Ruim honderdduizend jaar geleden besloot een vroege verwant van de mens in een gebied dat nu in het oosten van China ligt om een stuk bot met snijwerk te versieren. Omringd door de gefragmenteerde skeletten van geslachte dieren, koos de prehistorische kunstenaar een stukje rib uit dat door de zon was gebleekt en uitgehard, kerfde er zeven vrijwel parallelle lijnen en wreef ze daarna in met wat kleurrijke oker.

De rechte lijnen zorgen voor heel wat ophef onder paleoantropologen, die menen dat dit kleine fragment samen met een ander ingekerfd stuk bot dat in de buurt werd gevonden, het vroegste bewijs van bewust symbolisch snijwerk is dat ooit in Oost-Azië is gevonden. Als dat inderdaad het geval is, zou het vorige record voor oeroude objecten van deze aard met zo’n 60.000 jaar worden overtroffen, aldus bericht het onderzoeksteam in het tijdschrift Antiquity.

De tak van de menselijke stamboom die deze prehistorische kunstenaar heeft voortgebracht, blijft in raadselen gehuld. Maar de gefossiliseerde schedel van een onbekende mensensoort die vlakbij de dierenbotten werd ontdekt, wijst erop dat de kerven niet het werk waren van onze soort, Homo sapiens.

“Archeologische opgravingen leveren altijd veel mysteries op; je weet nooit wat je zult ontdekken,” schrijft medeauteur Zhanyang Li van de Shandong University in een e-mail. “Een klein object dat met het blote oog amper valt te onderscheiden, kan onze inzichten veranderen.”

Hoewel de wetenschap nog niet kan zeggen welke functie de beschreven lijnen in het bot hadden en of het inderdaad om echte symbolen gaat, lijkt de doelgerichtheid ervan te wijzen op complexe gedragingen en wisselwerkingen met de natuur bij een vroege verwant van de mens. Het snijwerk ondermijnt ook het achterhaalde idee dat Homo sapiens de enige mensachtige was die over voldoende cognitieve vermogens beschikte om abstract te kunnen denken.

“Het is echt een zeer spannend onderzoek,” zegt archeologe Leslie Van Gelder van de Walden University in Minneapolis. “We hoeven niet te weten wat het betekent, we hoeven alleen maar te weten dathet iets betekende voor de mensen die het maakten.”

Denken aan een droedel

Onderzoekers ontdekten het paar kleine botjes – elk ongeveer zo groot als de duim van een volwassene – op een open vindplaats met de naam Linjing in de Chinese provincie Henan. Ooit moet in deze regio een waterbron hebben gelegen, die een heel scala van dieren en hongerige mensachtigen aantrok, aldus medeauteur Francesco d’Errico van de Université de Bordeaux.

Onderzoekers hebben duizenden botfragmenten op de plek gevonden, waaronder resten van paarden, uitgestorven oerossen en onagers, een verwant van de ezel. Veel van de botten vertonen kerven die werden gemaakt toen het botweefsel nog vers was, een aanwijzing van talloze geslaagde jachtpartijen. De verzameling stenen werktuigen die op de plek werden gevonden, wijst op verrassend vergevorderde methoden van het vervaardigen van gereedschap.

Toen onderzoekers in 2016 de vele dierenbotten bestudeerden, stuitten ze op nóg interessantere aanwijzingen: bewijzen van doelbewust snijwerk.

Voor het nieuwe onderzoek begon het team aan een nauwgezette analyse van de vorm en rangschikking van de kerven in beide ribben, waaruit bleek dat ze op meerdere manieren verschilden van slachtkerven. Ten eerste was het snijwerk veel ondieper, wat erop wijst dat het waarschijnlijk in bot werd gekerfd dat al gedeeltelijk was gefossiliseerd. Maar de gebogen lijnen lopen ook door de kleine putjes in de botten, waaruit blijkt dat ze met de aangescherpte punt van een steen werden getrokken en niet door de lange zijde van stenen gereedschappen die doorgaans voor het slachten van dieren werden gebruikt.

De analyse onthulde ook een verbluffende hoeveelheid details over de prehistorische graveur. Uitgaande van de asymmetrie in het lijnenpatroon en de richting van het snijwerk was deze mensachtige waarschijnlijk rechtshandig. Op plekken waar het gereedschap het bot scheen te hebben geraakt, trok de kunstenaar de puntige steen meerdere keren over dezelfde lijn, waardoor er bijna overlappende kerven ontstonden.

Maar misschien wel het meest veelzeggende bleek toen de botjes onder de microscoop werden bekeken: op een van de ribfragmenten zaten resten van rode kleurstoffen. Chemische analyse van de stoffen onthulde dat ze sporen van ijzeroxide bevatten, een bestanddeel dat de onderzoekers niet op de andere zijde van het botje aantroffen. Dat lijkt erop te wijzen dat de pigmenten niet toevallig op het bot terecht waren gekomen, maar dat de mysterieuze voorouder van de mens waarschijnlijk de ingekerfde lijnen met ijzerhoudende klei – oker – heeft ingewreven om ze sterker uit te laten komen.

Raadselachtige kunstenaar

De ontdekking van een stel rechte lijnen lijkt op het eerste gezicht misschien niet zo spectaculair, maar het “gaat niet zozeer om de lijnen zelf als wel om de doelbewuste wijze waarop ze zijn gemaakt,” legt Van Gelder uit. De markeringen waren niet louter het resultaat van iemand die met een steen over het oppervlak van een oud stuk bot schuurt, maar werden volgens haar heel zorgvuldig getrokken.

Wie deze kerven heeft gemaakt, blijf echter een groot raadsel. Neanderthalers zijn waarschijnlijk niet tot zo diep in Oost-Azië doorgedrongen; tot nu toe zijn de meest oostelijke resten van Neanderthalers gevonden in de Denisovagrot in het Altajgebergte – drieduizend kilometer ten zuidwesten van de plek waar de botten met het snijwerk zijn gevonden. Ook is onduidelijk of de moderne mens honderdduizend jaar geleden al zover naar het noorden was getrokken.

De twee gefossiliseerde schedels die op de vindplaats zijn ontdekt, vertonen een combinatie van oude en moderne menselijke kenmerken. Bij eerder onderzoek werd al geopperd dat ze afkomstig zouden zijn van Denisovamensen, maar omdat er nog maar heel weinig resten van Denisovanen zijn gevonden, kan dat alleen worden bevestigd door vergelijkend DNA-onderzoek. In het verleden hebben onderzoekers al voorgesteld dat Denisovanen ook persoonlijke versieringen toepasten, zoals de hangers van tanden die in de Denisovagrot werden gevonden. Toch sluiten wetenschappers niet uit dat het moderne mensen waren die deze sieraden hebben gemaakt.

“Ik zie het als volgt: het was niet een kwestie van puur moderne mensen,” zegt paleoantropoloog John Hawks van de University of Wisconsin-Madison over het vermogen om dit cultuurmateriaal te produceren. “Het idee dat er in dit geval ook maar iets puur was, is sowieso overboord gezet.”

Hoe uitgebreider wetenschappers de kwestie onderzoeken, des te meer aanwijzingen ze tegenkomen voor de genetische vermenging van mensensoorten. De bewijzen tonen aan dat moderne mensen zo’n 60.000 jaar geleden vanuit Afrika in golven naar andere gebieden begonnen te emigreren en dat ze zich daarbij genetisch vermengden met tenminste twee mensachtige verwanten: de Neanderthalers en de Denisovanen. Deze vermenging kan ook gepaard zijn gegaan met culturele uitwisseling. (Lees meer over de verschillende mensachtigen waarmee Homo sapienszich genetisch vermengde.)

“Ik denk niet dat ze zichzelf zagen als aparte mensen,” zegt Hawks, die niet bij het nieuwe onderzoek was betrokken. De nieuwe vondsten kunnen worden toegevoegd aan een hele reeks andere voorbeelden van prehistorisch snijwerk en het decoratief gebruik van oker die overal ter wereld opduiken en aan verschillende soorten mensen zijn toegeschreven.

Op deze foto uit 1947 die verscheen in National Geographic Magazine onderzoeken archeologen in La Venta Mexico een kolossaal stenen hoofd van de Olmeken De Olmeekse beschaving de oudste van MiddenAmerika biedt waardevolle inzichten in de ontwikkeling van de rest van dit gebied

De oudste vorm van kunst die tot nu toe is gevonden, is een stel zigzaglijnen op een mosselschelp die werd ontdekt op de vindplaats Trinil in Indonesië en die zo’n 540.000 jaar geleden moet zijn vervaardigd; deze decoraties worden aan Homo erectustoegeschreven. Een 73.000 jaar oude markering in de vorm van een hashtag lijkt een droedel te zijn die door vroege H. sapiensin de Blombosgrot in Zuid-Afrika werd gemaakt. Een stel 65.000 jaar oude schelpen met daarop okerpigmenten werden ontdekt in de Cueva de los Aviones, in het zuidoosten van Spanje, en duiden op het gebruik van decoratie bij Neanderthalers.

“Modern gedrag lijkt niet het directe gevolg te zijn van de afscheiding van de lijn van mensachtigen die de moderne mens voortbracht, maar veeleer het gevolg van kennisuitwisseling,” zegt d’Errico.

Wat al deze abstracte vormen precies betekenen, is onderwerp van verhitte debatten, zegt archeologe Jillian Huntley van de Griffith University. Hoewel ze het nieuwe onderzoek fascinerend vindt, wijst Huntley erop dat het nog onduidelijk is of deze jongste markeringen en andere, soortgelijke kerven ook werkelijk een symbolische inhoud hebben. En zelfs als dat zo is, is het volgens haar nog de vraag of dit soort abstracte symbolen iets zeggen over cognitieve vermogens.

“Ik denk dat je voor die conclusie nog wat dieper moet graven,” zegt Huntley. Toch leveren de nieuwe vondsten een interessant inkijkje in het leven – en misschien de geest – van onze prehistorische menselijke verwanten op.

“En we zullen steeds meer van dit soort ontdekkingen doen,” zegt Van Gelder. “Dat is het mooie van de archeologie: telkens wanneer je denkt dat je iets weet, graaft iemand weer de volgende kwestie op.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com