Mei 2002

De dood van een grote ster is veel spectaculairder dan de laatste stuiptrekkingen van sterren zoals de zon. De extra massa van een grote ster zorgt namelijk voor een grotere zwaartekrachtcompressie en een hogere temperatuur in de kern. De koolstof die was ontstaan uit de fusie van helium wordt verbruikt voor de productie van zwaardere elementen als zuurstof en silicium, die op hun beurt ook worden verbruikt.

Bij de kernfusiereacties wordt uiteindelijk ijzer gevormd, het definitieve eindproduct van kernfusiereacties: ijzeratomen zullen nooit spontaan fuseren, en dus komt de energieproductie tot stilstand. De ster kan nu geen weerstand meer bieden aan de zwaartekracht, en onder invloed van de druk en temperatuur in de kern beginnen elektronen en protonen samen te smelten tot neutronen. De kern stort in en vormt op die manier een neutronenster. De buitenste laag van de ster wordt de ruimte ingeblazen tijdens een enorme explosie die bekendstaat als ‘supernova’. Tijdens zo'n explosie ontstaan via kernfusiereacties allerlei zwaardere chemische elementen die in de interstellaire ruimte terechtkomen.

Daar zullen ze functioneren als bouwstenen voor nieuwe sterren en planetenstelsels.
Je kunt zware sterren (hyperreuzen) beschouwen als gigantische fabrieken waarin het oerelement waterstof wordt omgezet in vrijwel alle elementen van het periodiek systeem.

De ruimte verder verkennen? Ga op reis door het heelal in de ruimtespecial van National Geographic.