In een gebied dat nu tot Patagonië in het zuiden van Argentinië behoort, barstte miljoenen jaren geleden een vulkaan uit, waarbij een reusachtige caldera werd gevormd. De krater liep vol met water en werd uiteindelijk een meer waarin talloze planten, insecten en andere levensvormen gedijden. Na verloop van tijd werden deze wezens in afzettingen van slib en as op de bodem van het meer gefossiliseerd, waardoor een soort geologische jackpot voor moderne paleontologen ontstond.

De oeroude meerbodem heeft nu een wel heel opmerkelijke nieuwe schat prijsgegeven:fossielen van een 52 miljoen jaren oude boom die tot nu toe nog nooit in het zuidelijk halfrond is aangetroffen, wat erop wijst dat deze soort zich daar heeft ontwikkeld.

Deze closeup toont het fossiel van een volgroeide Castanopsisvrucht met vier noten die zijn gemineraliseerd tot zwarte kool en nog altijd in hun cupules bolsters zitten De bovenste cupule was opengebarsten
Deze close-up toont het fossiel van een volgroeide Castanopsis-vrucht met vier noten die zijn gemineraliseerd tot zwarte kool en nog altijd in hun cupules (bolsters) zitten. De bovenste cupule was opengebarsten.
Peter Wilf, Penn State

Gefossiliseerde vruchten en bladeren uit het meer, de Laguna del Hunco, behoren tot het geslacht Castanopsis. Deze soorten worden ook wel chinkapins genoemd en komen tegenwoordig voor in de regenwouden van Zuidoost-Azië. Chinkapins lijken erg op bomen van het nauw verwante geslacht Castanea, de kastanje, en brengen eetbare noten en “ongelooflijke, stekelige vruchtbekers” voort, zegt paleobotanicus Peter Wilf van de Penn State University, die deel uitmaakte van het team dat de vondst vorige week in het tijdschrift Scienceheeft beschreven.

De ontdekking biedt wetenschappers meer inzicht in de ontstaansgeschiedenis van een commercieel en ecologisch belangrijke plantengroep: Castanopsis maakt deel uit van de beuken- of napjesdragersfamilie (Fagaceae), waartoe ook bloemdragende bomen als beuken en eiken behoren.

“Dit zijn de bomen die de structuur van wouden op het gehele noordelijk halfrond en in de Aziatische tropen bepalen. Ze zijn absoluut alomtegenwoordig,” zegt Wilf, die zijn onderzoek in samenwerking met de Cornell University en het Argentijnse Museo Paleontológico Egidio Feruglio verrichtte. Als houtbomen vormen deze bomen volgens Wilf ook een “brandpunt in het netwerk van voedselketens,” omdat ze niet alleen knaagdieren, vogels en insecten, maar ook mensen en andere zoogdieren van voedsel voorzien.

“Ik vind het mooi om te zien dat ze overal in de paleontologische archieven opduiken, want ze zijn vanuit ecologisch en economisch oogpunt van enorm belang,” schrijft boombiologe Meg Lowman, directeur van de ngo Tree Foundation, in een e-mail. National Geographic-onderzoekster Lowman was niet betrokken bij het nieuwe onderzoek.

Deze bladeren behoren toe aan een levende Castanopsis javanica of Javaanse schijnkastanje
Deze bladeren behoren toe aan een levende Castanopsis javanica of Javaanse schijnkastanje.
DeAgostini/Getty Images

Volhardende boom

Maar wat doet een Zuidoost-Aziatische boomsoort in Patagonië? Het antwoord is gelegen in klimaatveranderingen en verschuivende continenten.

Toen de fossielen op de bodem van het meer werden gevormd, bevond de aarde zich in het tijdperk van het Eoceen, een warme periode waarin Zuid-Amerika, Antarctica en Australië nog dicht bij elkaar lagen, kort voordat het zuidelijke supercontinent Gondwana definitief uiteenviel. Een gebied dat nu het koude en droge Patagonië is, was destijds een koel, vochtig regenwoud, een klimaat dat tegenwoordig kan worden aangetroffen in de bergen van Borneo en Nieuw-Guinea. Daar groeien ook de chinkapins van nu, op bijna 13.000 kilometer van de Laguna del Hunco.

“Dit onderzoek werpt licht op het belang van de Fagaceae, die vanwege hun commerciële en ecologische rol al uitgebreid zijn gedocumenteerd, als cruciaal verband binnen de botanische archieven uit Gondwana,” zegt Lowman.

De ontdekking van een fossiele boom op een plek die zó ver van zijn huidige habitat is verwijderd, vertelt een verhaal van miljoenen jaren van overleving.

Deze planten hebben gedurende tientallen miljoenen jaren wereldwijde klimaatveranderingen, het uiteenvallen van Gondwana en de verplaatsingen van continenten overleefd en zijn daarbij altijd de habitat van hun voorkeur gevolgd,” zegt Wilf. De hoop is natuurlijk dat dit verhaal niet in ons tijdperk met het verdwijnen van deze soorten eindigt. Nu menselijke activiteiten als ontbossing onverdroten doorgaan, worden veel chinkapins met uitsterving bedreigd, zegt Wilf, die al twintig jaar lang opgravingen in en rond de Laguna del Hunco doet en van plan is daar te blijven werken.

“De bomen kunnen zich niet aanpassen, want de geologische tijd en ruimte die ze tot hun beschikking hebben, is te klein,” zegt hij. Maar dit soort ontdekkingen kunnen volgens Wilf het bewustzijn bij het publiek vergroten en aansporen tot meer beschermingsmaatregelen.

“Paleontologie leidt tot conservering,” zegt hij. “We beginnen de oeroude geschiedenis van deze habitats te ontdekken en ook te zien hoe belangrijk het is om ze te behouden – want als we ze kwijtraken, komen ze niet meer terug.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com