Nederland wordt vaak gezien als een land met stevige christelijke wortels. Maar dat is niet het Nederland dat in 690 door Willibrord wordt bezocht. Het merendeel van de mensen is heiden en heeft een geloofsbeleving die dicht bij de natuur staat. De goden worden gunstig gestemd door offers te brengen, soms zelfs menselijke.

Dat staat in schril contrast met de overtuiging van Clemens Willibrord (ca. 658-739), een missionaris die wordt geboren in het noorden van het huidige Engeland. Voor hem is er maar één waar geloof: het christendom. Dat is niet alleen monotheïstisch, maar ook nog eens exclusivistisch: wie in de christelijke God gelooft, moet alle andere goden afzweren. Dat past absoluut niet in het wereldbeeld van de doorsnee Nederlander uit de Vroege Middeleeuwen. De kerstening belooft een flinke uitdaging te worden voor Willibrord.

Willibrord krijgt hulp van de Franken

Willibrord richt zijn pijlen op Friesland, een plek waar vrije, heidense boeren wonen. Het Friesland van de Vroege Middeleeuwen is een lange kuststrook, die zich uitstrekt van Zeeland tot aan rivier de Wezer in Noord-Duitsland. Als Willibrord in 690 voet aan wal zet, wordt hij warm onthaald door de Franken. Dit volk heerst over de zuidkant van Nederland. Maar als het aan hen ligt, wordt binnenkort ook Friesland toegevoegd aan het rijk.

Het Frankische Rijk is op dat moment al gekerstend. Als Willibrord erin slaagt de Friezen te bekeren, zullen ze zich vanzelf onderwerpen aan de Frankische vorst Pepijn van Herstal, zo is de gedachte. Daarom schieten ze Willibrord en zijn elf missionarissen te hulp. Frankische soldaten zullen hen beschermen als ze zich richting Friesland begeven.

De bekering van Friesland begint

Willibrord weet precies waar een succesvolle kerstening om vraagt. Niet alleen moet hij in gesprek gaan met de mensen, maar ook moeten hun heidense tempels worden vernield. Dat dient twee doelen. Allereerst ruim je zo belangrijke religieuze plekken uit de weg, maar je laat ook zien dat die heidense goden maar weinig voorstellen. Als de goden zo sterk zijn, waarom staan ze dan toe dat hun tempels worden vernietigd?

Dat Willibrord niet dood neervalt bij het kort en klein slaan van heiligdommen is ‘bewijs’ dat die christelijke god het volgen waard is. De mensen die zich laten overtuigen, moeten de Utrechtse doopbelofte afleggen. Daarin zweren bekeerlingen andere goden af. Vervolgens verklaren ze alleen nog maar in God de Vader, Jezus Christus en de Heilige Geest te geloven.

De kerstening duurt lang

Toch verloopt de kerstening van Friesland niet geheel vlekkeloos. Het exclusivistische karakter stuit veel Friezen tegen de borst. Dat komt met name doordat ze handel willen blijven drijven met heidense volken. Dat doen ze vanuit de plaats Dorestad, een van de belangrijkste handelssteden in de Middeleeuwen in de huidige provincie Utrecht.

De stad is in handen van de Friezen, maar de Franken azen erop. De invloedrijke Friese krijgsheer Radbod probeert Dorestad jarenlang uit Frankische handen te houden. Dat lukt hem aardig, maar in 695 moet hij de wapens neerleggen: de Franken blijken te sterk. Hij moet een groot deel van Friesland, inclusief Dorestad, overdragen. Zijn dochter trouwt met de zoon van de Frankische vorst. Nu is de weg pas echt vrij voor Willibrord om de kerstening voort te zetten.

Willibrord wordt heilig verklaard

Stukje bij beetje weet Willibrord het christendom over het huidige Nederland te verspreiden, al blijven de Friezen in het noorden zich hevig verzetten. In 695 wordt hij tot aartsbisschop van de Friezen benoemd. Een jaar later vestigt hij zich in Utrecht, waar hij een kerk laat bouwen. De restanten daarvan liggen nog onder de Dom.

Omstreeks het jaar 722 krijgt Willibrord hulp van Bonifatius, een eveneens Engelse missionaris. Maar uit bronnen blijkt dat het niet zo boterde tussen die twee. Na ongeveer drie jaar stopt hun samenwerking.

Willibrord overlijdt in 739 in Echternach (het huidige Luxemburg). Daar ligt hij ook begraven. Na zijn dood wordt Willibrord heilig verklaard, vanwege zijn inspanningen de Lage Landen te kerstenen. De Friese missie wordt overgedragen aan Bonifatius. Die zal het er niet levend van afbrengen. Hij wordt in 754 omgebracht tijdens een laatste poging de Friezen te bekeren.

Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.