Drrrrrop the anchor! Met een slakkengangetje tuft de Marina Star achteruit, de kleine komvorminge haven van Astypalaia in. Hoewel we regelrecht een ansichtkaart binnenvaren, voel ik mijn hart bonzen in mijn keel. ‘Why aren’t you drrrrropping the anchor?!’ buldert het nogmaals vanuit de kajuit.
De man van de donderstem is kapitein Loucas Gourtsoyannis. Hij had me met slechts één simpele opdracht op de boeg van het schip geposteerd: op zijn teken de knop indrukken die het volautomatische anker moet laten zakken.
Een behoorlijk verantwoordelijke taak voor iemand die bakboord maar net van stuurboord kan onderscheiden. Veel is er immers niet voor nodig om dit bijna vijftien meter lange zeilschip, 48 voet in scheepsjargon, in de steeds dichter naderende kademuur te parkeren.
Nog voordat de schipper een derde maal tekeer kan gaan – ik probeer het scheepsrecht een stap voor te zijn – hang ik over de reling om poolshoogte te nemen. Wanneer ik in het kraakheldere water zoek naar het anker, zie ik tot mijn grote opluchting dat de hijsketting gestaag uitrolt.
‘Drrrrropping the anchor!’ blèr ik zo hard mogelijk terug, waardoor een groepje ingedutte vissers aan wal ruw ontwaakt uit de dagelijkse mesimeri, zoals de siësta hier wordt genoemd. Vanachter het roer zie ik een duim de lucht ingaan. Opdracht voltooid, scheepsramp afgewend. De beloning? Vaste grond onder onze voeten.
De fortuinlijkste koerier ter wereld
We meren niet aan bij dit vlindervormige eiland in de Dodekanesos om mijn bedenkelijke scheepsvaardigheid te testen. Nee, we zijn in dit azuurblauwe paradijs met een missie. Behalve onze maag hopen we hier namelijk het laadruim van de Marina Star bij te vullen met lokale lekkernijen.
Dat wordt nog een hele uitdaging, want de kleine slaapcabine die is opgeofferd als provisorisch berghok heeft veel weg van een ontplofte tienerkamer. Overal liggen spullen: kleding van Loucas, reddingsvesten, en dozen en koelboxen met versnaperingen die we eerder tijdens deze tocht over de Egeïsche Zee hebben ingeladen.
Inmiddels staat het minimagazijn vol met kazen, vis, yoghurt, olijfolie, wijn en talloze andere producten die de Griekse keuken zo populair maken. Tien dagen lang mag ik me de fortuinlijkste koerier ter wereld wanen.
In die tijd varen we – twee schippers, twee toeristen en ik – een route af die leidt langs vier eilanden in het zuidoosten van Griekenland: Kalymnos, Astypalaia, Anafi en het populaire Santorini.
Brommer op zee
Elk eiland dat we aandoen, kent zo zijn eigen gastronomische specialiteiten. Wat die specialiteiten zijn, hangt af van ‘wat er op een eiland graast of groeit’, vertelt Loucas, die zijn kapiteinspet inmiddels heeft afgezet en weer op de stoel van gids is gaan zitten.
Op Astypalaia is dat vooral graan. De korenmolens in de hoofdstraat van Chora, het grootste dorp van het eiland, herinneren aan de lange landbouwgeschiedenis. En hoewel de wieken van de rood-witte erfstukken de tand des tijds niet hebben doorstaan, is de graanproductie op Astypalaia nog springlevend.
Het laadruim van de Marina Star heeft veel weg van een ontplofte tienerkamer. Overal liggen spullen: kleding van Loucas, reddingsvesten en dozen.
Een onderneming die daarvan de vruchten plukt, is bakkerij Eliana. In een recent opgeknapte werkplaats aan de rand van Chora, even voorbij het veertiende-eeuwse kasteel dat werd gebouwd tijdens het bewind van de Venetianen, worden nu koekjes, rusks en soepstengels gebakken.
Ik laat me vertellen dat de recepten van Eliana ouder zijn dan de yiayia’s en papous, Grieks voor oma’s en opa’s, die op het terras in de haven van een glas wijn zitten te nippen. ‘Bijna alle ingrediënten, de granen maar ook smaakmakers als saffraan en tijmhoning, komen van het eiland zelf,’ vertelt Loucas wanneer we over de loopplank van boord stappen en aan de klim naar de bakkerij beginnen. Met flinke stappen bewijst de 78-jarige kapitein dat leeftijd slechts een getal is.
Leestip: Dit zijn de 9 mooiste stranden van Griekenland
Terwijl ik aandachtig aan zijn lippen hang, probeer ik vakkundig de verongelijkte blikken te ontwijken van de vissers die hun middagdutje door mijn havenkunsten in het water hebben zien vallen.
Dieselschepen in de lift
Anno 2025 liggen de lekkernijen van de bakkerij, een witgekalkt winkeltje met uitzicht over de Livadibaai, niet alleen op Astypalaia in de koektrommel: ze zijn in heel Griekenland te krijgen.
Om de koekjes en andere lokale producten ook elders in de Egeïsche Zee aan de man te brengen, worden schepen ingezet. Vroeger waren dat vooral zeilschepen. Maar toen de dieselmotor zijn intrede deed, bleken de door wind aangedreven schuiten niet langer efficiënt genoeg.
Wist je dat het idee om zeilschepen in te zetten voor het vervoeren van vracht niet nieuw is? Sinds 2007 pendelt de Nederlandse organisatie Fairtransport tussen Europa en Amerika om producten als cacao, koffie en rum te verschepen.
Met de verbrandingsmotor ging het de cargo’s voor de wind: er werden grotere schepen gebouwd, waarmee ook nog eens sneller kon worden gevaren. En omdat de brommer op zee niet afhankelijk was van de elementen, behoorde vertraging steeds vaker tot het verleden. ‘Inmiddels varen alle vrachtschepen op diesel,’ vertelt Loucas. Dat moet anders kunnen, bedacht hij zo’n zes jaar geleden.
Kunnen vrachtschepen duurzamer?
‘Ondernemers als bakkerij Eliana hebben steeds meer oog voor het verduurzamen van het productieproces, bijvoorbeeld door ingrediënten niet van heinde en verre te laten overkomen maar gewoon uit het eigen achterland te halen,’ vervolgt Loucas. ‘Dan is het van de zotte dat we zulke producten vervolgens met vervuilende schepen naar de afnemer brengen,’ vervolgt hij.
‘De generatie van mijn vader voer ook gewoon op de wind, het kan dus wel degelijk. Bovendien luister ik veel liever naar het geluid van deinende golven dan het monotone gebrom van een motor.’
Het bracht hem op het idee om het zeilschip als cargo te herintroduceren. Op weg naar een ‘blauwe economie’, zoals hij zijn fossielvrije initiatief graag in de markt zet. Inmiddels vaart de Marina Star twee keer per jaar een ronde over de Egeïsche Zee – én verwelkomt Loucas toeristen aan boord die zijn project een warm hart toedragen.
De route leidt langs bakkers, boeren, wijnmakers en andere eilandondernemers die hebben begrepen hoe je gastronomische hoogstandjes op tafel zet zonder daarbij de planeet uit te putten.
Het netwerk van Aegean Cargo Sailing, zoals Loucas zijn project heeft gedoopt, bestaat inmiddels uit tientallen duurzame ondernemers. De producten die zij maken, worden door de schipper naar alle uithoeken van de Egeïsche Zee vervoerd om te worden verkocht in winkels of opgediend in restaurants.
Grootscheepse duurzame ambities
Als we een dag later koers zetten naar Anafi, de volgende stop op onze route, is het Elianagoud al bijna op. Althans, het zakje dat we hebben meegekregen om zelf soldaat te maken; de kartonnen doos die is bedoeld voor de verkoop ligt veilig opgeborgen in het ruim.
Bestellingen die meegaan aan boord zijn meestal met twee handen te tillen: een doos met rusks, een paar sixpacks bier, een enkele fles olijfolie. Niet echt een rendabele business, bedenk ik me terwijl we rustig over de golven glijden.
Leestip: De Akropolis van Athene, het hart van het oude Griekenland
Klopt, beaamt Daniel Bourianes, de rechterhand van Loucas en de ervarenste van de twee schippers aan boord. Maar met de dieselcargo’s leven we simpelweg boven onze stand; wereldwijd varen er inmiddels meer dan zeventigduizend van rond. Er moet wat veranderen en zeilschepen kunnen een deel van de oplossing zijn, vertelt de Franse ex-marinier, terwijl hij in de kajuit een ovenschaal met tourlou tourlou klaarmaakt, een lokale variant op ratatouille.
Jarenlang bevoer hij de Middellandse Zee met zijn eigen schip, vaak samen zijn hond Gribouille. ‘Hij luistert beter naar de naam Woeuf,’ bekent Daniel. Hij pakt zijn telefoon en laat trots een foto zien van het beestje, dat is getooid in een fel oranje reddingsvest.
Nadat zijn schip door een storm onherstelbaar beschadigd raakte en anderhalve maand stuurloos op zee had rondgedreven, besloot hij dat het tijd was voor een nieuwe uitdaging. Hij bracht Woeuf tijdelijk onder bij familie in Zuid-Frankrijk en kwam in contact met Loucas, die nog wel een bekwame schipper kon gebruiken om zijn grootscheepse ambities te verwezenlijken.
Leestip: Spinalonga, de wondere geschiedenis van het Griekse lepra-eiland
Die ambities brengen nog maar weinig geld in het laatje. Maar, benadrukt Loucas, in deze fase dient het project vooral een ander doel: laten zien het anders kan. Op dit moment houdt Aegean Cargo Sailing het hoofd boven water met hulp van donaties en subsidies, maar als het aan de schipper zelf ligt, blijven dat niet de belangrijkste inkomstenbronnen.
Het codewoord voor een levensvatbare toekomst is ecotoerisme. Als het aantal betalende gasten structureel kan worden opgevoerd tot vier per tocht – nu zijn er twee toeristen aan boord – levert het project voldoende geld op om tweejaarlijks de ronde te blijven maken.
‘Het is van de zotte dat we duurzame producten met vervuilende schepen naar de afnemer brengen.’ – Kapitein Loucas Gourtsoyannis.
Daarnaast heeft de idealistische schipper plannen om de vloot uit te breiden. De Marina Star huurt hij, maar Loucas bezit zelf ook een zeilschip dat hij wil gaan inzetten. Terwijl in de verte de contouren van Anafi steeds zichtbaarder worden, wordt in Athene de 31 voet lange schuit van Loucas klaargestoomd om als koeriersschip de zeeën te bevaren.
‘Alles erop en eraan, inclusief elektromotor,’ vertelt hij trots. ‘We hebben straks zelfs geen diesel meer nodig om een haven binnen te varen.’ Twee schepen betekent twee keer zo veel toeristen aan boord. En twee keer zo veel opslagruimte.
Griekse god of bakszeun?
Hoewel ik inmiddels al een aantal dagen ben aangewezen op een klein dek met vier anderen, heb ik me zelden zo vrij gevoeld als aan boord van de Marina Star. Wellicht komt dat ook doordat ik met mijn rang als bakszeun of dekzwabber nagenoeg geen echte verantwoordelijkheden heb.
En dus kan ik me volledig overgeven aan het proeven van lekkernijen die overal in de kajuit rondslingeren, het leren van simpele zeemansknopen en het afspeuren van de horizon op zoek naar land, een taak die veel beter wordt vervuld door de hypermoderne radar bij het roer. Alleen in de dinghy, de rubberboot waarmee korte stukjes van een ankerplaats naar de wal worden afgelegd, waan ik me de kapitein.
Naarmate de reis vordert, stappen we met steeds meer bemanningsleden tegelijk aan boord van het kleine bootje. Alleen Loucas laat zich niet voor ons karretje spannen. Hij gaat liever zwemmend naar de kant dan samen met vier hysterische schepelingen op een veel te klein reddingsvlot.
Eenmaal aan wal trekt hij zijn sandalen, broek en witte overhemd aan; het zijn de spaarzame momenten waarop de schipper meer kleding draagt dan alleen een witte onderbroek.
Achter het roer van de Marina Star kan hij met zijn ontblote bovenlijf en halflange, spierwitte zo door voor Poseidon, de Griekse god van de zee. Maar zodra hij vaste grond onder zijn voeten heeft, verandert hij weer in de idealistische pakketbezorger.
In de hof van Eden
Voordat hij met een ondernemer in zee gaat, gaat Loucas altijd eerst langs om een kijkje in de keuken te nemen. Veel van de mensen binnen het netwerk van Aegean Cargo Sailing kent hij dan ook persoonlijk. Wanneer we op Kalymnos ’s morgens vroeg de kruidenapotheek van Kalliope en Elias binnenstappen, is het alsof we te gast zijn op een familiereünie.
Terwijl ik licht bedwelmd raak door de explosie van geuren die mijn neus binnenschiet, begint Kalliope enthousiast te vertellen over de kruiden in haar zaak en de helende werking van de natuur. Voor elke kwaal is hier wel een oplossing voorhanden. Last van acne? Gebruik een gezichtcrème met propolis, ook wel kithars genoemd. Uitgeschoten met de kaasschaaf? Calendulazalf biedt verlichting.
Leestip: Dionysos was meer dan alleen een ‘feestgod’
Wat volgt is een uitvoerige proeverij van medicijnen die hier in de omgeving gewoon voor het oprapen liggen; alle oliën, kruidenextracten en smeersels worden gemaakt van wat er op Kalymnos groeit. Toch springt de werking van één geneesmiddel erbovenuit: de zoete, rode muskaatdruivenwijn op lege maag stijgt direct naar mijn hoofd.
Met rode blossen op mijn wangen stap ik in de auto waarmee Kalliope en Elias ons naar de plek brengen waar de kruiden van Naturally Kalymnos, zoals hun zaak heet, worden geplukt. De vruchtbare Vathivallei, in het oosten van Kalymnos, is wat ik me voorstel bij de hof van Eden. Overal groeien kruiden, zoemen bijen en proberen felle kleuren vat te krijgen op mijn zintuigen.
Van Adam en Eva is weliswaar geen spoor te bekennen, maar de appels aan de appelboom laat ik voor de zekerheid links liggen, je weet maar nooit. Van alle genezende middeltjes die je op Kalymnos kunt vinden, is een middag doorbrengen in deze tuin misschien wel het beste medicijn dat Kalliope en Elias te bieden hebben.
Een deksel van as
Het grote voordeel van een leven op zee is de stilte en rust. Zelfs de kenmerkende witte huisjes bovenaan de loodrechte rotswanden van het drukbezochte Santorini, een vulkanische eilandengroep die door de Engelse schrijver Lord Byron twee eeuwen geleden werd opgehemeld als ‘de enige plaats die me ooit voldoening gaf’, ogen vanaf het water verlaten.
Nog altijd is het uitzicht over de caldera vanaf Thira, de hoofdplaats van het gelijknamige eiland, ongeëvenaard. Maar inmiddels moet je het wel delen met duizenden instagrammende toeristen. Althans, wanneer de aardkorst zich rustig houdt.
Bij aankomst ervaren we hoe de ingeblikte sardientjes in het laadruim van de Marina Star zich moeten voelen. Het contrast kan haast niet groter wanneer we een dag later, mijn laatste als koerier-op-zee, de zeilen hijsen om door te varen naar Thirasia. Het kleine zusje van Thira en westelijkste eiland van Santorini is alleen per boot te bereiken en daarom veel minder drukbezocht.
Onderweg maken een korte stop bij Akrotiri, een stad die zo’n 3700 jaar geleden werd bedolven onder een deken van as. Een verwoestende vulkaanuitbarsting van pompeïsche proporties gaf Santorini destijds zijn kenmerkende vorm, en toverde het heuvellandschap om in een oase waarvan wijnboeren nu de vruchten plukken.
Nog een laatste keer peddel ik met de dinghy naar de kant, om vervolgens haast in mijn eentje door de zorgvuldig opgegraven stad te dwalen. Wanneer ik een uur of twee later weer terugloop naar de rubberboot op het strand, staan de eerste toeristenbussen op het parkeerterrein al te blazen in de volle zon – drukte die tot mijn grote plezier op zee tien dagen lang volledig langs me heen is gegaan.
Met hulp van een licht briesje gaat het de Marina Star de rest van de dag voor de wind. We varen dwars door het oog van de vulkaan, langs het onbewoonde eiland Nea Kameni, alvorens aan te meren bij Thirasia. In een uurtje klim ik zigzaggend naar het dorp, in de hoop nog een laatste keer te worden getrakteerd op een fraaie zonsondergang.
Leestip: Drukte op Santorini vermijden? Kies dan voor het rustige Griekse eiland Milos
Vanaf het panoramische terras van een compleet uitgestorven restaurant kijk ik uit over Nea Kameni en Thira, dat vanaf deze plek weer lijkt te zijn veranderd in een vredige sliert kerstlichtjes die zorgvuldig over het rotsachtige eiland is gedrapeerd.
Op het water in de caldera zoeken twee gigantische cruiseschepen naar een plekje om de opvarenden het beste van de ondergaande zon te kunnen bieden. Uit de schoorsteen van de megaschepen kringelen donkere rookpluimen.
Loucas kijkt het met lede ogen aan. ‘Ik ben tien maanden per jaar op het water,’ vertelt hij, terwijl de flessen wijn en olijfolie weer op tafel verschijnen. ‘Daarvan slaap ik er zes buiten, op het dek.’ Hij peinst er niet over om zich permanent op het land te vestigen. En de twee cruiseschepen in de verte geven hem alle reden om door te blijven varen. Met om hem heen niets dan het geluid van de golven.
Aegean Cargo Sailing maakt twee keer per jaar een ronde over de Egeïsche Zee. Wie het initiatief wil steunen – of simpelweg een onvergetelijke zeilreis wil maken – kan een deel van de route meevaren. Klik hier voor meer informatie.