In een actieve vulkaan in het noordwesten van Tanzania die door de Masaï de ‘Berg van God’ wordt genoemd, rommelt het al een tijdje – een teken dat een uitbarsting op komst is.

De ruim 2300 meter hoge Ol Doinyo Lengai is voor zover men weet de enige actieve vulkaan die lava uitstoot met een hoog gehalte aan de gesteentesoort carbonatiet. Deze zeer vloeibare, zilverkleurige lava stroomt sneller dan een mens kan lopen.

De vulkaan ligt op 112 kilometer van de stad Arusha en op minder dan 115 kilometer van enkele van de belangrijkste antropologische vindplaatsen ter wereld: de beroemde Olduvaikloof, Laetoli en Engare Sero, een ‘danszaal’ met voetafdrukken van prehistorische Homo sapiens.

De activiteit van de vulkaan is doorgaans beperkt tot zijn top, maar af en toe kan de ‘Berg van God’ luider brullen: op 4 september 2007 braakte de berg een aswolk uit die zich aan de lijzijde bijna achttien kilometer ver uitstrekte. Lava die van de noord- en westhelling stroomde, veroorzaakte stukken verschroeide aarde die vanuit de ruimte waren te zien.

D. Sarah Stamps, geofysicus aan Virginia Tech, werkt samen met plaatselijke academici om de volgende grote uitbarsting te kunnen voorspellen. In juni 2016 installeerden zij en haar collega’s vijf positiesensoren rond de Ol Doinyo Lengai, in de hoop inzicht te krijgen in de wijze waarop de vulkaan wordt vervormd door het ondergrondse magmareservoir.

Samen met de Tanzaniaanse Ardhi Universiteit en het Zuid-Koreaanse KIGAM, (Korean Institute of Geoscience and Mineral Resources) heeft Stamps een waarschuwingssysteem opgezet waarmee gegevens over de activiteit van de vulkaan in realtime worden verzameld.

Op 17 januari 2017 zag Stamps in de gegevens van een van die stations een rilling, een teken dat de vulkaan niet alleen maar bromt, maar dat delen van de berg omhoog worden gestuwd.

“We zagen meerdere opeenvolgende signalen in realtime, naast observaties van onze technicus ter plekke,” zegt Stamps. “Deze signalen leidden tot de snelle installatie door ons team van drie nieuwe realtime-stations” – een project dat werd gefinancierd door de National Geographic Society.

Op basis van de gegevens die ze zien, waarschuwen Stamps en haar collega’s voor een spoedige uitbarsting.

“Spoedig betekent in dit geval over één seconde, binnen een paar weken of over een jaar of meer,” schrijft ze in een e-mail.

“Er wordt meer en meer as uitgestoten, er zijn meer aardbevinkjes, kleinere vulkaankegels worden verder naar boven gestuwd en in de top van de vulkaan wordt een scheur aan de westzijde steeds breder,” voegt ze eraan toe. “Dat zijn allemaal tekenen dat de vulkanische vervorming vroeg of laat tot een uitbarsting zal leiden.”

A party of more than a dozen adults and adolescents left footprints in volcanic ash at Tanzanias Engare Sero site between 5000 and 19000 years ago
A party of more than a dozen adults and adolescents left footprints in volcanic ash at Tanzania’s Engare Sero site between 5,000 and 19,000 years ago.
Robert Clark&& National Geographic Creative

Modderstromen

Stamps merkt op dat een uitbarsting op zichzelf geen groot gevaar betekent voor de naburige paleoantropologische vindplaatsen, een mening die wordt gedeeld door Cynthia Liutkus-Pierce, een geologe aan de Appalachian State University aan wie een beurs van National Geographic werd toegekend en die onlangs leiding gaf aan het team dat de voetafdrukken van Engare Sero analyseerde.

In een e-mail die werd verstuurd vanaf een plek op negenenhalve kilometer van de vulkaan, berichtte Liutkus-Pierce dat de vulkaan vanuit haar gezichtspunt rustig leek en dat de plaatselijke Masaï zich niet al te veel zorgen maakten over een uitbarsting.

Maar als een grote uitbarsting samenvalt met een zwaar regenseizoen, kunnen modderstromen (lahars) – als gevolg van de as die door de vulkaan wordt uitgestoten­ – Engare Sero en naburige vindplaatsen treffen, zegt Liutkus-Pierce.

“Historisch gesproken is de Lengai in staat grote modderstromen en puinlawines te produceren, die tot aan het Natronmeer kunnen reiken. Die stromen zouden een aanzienlijke bedreiging van de vindplaats en de mensen in de kampementen en langs de oever van het meer kunnen betekenen,” zegt ze.

“Dat is mijn grootste zorg voor dit gebied: de mogelijkheid van een modderstroom of puinlawine.”

Het toeval wil dat de voetsporen van Engare Sero alleen maar bewaard zijn gebleven omdat zich tussen de vijf- en negentienduizend jaar geleden een soortgelijk scenario heeft afgespeeld.

In die periode spoelde een stroom van vulkanische modder na zware regenval van de hellingen van de Ol Doinyo Lengai en vormde een uitgestrekte moddervlakte langs de oever van het Natronmeer. De vlakte moet enkele uren of dagen na de gebeurtenis zijn overgestoken door een groepje prehistorische mensen. Een tweede golf van modder vulde daarna de voetafdrukken op, waardoor ze werden bewaard.

Liutkus-Pierce schrijft dat de ‘danszaal’ van Engare Sero zelfs in het ergste scenario behouden blijft. Haar onderzoeksteam heeft foto’s in hoge resolutie van de voetsporen gemaakt en zou ze indien nodig in 3D kunnen reconstrueren en zelfs kunnen uitprinten.

“Op die manier hebben we de vindplaats in feite bewaard, mocht zich een natuurramp voordoen,” schrijft ze.