Musée du Louvre is een van ’s werelds bekendste en meest bezochte kunstmusea. Het imposante gebouw aan de Seine was ooit een middeleeuws fort, werd toen een koninklijk paleis en in 1793 een openbaar museum. Het Louvre staat bekend om zijn uitgebreide en diverse kunstcollectie, met werken afkomstig uit de periode tussen de Oudheid en de negentiende eeuw. Denk aan de Mona Lisa van Leonardo da Vinci, de Venus van Milo en de Nikè van Samothrace.

Het Louvre bezoeken? Zorg dan dat je van te voren een kaartje koopt én alvast een beetje bedenkt wat je graag wilt zien. Het museum is namelijk zo groot dat je er naar verluidt meer dan zestig dagen voor nodig hebt om te gehele collectie te bekijken.

Dol op chronologie? Dan is na het Louvre Musée d’Orsay je logische volgende bezoek op de kunsthistorische tijdlijn. In dit museum vind je kunstwerken uit de negentiende en vroege twintigste eeuw. Musée d’Orsay is gevestigd in het voormalige Gare d’Orsay: een oud spoorwegstation waar de indrukwekkende klokgevel nog aan herinnert.

De collectie van het museum omvat werken van veel beroemde kunstenaars, waaronder impressionisten als Claude Monet, Édouard Manet en Edgar Degas, maar ook postimpressionisten zoals Vincent van Gogh, Paul Cézanne en Henri Rousseau – een persoonlijke favoriet. Heb jij schilderijen als l’Absinthe en La Guerre altijd in het echt willen bewonderen? Haast je dan naar Musée d’Orsay – want je bent vermoedelijk niet de enige.

Eigenlijk is Centre Pompidou geen museum, maar een culturele instelling voor moderne kunst. Het publiekscentrum dankt zijn naam aan de voormalige Franse president Georges Pompidou en werd in 1977 geopend. Alleen al het gebouw zelf is een bezoek meer dan waard: het unieke ontwerp van de Britse architecten Richard Rogers en Renzo Piano geeft bouwelementen prijs die traditioneel juist worden verhuld.

In het Centre Pompidou huizen onder meer het Musée National d’Art Moderne, een openbare bibliotheek en een centrum voor film en audiovisuele kunsten. Wil je overkomen als een echte local? Parijzenaren noemen het Centre Pompidou Beaubourg, naar de buurt in het vierde arrondissement waar het publiekscentrum gelegen is.

Palais de Tokyo is het grootste moderne kunstcentrum van Europa en bestaat nog helemaal niet zo lang. In 2002 opende het museum als een Site de création contemporaine dat zich specialiseerde in opkomende Franse en internationale kunst. Inmiddels is Palais de Tokyo uitgegroeid tot een dynamische culturele instelling waar zowel gevestigde kunstenaars als opkomend talent een podium vinden – en een deel van het museum is zelfs gratis te bezoeken.

Palais de Tokyo heeft geen vaste collectie, en is daarmee het grootste niet-verzamelende museum voor hedendaagse kunst in Europa. En voor de volledigheid: het heeft vooralsnog niets met de Japanse hoofdstad van doen, maar werd genoemd naar de voormalige Quai de Tokio, de weg waaraan het gelegen is.

Door welke organisatie Fondation Louis Vuitton werd opgericht, hoeven we vast niet voor je uit te spellen. In dit privémuseum, dat in 2014 werd geopend, wordt de kunstverzameling van Bernard Arnault tentoongesteld. De oprichter van Louis Vuitton Moët Hennessy – waar onder meer het luxemerk Louis Vuitton deel van uitmaakt –, wilde in Parijs een plek creëren waar kunst en creativiteit ruim baan zouden krijgen.

Fondation Louis Vuitton is dan ook geen traditioneel museum, maar een cultureel centrum waar onder meer educatieve programma’s, concerten, lezingen en workshops plaatsvinden. Tassenmaker en modeontwerper Louis Vuitton, inmiddels al meer dan een eeuw ter zielen, had er vast zijn zegen over uitgesproken.