hun belastingen niet meer konden betalen. Een revolutie na de uitbarsting in 209 voor Christus viel samen met beschrijvingen dat ‘de meeste boeren doodgingen en het land was uitgedroogd’.
Uit historische vermeldingen weten we dat Egypte meerdere keren te maken had met het uitblijven van overstromingen op het moment dat Cleopatra van het Romeinse leger verloor en het land te kampen had met ‘hongersnood, de pest, inflatie, corrupte leiding, ontvolking van het platteland, migratie en verlaten land’. Hoewel er veel factoren zijn die meespelen in de ondergang van het Ptolemeïsche rijk, merken de schrijvers op dat de dood van Cleopatra volgde op de op drie na grootste vulkaansuitbarsting die er in de afgelopen 2500 jaar is geweest.
De twee eeuwen die volgden, waarin het Romeinse Rijk zijn hoogtepunt beleefde, waren op aarde een rustige periode voor de vulkanen. De afgelopen eeuw is ook relatief rustig gebleven. Dat roept de vraag op hoe goed de aarde, waarin 70 procent van de bevolking nog steeds afhankelijk is van moessonregens, op de volgende grote vulkaanuitbarsting is voorbereid.
Het nieuwe onderzoek laat ook een licht schijnen op een ander recent debat, over mogelijke manieren om met ‘geo-engineering’ het opwarmen van de aarde tegen te gaan. Een van de oplossingen zou zijn om een vulkaanuitbarsting te simuleren door rookbommen de lucht in te schieten om op die manier zonlicht te weren.
Het nieuws over de Ptolemeïsche tijd laat zien dat een dergelijke strategie grote consequenties kan hebben.