Dit verhaal is tot stand gekomen in samenwerking met Zwitserland Toerisme.
‘Italië ligt zo dichtbij dat als ik een fles spumante opentrek, ze de kurk aan de overkant kunnen vangen.’ Vanuit de wijngaarden op de hellingen boven Brissago, bekend om zijn sigarenfabriek en het pelgrimskerkje van Santa Maria Addolorata, waarvan wordt gehoopt dat het op de Unesco-werelderfgoedlijst komt, werp ik een blik over het landschap.
Zonovergoten Ticino
Palmen, oleanders en olijfbomen groeien in de tuinen van pastelkleurige palazzi en op de terrassen langs de waterkant wordt spritz gedronken. ‘De mediterrane invloeden zijn lastig over het hoofd te zien,’ beaamt Fabio Zanini, wijnmaker, in symfonisch Italiaans. ‘Niet alleen omdat Ticino deel uitmaakte van het hertogdom Milaan, maar vooral vanwege het klimaat. Hier begint het zuiden.’
Omdat de Alpen de streek beschermen tegen slecht weer uit het noorden, is Ticino het kanton met de meeste zonuren. ‘En dat is goed voor de landbouw. Op de oevers van het Lago Maggiore wordt van alles geproduceerd: wijn, rijst, pasta, kaas, kastanjes, hammen, maar ook appels en peren.’
Met de kabelbaan terug naar de Middeleeuwen
Dieper in het binnenland voorkomen de Alpen dat het leven niet té exotisch wordt. In een bungelend kabelbaantje word ik over de naaldbossen van het Centovallidal gehesen. Een vlucht van nog geen tien minuten, waarna ik uitstap in de Middeleeuwen: Rasa. Het stenen dorp ligt op een negenhonderd meter hoog terras en ziet eruit zoals het er eeuwen geleden uitzag.
Een centraal kerkje waarvan de geopende zijdeuren uitkijken op besneeuwde bergtoppen, omringd door een handvol huizen van natuursteen. Slenterend door de steegjes ontdek je van alles: volkstuintjes, een kinderboerderij, een atelier en Grotto Rasa, een rustieke plek waar je met uitzicht op de kerk en bergen saffraanrisotto en kastanjetaartjes eet.
Alles gebeurt hier te voet, want wegen zijn er niet in Rasa, het laatste autovrije dorp van Ticino. Behalve de kabelbaan die het dozijn overgebleven bewoners van Rasa heen en weer brengt, verbinden alleen wandelpaden het dorp met de rest van het Centovallidal.
Waar de bergen de enige buren zijn
In Dagro zijn ook de laatste permanente bewoners vertrokken. In het verleden werd het bergdorp bewoond door boeren en herders die van landbouw en veeteelt leefden. Sommige van de traditionele huizen – fundering van stapelstenen, houten wanden en leistenen daken – zijn gerenoveerd tot vakantiehuis, en er is een grotto waar bezoekers authentieke berggerechten kunnen eten.
Omdat de weg vanwege sneeuwval is gesloten, neem ik de kabelbaan Malvaglia-Dagro omhoog naar een hoogte van 1400 meter. De antieke huizen, enkele van de oudste van Ticino, staan zo opeengepakt dat het uitzicht op de besneeuwde bergwereld wegvalt. Ik verdwijn in een wirwar van smalle steegjes en binnenplaatsjes, waar houtblokken tegen de wanden liggen opgestapeld.
Ik voel me opgelucht als ik de uitgang weer gevonden heb. Om het verlaten dorp van een afstand te bekijken, klim ik via de wandelpaden hoger de berg op, maar dat gaat niet van een leien dakje. Bij elke poging glijd ik door de laatste sneeuw van het seizoen terug naar Dagro, de middeleeuwen in.
Rustplaats voor reizigers en heiligen
‘Een van de mooiste dorpen van Zwitserland heb ik voor het laatst bewaard.’ Gids Julie, een Amerikaanse die voor twee liefdes – een echtgenoot en het bergachtige binnenland – naar Ticino verhuisde, wijst naar het dorp op beide oevers van de Ticino. Via stenen bruggen is ook het eiland in het midden van de rivier met Giornico verbonden. Dezelfde bruggen waarover handelsreizigers het dorp binnenkwamen na een lange tocht door de Alpen.
‘Giornico lag op een belangrijke handelsroute en werd gezien als een strategische rustplaats. Je kon er goed eten krijgen en de paarden laten uitrusten. Hier, op nummer 4, verbleef Margaretha van Parma, dochter van Karel V en landvoogdes van de Nederlanden, maar ook andere hoogwaardigheidsbekleders.’
Zeven kerken telt het achthonderd inwoners tellende dorp. ‘Als je er een eentje moet bezoeken: de twaalfde-eeuwse San Nicolao, het best- bewaarde Romaanse bouwwerk van Ticino. Om de fresco’s en sculpturen te kunnen zien, gooi je een muntstuk in een apparaatje. Dan schiet het licht aan en onthult Sint-Nicolaas zich vanzelf.’
Meer bijzondere bestemmingen in Ticino? Bekijk ze hieronder!