Het analyseren van coprolieten – bewaard gebleven uitwerpselen uit een ver verleden – is een smerig werkje. Maar af en toe levert het echt iets verrassends op.

In het geval van het nieuwe onderzoek dat in het Journal of Archaeological Science wordt beschreven, bestond die verrassing uit de tanden van een giftige slang, die 1500 jaar geleden door iemand werden ingeslikt en daarna in zijn uitwerpselen werden achtergelaten in een grot in het huidige Texas.

Archeologe Elanor Sonderman, die de tanden ontdekte tijdens haar opleiding aan de Texas A&M University, was bij haar onderzoek naar prehistorische uitwerpselen niet op zoek naar deze specifieke ‘speld in een hooiberg’. Veeleer wilde ze meer te weten komen over het inheemse volk dat de Conejo Shelter, een grot in het canyongebied van de Lower Pecos in Texas, als beerput gebruikte. De grot werd in de jaren zestig van de vorige eeuw een archeologische vindplaats, totdat het gebied door de aanleg van een stuwdam onder water kwam te staan.

De grotten in dit gebied bevatten opmerkelijke prehistorische artefacten, waaronder sandalen en manden van plantaardige vezels, maar de meest waardevolle informatie die hier wordt aangetroffen, zal niet-archeologen misschien verrassen.

“Het is de poep,” zegt Tim Riley, expert in coprolieten en curator van het Eastern Prehistoric Museum van de Utah State University; Riley was niet betrokken bij het nieuwe onderzoek. Hij legt uit dat coprolieten een schat aan informatie bevatten: ze leveren vaak inzicht op in de gezondheid van de persoon die ze heeft achtergelaten, terwijl voedselresten in de uitwerpselen een direct bewijs zijn van wat prehistorische volken zoal aten.

Uit de analyse van coprolieten uit de Conejo Shelter bleek dat de persoon vetplanten had gegeten, waaronder bloemen van de yucca. Ook had de persoon mogelijk een knaagdiertje zonder te koken met huid en haar opgegeten – voor mensen in de Lower Pecos destijds een heel normale zaak.

Onderzoekers hebben ook de pollen in de coproliet bestudeerd en daaruit bleek dat de persoon in kwestie bloemen van de yuccaplant had gegeten
Onderzoekers hebben ook de pollen in de coproliet bestudeerd en daaruit bleek dat de persoon in kwestie bloemen van de yuccaplant had gegeten.
Crystal Dozier

Heel anders ligt dat voor de schubben, botten en tanden van een giftige slang die eveneens in de coproliet werden gevonden.

“Zowat al het andere in deze coproliet was vrij normaal voor die regio,” zegt Sonderman. “Maar de tanden kwamen ons zó raar voor dat we er eens goed naar moesten kijken wat daar aan de hand was.”

Door de holte in het centrum van de tanden kon het team de onfortuinlijke slang al snel identificeren als een lid van de adderfamilie – zeer waarschijnlijk een Texaanse ratelslang of een koperkop, die beide in dit gebied veel voorkomen. Op de schubben vonden de archeologen geen schroeiplekken, wat erop wijst dat de slang zonder te koken was opgegeten. En uit de grote hoeveelheid schubben in de coproliet kon het team opmaken dat het dier in z’n geheel was verorberd.

Maar wat was de reden? Het is helaas niet mogelijk om terug in de tijd te reizen en het aan de persoon in kwestie zelf te vragen, dus doken de onderzoekers in de geschiedenis en mythologie van andere culturen in dit gebied om een antwoord te vinden. Ze ontdekten dat slangen zelden werden gegeten, behalve in gevallen van ernstige schaarste – en zelfs in zulke situaties werden ze doorgaans zonder botten, schubben of tanden gekookt en opgegeten. En hoewel ook in andere coprolieten uit de Conejo Shelter resten van slangen zijn aangetroffen, lijkt geen van deze dieren giftig te zijn geweest.

In rotstekeningen uit hetzelfde gebied en dezelfde periode zijn slangachtige motieven te zien, en slangen speelden in sjamanistische rituelen bij andere culturen in Meso-Amerika en het Amerikaanse Zuidwesten een belangrijke rol als poortwachters van bovennatuurlijke werelden. Carolyn E. Boyd, vooraanstaand expert in de rotskunst van de Lower Pecos, heeft geopperd dat in deze tekeningen visioenen worden uitgebeeld die vergelijkbaar zijn met droombeelden van mensen die peyote en andere geestverruimende middelen hebben gebruikt.

Dus zouden de slangentanden bewijs kunnen zijn voor een of ander sjamanistisch ritueel? Hoewel het onderzoeksteam van Sonderman denkt dat de slang met een “specifiek ceremonieel of ritueel doel” werd opgegeten, is dat onmogelijk te bewijzen. “Ik zou niet willen dat iemand zegt: ‘Er is hier sprake van een sjamanistische cultuur waarin mensen op rituele wijze slangen opaten,’” zegt Sonderman. “Dat is niet wat wij proberen te zeggen. Het gaat om slechts één voorbeeld.”

Wat de slangentanden volgens haar wél duidelijk lijken te maken, is dat het niet ongebruikelijk was dat er giftige slangen werden gegeten, maar gezien de unieke aard van de vondst zou dit vanwege een zeer specifieke aanleiding gebeurd moeten zijn. Of misschien ook niet. Misschien was het gewoon een staaltje van prehistorische stoerdoenerij of een extreem gevaarlijke culinaire voorkeur voor giftige slangen.

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com