Je kunt de arrondissementen van Parijs vergelijken met de stadsdelen van bijvoorbeeld Amsterdam. Zoals stadsdeel West een ander bestuur heeft dan stadsdeel Oost, hebben ook de arrondissementen van Parijs elk een eigen conseils d’arrondissement. In een arrondissement kunnen meerdere wijken, of quartiers, liggen. Zo vind je in het achttiende arrondissement vier wijken: Quartier de la Goutte-d'Or, Quartier des Grandes-Carrières, Quartier de Clignancourt en Quartier de La Chapelle.

De arrondissementen werden gecreëerd in 1795, ten tijde van de Franse Revolutie. Door de stad in twaalf verschillende eenheden op te delen, moest de administratie overzichtelijker worden. Parijs was destijds een stuk kleiner dan nu. Pas in 1870, toen stedenbouwkundige Georges-Eugène Haussmann de stad onder handen nam, werden de laatste acht arrondissementen toegevoegd.

De arrondissementen als slakkenhuis

Arrondissement stamt van het Franse woord voor ‘ronding’. De arrondissementen liggen dan ook in een spiraalvorm die van binnen naar buiten loopt. Het eerste arrondissement ligt in het midden, het twintigste aan de uiterste rand van de stad. De arrondissementen worden daarom ook wel ‘het slakkenhuis van Parijs’ genoemd.

Naast een nummer hebben de arrondissementen ook een naam: altijd in referentie naar een bezienswaardigheid. Zo heet het vijfde bijvoorbeeld Pantheon, naar het monument, en het eerste Louvre, naar het museum. Vroeger werd het nummer van het arrondissement waarin je woonde op je post vermeld. Tegenwoordig is het simpelweg onderdeel van je postcode. Woon je bijvoorbeeld in het negentiende, dan is je postcode 75 (de afdelingscode van Parijs) 019.

Wat is het leukste arrondissement van Parijs?

Daarover zijn de meningen verdeeld. Veel Parijzenaren zullen je naar het derde of het vierde doorverwijzen. Hier ligt het gezellige Marais: de Joodse wijk van Parijs. Verwacht hier talloze leuke boetiekjes en tweedehands winkels, goede restaurants en misschien wel de allerlekkerste citron-meringue-taart van de stad in theehuis Le Loire dans la Théière.

Ook de kronkelende straatjes van het karakteristieke Montmartre zijn het bezoeken waard. In het achttiende arrondissement keer je à la Owen Wilson in de film Midnight in Paris (een aanrader voor op je laptop in de Thalys) terug naar de tijd toen Parijs nog de culturele hoofdstad van de wereld was.

Hier huurden onder meer Hemingway, Picasso en Van Gogh in de negentiende eeuw een appartementje om zich onder te dompelen in de artistieke weelde van de Franse hoofdstad. Ook vind je hier de beroemde Sacré Cœur (door Parijzenaren honend ‘big meringue’ genoemd) en natuurlijk de iconische Moulin-Rouge.

Extra tip: het twaalfde arrondissement

Tot slot: het twaalfde arrondissement zal vermoedelijk niet op je lijstje staan, maar toch wil ik je aanraden dit bijzondere stukje Parijs een kans te geven. Dit deel van de stad is vooral in trek bij jonge Parijzenaren die hier wonen en werken – en ook ik heb le douzième zes maanden lang mijn thuis mogen noemen.

Ik woonde vlak achter Promenade Plantée – een oud spoorwegviaduct van tien meter hoog dat in de jaren zestig in onbruik raakte en nu een langwerpig groen park is geworden. Wandel via Promenade Plantée naar Bois de Vincennes – waar ook het imposante Chateau de Vincennes gelegen is – of keer om en neem de trap omlaag naar Boulevard Diderot. Vanaf hier loop je in enkele minuten naar Place de la Bastille, waar in 1789 de Franse Revolutie begon die tot het ontstaan van de arrondissementen leidde. Zo is de cirkel van het slakkenhuis weer rond.

Leestip: 3 écht originele tips voor een bezoek aan Parijs