Een ruimtestation ter grootte van een vrachtwagen is zes jaar na zijn lancering onbestuurbaar geraakt. Het gevaarte ligt op ramkoers met de aarde en kan op een willekeurig moment tussen nu en volgend jaar april neerstorten.

Het achtenhalve ton zware ruimtevaartuig is China's eerste ruimtestation, genaamd Tiangong-1, wat iets betekent als ‘Hemels Paleis'. Het station werd in september 2011 in een baan rond de aarde gebracht en was bedoeld voor tests met robottechnologie. Tijdens zijn levensduur werd het aan verschillende andere ruimtevaartuigen gekoppeld en werd het bezocht door verscheidene taikonauten. De ervaring die werd opgedaan met dit ruimtestation vormde de basis voor een permanent ruimtestation dat de Chinezen binnen afzienbare tijd willen lanceren.

Op 4 mei 2017 bracht China een rapport uit aan de Verenigde Naties, waarin stond dat Tiangong-1 sinds 16 maart 2016 niet meer in operatie was. Hoewel het niet meer wordt gebruikt, is het ruimtestation nog wel intact.

Maar het ruimtevaartuig vliegt nu in een baan op ruim driehonderd kilometer van de aarde en begint wrijving te ondervinden van de dichte buitenste laag van de atmosfeer. Het heeft geen stuwraketten om weer in een hogere baan terecht te komen en verliest elke dag zo'n 160 meter hoogte. Gezien dat tempo zal het station ergens tussen oktober 2017 en april 2018 in rook opgaan tijdens zijn terugkeer in de atmosfeer.

Afgelopen week nog werd het Midden-Oosten opgeschrikt toen een ruimteobject een spoor achterliet boven de skyline van een stad in de Verenigde Arabische Emiraten. Maar volgens meldingen ging het waarschijnlijk om een Russisch vrachtruimteschip vol rommel dat onlangs vertrok vanaf het Internationaal ruimtestation ISS en waarvan het de bedoeling was dat het zou verbranden bij zijn terugkeer in de atmosfeer.

Het is nog niet bekend wanneer Tiangong-1 weer in de atmosfeer terugkeert, omdat de dichtheid van de buitenste laag van de atmosfeer afhankelijk is van de zonneactiviteit, aldus astronoom Jonathan McDowell van het Amerikaanse Harvard-Smithsonian Center for Astrophysics.

“We kunnen de datum op het moment alleen met een marge van een maand of twee voorspellen. Het wordt ongeveer januari,” legt hij uit. “Op het moment dat het nog zo’n 24 uur duurt voor het zover is, kunnen we de terugkeer op een uur of drie nauwkeurig voorspellen."

Het is ook lastig om te zeggen waar op de aarde het schroot zal neerkomen. Het ruimtestation legt elke drie uur twee rondjes rond de aarde af, en volgt een baan tussen 42 graden noorderbreedte en 42 graden zuiderbreedte.

“Dus eigenlijk kunnen we alleen zeggen dat het ergens tussen die breedtegraden zal neerkomen. Meer kunnen we daarover niet zeggen, tot het moment dat het station daadwerkelijk is neergestort", aldus McDowell.

Verwacht wordt dat het ruimtestation uiteenvalt bij zijn terugkeer in de atmosfeer. Er is een kleine kans dat enkele brokstukken van zo'n honderd kilo op aarde terecht zullen komen. Maar in hun rapport aan de Verenigde Naties stellen de Chinezen dat de kans klein is dat brokstukken de gloeiendhete duikvlucht zullen doorstaan.

“Het is erg onwaarschijnlijk dat er voor het luchtverkeer of op de grond gevaar of schade ontstaat,” staat in het Chinese rapport.

McDowell beaamt dat. Hij vermoedt dat enkele kleine fragmenten het aardoppervlak zullen bereiken, maar voegt daaraan toe dat de kans dat er letsel of schade ontstaat minimaal is. Hij wijst erop dat Tiangong-1 tien keer zo klein is als het ruimtestation Skylab van NASA en het Russische Mir-station. Toen die stations neerstortten, sloegen enkele brokstukken in op aarde, maar alleen in verafgelegen, onbewoonde gebieden.

Waar ruimteagentschappen en satellietondernemingen zich veel meer zorgen over maken, zijn mogelijke botsingen tussen de meer dan vijftigduizend stukken ruimteafval die in een baan rond de aarde zweven.

“Ruimteafval vormt een steeds groter probleem, maar dan vooral vanwege het risico van botsingen met satellieten, en niet zozeer omdat er dingen uit de lucht zouden vallen,” stelt hij. “Als we niet opletten, kunnen we straks de ruimte niet meer in vanwege alle troep die er rondvliegt.”

Dus in plaats van zich zorgen te maken, kunnen sterrenkijkers Tiangong-1 gemakkelijk in de gaten houden op weg naar zijn laatste rondje. Het station is met het blote oog zichtbaar en het verschil met een vliegtuig is niet moeilijk te zien: net als vele andere satellieten en het ISS kun je Tiangong-1 herkennen als een wit licht dat niet knippert en snel door de lucht schiet.

Mensen die in een gebied wonen rond de middenbreedtegraden in zowel het noordelijk als het zuidelijk halfrond hebben de meeste kans het station te zien, afhankelijk van de datum. In de tweede helft van oktober is het sterachtige station goed te zien voor waarnemers op het zuidelijk halfrond, en vanaf begin november geldt dat voor sterrenkijkers op het noordelijk halfrond. Wie in een gebied boven de zestigste breedtegraad woont heeft pech, omdat het station dan nooit boven de horizon uitkomt.

De precieze tijden waarop je moet gaan kijken zijn te vinden door je locatiegegevens in te voeren op een van de speciale websites daarvoor, zoals Heavens Above. Als je op een bepaalde datum klikt, kun je zelfs een hemelkaart krijgen waarop je kunt zien waar je moet kijken.

Gaat het lukken om Tiangong-1 in het vizier te krijgen voordat hij aan zijn laatste reis begint? De enige manier om daarachter te komen is naar buiten gaan en omhoogkijken.

Mooie nachten!

Andrew Fazekas, de Night Sky Guy, is de auteur van Star Trek: The Official Guide to Our Universe. Volg hem op Twitter, Facebook en zijn website.