Archeologen geven hem schedels - hij brengt ze tot leven
Oscar Nilsson gebruikt geavanceerde technieken als 3D-printen en DNA-analyse om zijn reconstructies van de gezichten van mensen uit het verleden nog beter te maken.

Om de gezichten van lang geleden overleden mensen te reconstrueren, gebruikt Oscar Nilsson artefacten die zijn gevonden door collega-archeologen, evenals zijn vaardigheden als beeldhouwer.
Oscar Nilsson beschikt over de gave om zo'n honderd ooit anonieme mensen een gezicht (maar niet altijd een naam) te geven. Het gaat om personen van wie de stoffelijk resten werden opgegraven door zijn collega-archeologen. De Zweedse reconstructie-expert vertrouwt op zijn diepgaande kennis van de anatomie van gezichten en zijn vaardigheden als kunstenaar om bijvoorbeeld het adellijke gelaat van een 1200 jaar oude Peruaanse vrouw van hoge komaf tot leven te brengen of de norse pubertrekjes van een Griekse tiener die 9000 jaar geleden leefde.
Nilsson begint met een 3D-kopie van een originele schedel en vormt de gelaatstrekken met de hand. Hij baseert zich daarbij op de botstructuur en wetenschappelijke kennis over de dikte van de spier- en vetlaag in verschillende delen van het gezicht. Als de reconstructie eenmaal in de ‘mannequin-fase’ is beland, zoals Nilsson dat noemt, komt zijn artisticiteit om de hoek kijken, om met een wetenschappelijke nauwkeurigheid “leven in het gezicht te brengen”. (Bekijk de meest recente reconstructie van Nilsson: een Scandinavische man wiens schedel werd gevonden op een raadselachtige rituele begraafplaats.)
Hij geeft de doden levensechte gezichten
Het nieuwe, zich snel ontwikkelende onderzoeksveld van DNA-analyse van oud materiaal was een “gamechanger” voor gezichtsreconstructies, aldus Nilsson. Toen hij er twintig jaar geleden mee begon, moest hij raden naar de kleur van de huid, haren en ogen van de mensen die hij weergaf. Maar in de afgelopen tien jaar heeft Nilsson door betere methoden van DNA-afname en -analyse meer gegevens tot zijn beschikking gekregen over de herkomst en verplaatsingen van bepaalde populaties. Zo kon hij bijvoorbeeld een vroege inwoner van Brittannië in het mesolithicum naar waarheid een donkere huid en ogen geven. “Het is geweldig dat we dat soort details nu kennen,” stelt hij. “Dat maakt ons werk nog relevanter.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com