Nederland en Holland worden vaak door elkaar gebruikt, maar strikt genomen zijn het geen synoniemen. Het Koninkrijk der Nederlanden bestaat uit twaalf provincies en twee daarvan heten Noord-Holland en Zuid-Holland. Holland is dus slechts een deel van Nederland, maar wordt vaak ten onrechte gebruikt als pars pro toto: een deel dat voor het geheel staat.
Met name in buitenlandse context worden Nederland en Holland vaak door elkaar gebruikt, maar zelf kunnen we er ook wat van. Hup Holland Hup, Heel Holland Bakt, Holland’s Got Talent, Holland Casino: genoeg voorbeelden te verzinnen. Dat gebruik is historisch gegroeid en heeft diepe wortels in zowel de taal als de geopolitieke geschiedenis van Nederland.
Van Holtland naar Holland
De naam Holland dook voor het eest op in de tiende eeuw en vindt zijn oorsprong in het Oudnederlandse woord Holtland of Holdland – letterlijk: houtland. Het verwees naar een bebost gebied, vermoedelijk in de buurt van Leiden. In eerste instantie had de naam alleen betrekking op een klein gebied in de Rijnstreek.
Nederland: het lage land
De naam Nederland heeft een aardrijkskundige oorsprong en betekent simpelweg laagland. Neder duidt op een lager gelegen gebied. Al in de tiende eeuw werd deze terminologie gebruikt bij de indeling van het hertogdom Lotharingen in Neder-Lotharingen en Opper-Lotharingen.
Leestip: Het Wilhelmus: van geuzenlied naar volkslied
De eerste bekende verwijzing naar ‘Nederland’ als gebiedsnaam dateert uit 1275, toen de Duitse prediker Berthold von Regensburg sprak van Niderlande, als aanduiding voor het lager gelegen gebied van de Rijn – in tegenstelling tot het hoger gelegen Oberlant in Duitsland. Ook de Romeinen gebruikten een vergelijkbare indeling met Germania Inferior (het lage Germanië) voor het gebied dat nu Nederland heet.
De opkomst van Holland als machtig gewest
In de zestiende eeuw bestonden de ‘Nederlanden’ uit een verzameling gewesten met eigen regels. In 1588 werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden uitgeroepen, bestaande uit zeven gewesten, waaronder het invloedrijke Holland. Met ongeveer 40 procent van de bevolking en een bijdrage van ruim 50 procent aan het nationale inkomen, was Holland het economisch hart van de Republiek.
Leestip: Wie was Filips II, de koning die bezongen wordt in het Wilhelmus?
Holland, geografisch gezien bestaande uit het huidige Noord- en Zuid-Holland, had een gunstige ligging, met toegang tot zee en grote rivieren als de Rijn, Maas en het IJ. Hier bevonden zich steden als Amsterdam, Rotterdam en Den Haag, die veel economische en politieke macht hadden. Het gewest groeide, mede door oprichting van de VOC, WIC en de Amsterdamsche Wisselbank, uit tot het belangrijkste handelscentrum ter wereld.
Pars pro toto
Doordat buitenlandse handelaren, diplomaten en reizigers vooral te maken kregen met mensen uit Holland, raakte de naam wereldwijd ingeburgerd als aanduiding voor de hele Republiek. Hetzelfde fenomeen is te zien bij ‘Engeland’ dat vaak onterecht wordt gebruikt voor het Verenigd Koninkrijk, of ‘Rusland’ als aanduiding voor de voormalige Sovjet-Unie.
De verwarring werd nog groter toen het land tussen 1806 en 1810 – toen Napoleon Bonaparte zijn broer Lodewijk Napoleon op de troon zette – zelfs officieel Koninkrijk Holland werd genoemd. Die naam bleef internationaal hangen, ondanks het feit dat Nederland sinds 1813 weer officieel Koninkrijk der Nederlanden heet.
Leestip: Wat maakte Frederik Hendrik tot een van de invloedrijkste stadhouders van de Republiek?
Tegenwoordig verwijst Holland geografisch alleen nog naar de provincies Noord-Holland en Zuid-Holland. Toch blijft de naam diep verankerd in de Nederlandse identiteit, zeker in toeristische context en in slogans. Het laat zien hoe een relatief klein gebied eeuwenlang het gezicht van een hele natie wist te bepalen.
Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!