Een groeiend aantal bestemmingen in Europa wordt overspoeld door massatoerisme – en dat blijft niet onopgemerkt. In de zomer van 2024 riepen demonstranten met waterpistolen toeristen in Barcelona op om ‘naar huis te gaan’, Venetië stelde een verbod in op groepen groter dan 25 personen en Lissabon besloot de toeristenbelasting op overnachtingen te verhogen van 2 euro naar 4 euro per nacht.

Door belastingen te heffen hopen gemeentebesturen te voorkomen dat steden onleefbaar worden. Maar waar gaat het geld precies naartoe, en heeft het heffen van toeristenbelasting ook daadwerkelijk nut? Daarvoor nemen we drie van de drukstbezochte steden in Europa – Barcelona, Amsterdam en Venetië – onder de loep.

1. Toeristenbelasting in Barcelona (Spanje)

    Barcelona staat niet voor niets centraal in debatten over overtoerisme: in 2023 verwelkomde de drukstbezochte stad van Spanje maar liefst 15,6 miljoen toeristen. In Barcelona worden daarom twee verschillende vormen van toeristenbelasting geheven, zegt Núria Guitart-Casalderrey, hoogleraar toerisme aan de Universiteit van Barcelona.

    De regionale toeristenbelasting (voor heel Catalonië) werd ingevoerd in 2012 en is van toepassing op hotelovernachtingen en cruiseschiptoeristen. Hoe luxer je verblijf, hoe meer je betaalt: zo betalen gasten in vijfsterrenhotels in Barcelona het hoogste tarief van 3 euro per persoon per nacht. Daarbovenop heft de stad Barcelona een gemeentelijke toeristenbelasting van 3,25 euro per nacht, waarin geen onderscheid wordt gemaakt in type verblijf.

    De heffingen hebben er tot dusver niet voor gezorgd dat toeristen wegblijven, maar het gemeentebestuur gebruikt ze ook om de stad als bestemming te verbeteren en de kwaliteit van leven voor inwoners te verhogen, zegt Guitart-Casalderrey. Zo zijn met de opbrengsten onder meer culturele evenementen georganiseerd, het openbaar vervoer uitgebreid en toerismeonderzoek gefinancierd.

    2. Toeristenbelasting in Amsterdam

    Amsterdam heeft – op de coronapandemie na – al langere tijd te maken met overtoerisme. In 2023 verbleven er 9,4 miljoen toeristen in de hoofdstad: dat is ongeveer 10 toeristen per inwoner. De stad neemt daarom diverse maatregelen om de toeristengroei te beperken, waaronder een hotelstop, een maximum van 20 miljoen toeristische overnachtingen per jaar en een plan om cruiseschepen vanaf 2035 te weren uit de stad.

    Van alle Europese steden moet je in Amsterdam de hoogste toeristenbelasting betalen: 12,5 procent van de overnachtingsprijs. Waar besteedt de gemeente het geld dan aan? ‘We vragen bezoekers om een bijdrage te leveren om Amsterdam schoon, veilig en aantrekkelijk te houden, net zoals we van onze eigen inwoners vragen met lokale belastingen,’ zegt Hester van Buren, wethouder van Amsterdam. ‘We gebruiken de belastingen om de negatieve effecten van overtoerisme te beperken, zoals zwerfafval en handhaving, maar ook voor infrastructuur, onderwijs, cultuur en sportfaciliteiten.’

    ‘Deze belasting was oorspronkelijk ingevoerd om het aantal toeristen te verminderen,’ vertelt Greg Richards van Tilburg University. Maar toen uit onderzoek bleek dat de belasting het aantal toeristen waarschijnlijk niet zou teruglopen, veranderde het gemeentebestuur van koers, aldus Richards. ‘De kans is groot dat naarmate toeristenbelastingen stijgen, toeristen in omliggende steden zullen verblijven en als dagjesmensen naar het centrum van Amsterdam zullen reizen.’ Daarmee is het probleem dus nog niet opgelost.

    3. Toeristenbelasting in Venetië (Italië)

    Venetië verzuipt – bijna letterlijk – in de toeristen. Deze zinkende stad in het noordoosten van Italië wordt jaarlijks door zo’n 30 miljoen toeristen bezocht, waarvan ruim driekwart dagjestoerist is, aldus econoom en toerisme-expert Jan van der Borg van de Ca’ Foscari Universiteit in Venetië. Het massatoerisme loopt zelfs zo uit te klauwen, dat Unesco er in 2023 voor pleitte de stad op de lijst van bedreigd werelderfgoed te plaatsen.

    Dat gebeurde niet, maar volgens Van der Borg is het voor Venetië wel aanleiding geweest om dagjesmensen op bepaalde dagen in het hoogseizoen een toegangskaartje te laten kopen van 5 euro. Het stadsbestuur van Venetië wilde niet reageren op vragen van National Geographic, maar liet wel in een publiekelijke verklaring weten dat de dagvergoeding deel uitmaakt van inspanningen om overtoerisme tegen te gaan.

    Het aantal toeristen nam in de zomer van 2024 echter niet af, zegt Van der Borg. Volgens hem profiteert ook de lokale gemeenschap niet van de dagtochtvergoedingen. ‘De uitvoering van het plan heeft 3 miljoen euro gekost, terwijl de belasting maar zo’n 2 euro miljoen heeft opgebracht,’ vervolgt hij. ‘Lokale belastingbetalers zullen dit verschil moeten ophoesten.’

    Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.