Valerie Johnson houdt van reizen en het buitenleven. Voor haar volgende uitstapje gaat ze naar Walden Pond, een meer in de Amerikaanse staat Massachusetts. Maar de 27-jarige Texaanse heeft daarvoor geen vliegticket nodig; het enige dat ze nodig heeft is een videogame.
Bij Johnson werd onlangs idiopathische intracraniële hypertensie vastgesteld, een neurologische aandoening die onder meer kan leiden tot hoofdpijn, beperkt gezichtsvermogen en gewrichtspijn. Reizen, vooral in de natuur, is een uitdaging met dergelijke symptomen. “Ik ben bang dat ik verdwaal tijdens het wandelen, of dat ik moeite heb om naar mijn auto terug te komen,” vertelt ze. “Het lijkt me dus heel leuk om te gaan kamperen en wandelen, maar ik durf het niet goed aan om op pad te gaan.”
Gelukkig bleken videogames een uitkomst voor Johnson, en niet alleen voor haar. In een tijd waarin mensen massaal naar nationale parken en andere natuurgebieden trekken, bleken videogames verrassend genoeg een hulpmiddel, een nieuwe manier waarop miljoenen Amerikanen met een beperking of chronische aandoening toch toeristische uitstapjes in de natuur kunnen maken.
Reizigers met en zonder beperkingen kunnen vanuit huis allerlei bestemmingen bezoeken, zonder het hoofd te hoeven bieden aan de onvoorspelbaarheid van de natuur. Voor Johnson is dat bijvoorbeeld door in te loggen op Walden, A Game, een zogenaamde ‘openwereldsimulatie’ waarin spelers het woud waarin filosoof Henry David Thoreau verbleef van dichtbij kunnen verkennen. Via de game kan Johnson ervaren hoe de wind door de bomen in het woud ruist en kan ze de hoge pijnbomen bewonderen langs de oever van het populaire meer.
Natuur als medicijn
Er zijn talloze bewijzen voor de gezondheidsvoordelen van een verblijf in de natuur. Uit een in 2019 gehouden onderzoek bleek dat minstens twee uur per week buiten zijn leidt tot een daling van de cortisolspiegel (cortisol veroorzaakt stress) en een afname van de kans op ziekte en geestelijke problemen.
Dergelijke voordelen kunnen van grote invloed zijn op het leven van mensen met een beperking, die vaak last hebben van depressieve gevoelens, stress en angsten. Onderzoek wees uit dat een verblijf in de natuur in de vorm van het zogenaamde bosbaden of zelfs tuinieren verlichting van chronische pijn kan opleveren en symptomen van een winterdepressie in de koudere maanden kan voorkomen.
(Eropuit trekken kan onze overspannen hersenen tot rust brengen. Dit is waarom.)
Maar hoewel mensen met beperkingen baat kunnen hebben van een verblijf in de natuur, is dat vaak niet voor hen weggelegd. Paul Martin, een enthousiaste onlinegamer die gebruikmaakt van een rolstoel en krukken, ondervond dit van dichtbij tijdens een trip naar het Yosemite National Park. “Er waren heel weinig dingen die ik kon doen of waar ik naartoe kon,” vertelt hij. “Voor mij geen wandeling op de Half Dome.”
Lees ook: Zal ‘virtueel reizen’ ook na de pandemie populair blijven?
Wandelpaden en onverharde wegen zijn niet altijd begaanbaar met krukken of een rolstoel. “Op bepaalde soorten ondergrond kan ik met mijn krukken onderuitgaan,” aldus Martin. “Ik ben dol op vissen, maar het kan voor mij gevaar opleveren om in de buurt van het water te komen.”
Deze risico’s dragen ertoe bij dat zo’n 3,6 miljoen Amerikanen met een beperking nauwelijks het huis uit komen, laat staan dat ze een uitstapje naar een nationaal park of een natuurgebied plannen, aldus een rapport van het Bureau of Transportation in de VS.
En op dat gebied kunnen levensechte, nieuwe videogames, met een focus op het buitenleven een uitkomst zijn voor aan huis gekluisterde reizigers. Uit onderzoek blijkt dat virtuele beleving van de natuur, via foto’s, video’s en geluidsopnamen, dezelfde therapeutische voordelen opleveren als een fysieke ervaring. Zo ontdekten Zwitserse artsen in 2017 dat ic-patiënten sneller herstelden wanneer ze een VR-headset op kregen met natuurbeelden.
(Kun je niet op reis? Het plannen van een trip is goed voor je mentale gesteldheid.)
Werelden bouwen
Videogames zijn weliswaar simulaties, maar ze kunnen een groter effect hebben dan videotours of fotoseries. “Als je een film of video bekijkt, ben je als toeschouwer in een passieve situatie,” stelt Sid Dobrin, de auteur van Mediating Nature: The Role of Technology in Ecological Literacy. “Als je een videogame speelt, ben je in zekere mate actief betrokken.”
Zo moeten spelers in Thru-Hiker’s Journey besluiten waar ze willen verblijven, welke voorraden ze mee willen nemen en hoe ze moeten reageren op noodsituaties die zich mogelijk voor kunnen doen bij wandeltochten door de Appalachen.
“Dergelijke games zorgen er natuurlijk niet voor dat het echte Appalachian Trail rolstoelvriendelijker wordt, maar maken wel allerlei ervaringen mogelijk voor mensen die er niet fysiek naartoe kunnen,” voegt Dobrin nog toe.
(Ontdek hoe kinderen contact met elkaar kunnen hebben via videogames in deze tijden van isolatie.)
Technologische toepassingen als fotogrammetrie en lidar maken de videogames nog realistischer. Lidar (een afkorting van Light Detection and Ranging) wordt tegenwoordig in sommige smartphones toegepast, maar werd al sinds de jaren zestig ingezet in vliegtuigen om de afstand tot de aarde te meten. Voor deze scanmethode wordt gebruikgemaakt lasers die infrarood licht uitzenden dat terugkaatst van objecten. Dit levert een nauwkeurige meting op van de afstand van het object. Voor fotogrammetrie wordt gebruikgemaakt van verschillende, overlappende foto’s die uit minstens twee verschillende hoeken zijn genomen, wat een 3D-afbeelding van een object oplevert.
Lees ook: Zullen er nog kunstmusea zijn als de pandemie voorbij is?
“Met deze twee technieken is het heel goed mogelijk om zeer realistische 3D-weergaves te maken van een bestaande omgeving,” vertelt auteur Alenda Chang van Playing Nature: Ecology in Video Games.
Dit houdt in dat videogames waarin deze technologie wordt toegepast zorgen dat de gesimuleerde omgeving meer diepte en breedte krijgt. Op een foto zie je mogelijk een fraaie, realistische afbeelding van een grote kei; in een videogame kun je eromheen lopen en er zelfs bovenop “springen”.
Naast dit soort geavanceerde technologie bieden sommige gameontwikkelaars ook andere snufjes. Zo werkten de ontwerpers van USC Game Innovation Lab voor Walden, A Game samen met vogelaars en experts op het gebied van wilde dieren, om Walden Pond na te bootsen in de tijd dat Thoreau leefde, waarbij ze zich baseerden op zijn overtuiging dat er in het gebied acht ‘microseizoenen’ waren, in plaats van de vier gebruikelijke seizoenen.
“De struiken en planten, de kleur en het licht op het meer, de wind, de lucht, het weer - dat is allemaal anders in de acht verschillende seizoenen in ons spel,” vertelt de directeur van het lab, Tracy Fullerton. “We willen een beeld geven van het scala aan emoties die samenhangen met een levensjaar in het woud.”
Voor Johnson maakt het een groot verschil dat ze via de game Walden kan bezoeken op elk moment van het jaar, omdat weersomstandigheden bij haar migraine kunnen oproepen en haar lichaamstemperatuur kan verstoren. “Ik wil de seizoenen kunnen ervaren zonder dat ik in de problemen kom door de kou of de hitte,” vertelt ze. “Ik wil mijn ogen dicht kunnen doen en toch het gevoel hebben dat ik daar ben.”
(Ontdek archeologen met behulp van lasers een verborgen stad van de Maya’s ontdekten.)
Videogames maken van bestemmingen
Videogames vormen al een afleiding voor mensen sinds William Higinbotham in 1958 een oscilloscoop van een simpel tennisspelletje introduceerde. Tegenwoordig telt de VS miljoenen spelers van videogames. Tijdens de pandemie nam dat aantal aanzienlijk toe, omdat meer mensen op zoek waren naar afleiding tijdens de quarantaine.
Organisaties op het gebied van toerisme spelen handig in op deze trend, door videogames te maken van bestemmingen. Onlangs stelde de Europese Unie financiering beschikbaar voor de ontwikkeling van veertig games voor locaties op acht bestemmingen. In een van dit prototypes staat de historische Vilanova in Spanje centraal. Spelers gaan op avontuur in het Middellandse Zeegebied en leren intussen meer over de geschiedenis en cultuur van de regio.
Lees ook: Reconstructie 1800 jaar oude maliënkolder met behulp van videogame-technologie
Hoewel deze ontwikkeling een hoop goeds belooft, zijn videogames geen vervanging voor persoonlijke accommodaties die voor iedereen toegankelijk zijn. Zorgen voor betere toegankelijkheid is een voortdurend streven - en een uitdaging - binnen het natuurtoerisme. Organisaties als het Amerikaanse Disabled Hikers roepen beheerders van bestemmingen in de natuur op om te zorgen dat wandelpaden beter begaanbaar zijn voor reizigers met beperkingen. Sommige parken en dierentuinen hebben prikkelarme zones ingesteld voor bezoekers met autisme.
(Dit is waarom toegankelijkheid van nationale parken een belangrijk onderwerp is.)
Het is niet altijd eenvoudig om een goede balans te vinden tussen natuurbehoud en -bescherming aan de ene kant en toegankelijkheid aan de andere kant. “Ik ben bang dat als je hellingen, liften en andere betonnen constructies neerzet, je schade toebrengt aan wat die plek bijzonder maakt, en mogelijk ook aan de natuur,” stelt Martin. “Hoewel ik een van de mensen ben die er dan niet naartoe kan, vind ik het toch belangrijk om de natuur zoveel mogelijk te beschermen.”
Intussen dragen videogames bij aan het overbruggen van de problemen. “Gamen is in het afgelopen jaar van quarantaine enorm toegenomen, omdat nu iedereen vastzat in huis,” aldus Martin. “Voor mij was gamen altijd al een uitlaatklep. Games zijn mijn venster op de wereld.”
Laken Brooks is een freelance auteur die over beperkingen en welzijn, cultuur en technologie schrijft voor onder meer CNN, Washington Post, Forbes en ander media.
Dit artikel werd oorspronkelijk gepubliceerd in het Engels op nationalgeographic.com