Wanneer we de brug overrijden naar Öland maakt typische Zweedse landschap van Småland – dichte bossen en talloze meren – plaats voor schilderachtige houten molens, kalkstenen rotsen, lange witte zandstranden en pijnboombossen. Öland is een langgerekt eiland van 137 kilometer lang en 16 kilometer breed, dat bekend staat als het een van de zonnigste van Zweden. Buitenmensen zoals wij zijn hier helemaal op hun plek.
Ons eerste stop voert ons terug naar de geschiedenis van Öland. Himmelsberga is een prachtig openluchtmuseum met typische Zweedse huizen en boerderijen uit de 18e- en 19e-eeuw, dat deel uitmaakt van het oosterse cultuurlandschap van het eiland. De huizen in het dorp zijn ingericht met origineel meubilair uit die tijd, waardoor je ziet hoe mensen vroeger leefden op Öland. Ik dwaal door de huizen en langs de oude stallen en bewonder de oude gereedschappen die vroeger op de boerderijen werden gebruikt. Je waant je hier even een paarhonderd jaar terug in de tijd.
Daarna rijden we naar Stora Alvaret: een kalkstenen plateau in het zuiden van het eiland, dat op Unesco’s Werelderfgoedlijst staat. Mijn dochtertje Maeve (2) loopt hand in hand met Eva, de gids die ons meeneemt voor een wandeltocht over het vlakke en uitgestrekte steppelandschap. ‘Dit is het grootste aaneengesloten alvar-gebied in Europa,’ vertelt Eva. ‘Alvar staat voor de zeldzame en zeer vruchtbare kalksteengrond.’ Ze wijst naar de grond. ‘Op sommige plekken komt hij zelfs helemaal bloot te liggen. Kijk maar.
‘De alvar staat bekend om de vele bijzondere plantsoorten,’ vertelt Eva. Sommige groeien enkel hier. Ze knielt neer en schuift haar hand voorzichtig onder een geel bloempje aan een lage struik. ‘Neem bijvoorbeeld het Ölands zonneroosje,’ zegt ze. ‘Dit is de officiële bloem van Öland. Hij komt nergens anders ter wereld voor.’ Vervolgens wijst ze naar een klein blauw bloempje. ‘Deze groeit alleen hier en in de poolgebieden,’ zegt ze. ‘Ook vind je hier zo’n dertig orchideesoorten. Dit komt omdat de kalkbodem de warmte van de zon zo goed vasthoudt.’
We wandelen verder. Dit vlakke landschap is ideaal voor Maeve. Zeker nu ze bepaald heeft dat ze vandaag absoluut niet in de kinderdrager wil zitten. Ze rent alle kanten op, op zoek naar grote stenen die ze stuk voor stuk trots aan Eva laat zien. Dan ineens staan we oog in oog met een grote kudde bonte koeien. Maeve zwaait en de koeien kijken ons nieuwsgierig na. ‘We zijn bijna bij Dröstorp,’ zegt Eva. ‘Een ruïne van een verlaten dorp uit de 18e-eeuw.’ Daar aangekomen gaan we zitten tussen de lage stenen muurtjes. Eva haalt kaneelbroodjes uit haar tas die ze heeft gehaald bij een lokale bakkerij. ‘Slechts 100 jaar was het dorp bewoond,’ vertelt Eva. ‘Daarna vertrokken de bewoners naar andere dorpen of emigreerden naar Noord-Amerika. Het leven hier was vrij hard.’
Een andere bijzondere ruïne die te vinden is in het natuurgebied Stora Alvaret is Fort Eketorp: een ringvormig fort uit de ijzertijd dat in de jaren ’60 en ’70 werd opgegraven en gerestaureerd. De muren – van wel vijf meter hoog – en huizen in het fort zijn herbouwd en in het museum op de binnenplaats is een enorme selectie aan opgravingen te bewonderen, zowel uit de ijzertijd als uit de middeleeuwen. Kinderen kunnen dieren aaien op de kinderboerderij of historisch kleding passen en knutselen in het kindermuseum. Het fort ligt op slechts 15 kilometer van de meest zuidelijke punt van het eiland, waar onze volgende bestemming zich bevindt: natuurreservaat Ottenby. Zodra we de auto parkeren zien we de vogelaars met hun grote lenzen al staan: dit is een van de beste plekken in Zweden om vogels te spotten.
We lopen naar het Naturum, waar we Gabriel ontmoeten, die werkt in het vogelobservatiecentrum van Ottenby. ‘Dit gebied is vooral bekend vanwege de duizenden trekvogels die hier langskomen op weg naar het noorden of zuiden,’ vertelt hij. ‘Ik ben speciaal van het westen van Zweden naar Öland verhuisd voor de vogels. ‘Elke dag kom ik hier naartoe, ook als ik niet moet werken,’ glimlacht hij terwijl hij een verrekijker aan me geeft.
We lopen langs de karakteristieke vuurtoren Långe Jan – de hoogste van Zweden, die je kunt beklimmen – naar een van de uitkijkpunten langs het water. Maeve rent naar de tientallen schapen die grazen langs de ruige kustlijn. Ineens springt er een klein geel vogeltje uit de bosjes recht voor onze voeten. ‘Een vuurgoudhaantje,’ zegt Gabriel. ‘Die komt hier veel voor. Over een paar dagen trekken ze verder naar Polen en zijn ze hier verdwenen.’
Rond ons heen zie ik vogelaars turen in takken van bomen. ‘Ze zijn op zoek naar de bladkoning,’ zegt Gabriel. ‘Een zeldzame, kleine lange-afstandstrekker die broedt in Siberië, en die hier nu gespot is.’ Toch draait het hier niet alleen maar om vogels. Gabriel wijst naar het water. Door mijn verrekijker zie ik vier zeehonden zonnen op de rotsen.
De zon gaat inmiddels langzaam onder. We gaan aan een picknicktafel zitten en pakken ons avondeten uit, dat we mee hebben gekregen van het restaurant Eksgården. De omgeving rond ons heen kleurt langzaam oranje en de vogels in het zeewater vormen al kwetterend een achtergrondmelodie. We hebben slechts een glimp gezien van wat de natuur van Öland te bieden heeft, een glimp die smaakt naar meer.
Overnachtingstip
Onze uitvalsbasis om Öland te verkennen is Eksgården Krog & Rum, een volledig gerenoveerde 18e-eeuwse boerderij in Gårdby, aan de oostkant van het eiland. Het personeel, de huiselijke sfeer, romantische binnenplaats en de aandacht voor details zorgen ervoor dat je je direct thuis voelt. Wij verbleven in een gehele woning met zithoek, twee slaapkamers, een keuken, badkamer en een zolder. Er was zelfs speelgoed voor Maeve klaargezet. Het ontbijt, de lunch en het diner bereid worden door een top-chef en het eten kan zelfs bij je op de kamer geserveerd worden. Meer bijzondere accommodaties op Öland vind je hier >
Wil je zelf dit leuke Zweedse eiland bezoeken? Je vindt hier alle informatie voor een bezoek aan Öland