Voor miljoenen vrouwen betekent het op de wereld zetten van nieuw leven de gevaarlijkste onderneming in hun bestaan.
Maar in Guatemala – waar de berucht hoge neonatale sterfte en moedersterfte grotendeels worden veroorzaakt door ongelijkheid in de toegang tot gezondheidszorg – werken klinisch opgeleide verloskundigen nu samen met traditionele vroedvrouwen om betere kraamzorg te kunnen bieden aan indiaanse vrouwen.
Samen met de non-profitorganisatie Every Mother Counts trok fotografe Janet Jarman drie weken op met jonge vrouwen die in het westelijke hoogland van Guatemala worden opgeleid in zowel de moderne kraamzorg als in traditionele verloskunde. Every Mother Counts bevordert de kraamzorg in Guatemala (en in de hele wereld) met programma’s die door Jarman werden gedocumenteerd: de Asociación Corazón del Agua, de eerste universitaire opleiding in Guatemala voor verloskundigen, en de ACAM, een collectief van traditionele vroedvrouwen (comadronas) van de Mam-indianen.
In een gesprek met National Geographic sprak Jarman over de intimiteit van de fotografie en het streven om levens te redden door culturele verschillen te overbruggen.
Hoe ben je in de fotografie terechtgekomen?
Ik was jarenlang schilderes voordat ik voor het eerst een fototoestel oppakte. Ik gebruikte foto’s eerst als een manier om de wereld te observeren. Ik ben opgegroeid in Richmond, Virginia, waar ik een grote kloof zag. Ik wilde dat de mensen elkaar beter zouden begrijpen, ook als ze van verschillende afkomst waren. Dus begon ik foto’s te maken om met mensen in gesprek te komen, meer over hun leven te weten te komen en te horen wat ze belangrijk vonden. De fotografie werd voor mij al snel een bruikbaar middel om de wereld om me heen in al haar tegenstrijdigheden te interpreteren – in al haar schoonheid en chaos. Daarmee kan ik uitdrukking geven aan de uitdagingen waar mensen voor staan.
Welke momenten staan je bij van de tijd dat je deze vrouwen fotografeerde?
Het is altijd interessant om een verhaal over geboorte te doen: het is iets onvoorspelbaars. Alle sterren moeten goed staan, en soms ook de maan. Op een avond waren we in een hospitaaltje, waar Dora (een van de vroedvrouwen in opleiding) een praktijkstage volgde. De dokter gaf ons toestemming foto’s te maken, dus wilden we de twee uur naar de stad terugrijden en de volgende dag terugkomen.
Het was volle maan. De hele terugreis had ik een voorgevoel. Dus zei ik: ‘Laten we omkeren. Dan slapen we wel in de auto.’ Dus reden we terug en de dokter zei: ‘Kom binnen, blijf hier maar slapen.’ Ik was me al aan het voorbereiden op een mogelijke geboorte toen er op de deur werd gebonsd. Inderdaad, een vrouw had weeën gekregen.
Ze lieten de traditionele comadrona bij haar, wat niet altijd mag. Ze beviel naast de vrouw die haar gedurende de hele zwangerschap had bijgestaan. Dat was een mooi moment en ik was blij dat we waren teruggereden, dat ik op mijn voorgevoel was afgegaan.
Wat heb je van dit project opgestoken?
Alleen al door aan dit onderwerp te werken leer je nieuwe dingen. Je hebt al veel respect voor deze vrouwen, maar dat respect neemt enorm toe als je ziet waar ze vandaan komen, welke uitdagingen ze in hun persoonlijke leven moeten overwinnen en hoeveel uren ze andere vrouwen helpen. Het is verbluffend om te zien hoe artsen en traditionele vroedvrouwen hier samenwerken. Als iedereen dingen wil verbeteren en wil samenwerken, dan is er veel mogelijk.