Door de geschiedenis heen zijn de opmerkelijkste ingrediënten en middelen ingezet om de gezondheid te bevorderen. Met de kennis van nu kun je je haast niet voorstellen dat deze vijf middelden daadwerkelijk gebruikt werden.

1. Cocaïne

Bewoners van de Andes kauwen al duizenden jaren op cocabladeren – vergelijkbaar met het drinken van sterke koffie. Rond 1550 brachten ontdekkingsreizigers de bladeren naar Europa, maar pas halverwege de negentiende eeuw werd zuivere cocaïne ontdekt.

Het witte poeder bleek pijnstillend en luchtwegverwijdend, en men geloofde dat het veel ziektes kon genezen. Aan het eind van de negentiende eeuw verschenen talloze producten met cocaïne op de markt, zoals zalfjes, tabletten en sigaretten.

Artsen schreven het witte poeder zelfs voor aan astmapatiënten en kinderen. Dit veranderde toen duidelijk werd dat cocaïne verslavend en schadelijk was.

2. Kwik

Kwik is zeer giftig, maar dat weerhield men er in de vroegmoderne tijd niet van om het als medicijn te gebruiken. Zo werd het ingezet bij de behandeling van syfilis, maar ook tegen koorts, darmaandoeningen, parasieten zoals wormen en luizen, zweren, gezwellen, schurft en om de speekselproductie te stimuleren.

Leestip: Dit is een heksenfles, een bizar medicijn vol haren en tanden

Het werd op diverse manieren toegediend, bijvoorbeeld via pleisters en zalven. Dat bleef uiteraard niet zonder gevolgen: kwik is zowel inwendig als uitwendig uiterst giftig en kan leiden tot ernstige hersenschade – en uiteindelijk de dood.

3. Opium

Opium wordt al duizenden jaren gebruikt, maar pas in 1525 werd het in Europa geïntroduceerd als medicinaal drankje genaamd ‘laudanum’. Het razend populaire middel bestond uit een mengsel van alcohol en opium, en werd zowel door volwassenen als kinderen gebruikt als slaap- en pijnstiller.

Leestip: Haarmonsters tonen aan: Inca's verdoofden kinderen met drank en drugs

In 1803 ontdekte men hoe je uit opium morfine kon maken, en dit werd voorgeschreven als middel tegen chronische pijn, slapeloosheid en – ironisch genoeg – voor een laudanumverslaving.

In 1874 ontdekte de Britse chemicus Charles Romley Alder Wright hoe je van morfine heroïne kon maken. Deze superverslavende drug werd in 1898 op de markt gebracht als hoestmedicijn, een kwaal die vaak voorkwam vanwege het grote aantal mensen met tuberculose en longontstekingen. Toen in 1912 duidelijk werd hoe verslavend het spul was, werd het vlak daarna van de markt gehaald.

4. Medisch kannibalisme

In de oudheid werd het menselijk lichaam beschouwd als een wondermiddel tegen allerlei kwalen. Ze consumeerden bloed, huid, vet en zelfs vlees van menselijke afkomst. Artsen geloofden destijds dat je gezondheid afhing van de balans tussen vier lichaamssappen: gele gal, zwarte gal, slijm en bloed. Het drinken van menselijk bloed kon de balans van het lichaam weer herstellen.

Niet alleen verse lijken stonden op het menu, ook het eten van mummies werd in de vijftiende eeuw in Europa populair vanwege de veronderstelde medische voordelen. Middelen tegen hoofdpijn, maagklachten of zelfs kanker konden een dosis Egyptische mummie bevatten.

5. Tabak

Tegenwoordig weten we wel beter, maar ooit werd tabak gezien als geneesmiddel. De plant werd door de indianen toegepast bij wondverzorging en tegen hoofdpijn en later bracht Columbus het middel mee van Amerika naar Europa.

Hier werd het ingezet als desinfecterend middel bij cholera en de pest, als pijnverlichter bij syfilis en om slijm op te lossen. Ook dacht men dat het hielp tegen schurft en verkoudheid. Begin twintigste eeuw was er een sigaret speciaal voor astmapatiënten: de astmasigaret.

Pas in de jaren zestig begon dokter Meinsma te waarschuwen voor de gevaren van roken, maar zijn boodschap vond weinig gehoor – zelfs onder artsen. Daar kwam pas in 1971 verandering in.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!