Een Alzheimerdiagnose stel je niet zonder slag of stoot. Methoden om de hersenziekte mee aan te tonen zijn momenteel nog duur en invasief. Nu biedt een nieuwe bloedtest mogelijk uitkomst.
In een artikel dat in juli 2024 werd gepubliceerd in de Journal of the American Medical Association presenteren wetenschappers een nieuwe Alzheimertest. De bloedtest is beter in het diagnosticeren van de ziekte dan de gemiddelde dokter.
‘De resultaten van dit onderzoek zijn opvallend en zeer veelbelovend,’ zegt neurochemicus Inge Verberk van het Amsterdam UMC. ‘Als we een bloedtest beschikbaar zouden hebben in de eerstelijnszorg, kunnen we eerder beginnen met behandelen. Bovendien hoeven mensen dan minder lang te wachten tot ze bij een neuroloog terechtkunnen.’
Hoe wordt Alzheimer vastgesteld?
Bij mensen met Alzheimer worden doorgaans twee eiwitten in de hersenen aangetroffen: vormen van amyloïde-bèta, die samenklonteren in zogenoemde plaques, en varianten van tau, dat samenklit in tangles, ook wel kluwen genoemd. Beide eiwitten worden in verband gebracht met een hoger risico op dementie. Rond de eeuwwisseling kon de aanwezigheid van deze plaques en tangles alleen na overlijden worden vastgesteld, door de hersenen van een patiënt te ontleden.
Halverwege de jaren 2000 leerden wetenschappers de eiwitten te detecteren in het hersen- en ruggenmergvocht dat door ons centrale zenuwstelsel stroomt. Alleen met een lumbaalpunctie, een naaldenprik in het ruggenmerg, kon de vloeistof worden vergaard: een ingreep die behoorlijk pijnlijk kan zijn en bovendien niet zonder risico’s is.
Tegenwoordig kunnen dokters amyloïde-bèta en tau waarnemen op hersenscans. Hiervoor moeten echter wel radioactieve stoffen in de bloedbaan worden geïnjecteerd en is dure apparatuur nodig. Er is dus dringend behoefte aan betere diagnostische hulpmiddelen.
Hoe werkt de nieuwe bloedtest?
Met de nieuwe test kunnen de bloedspiegels van twee soorten amyloïde-bèta en twee soorten tau met elkaar worden vergeleken. Deze verhoudingen geven onderzoekers een beter beeld van het risico op eiwitplaques en -tangles in het brein. Als de waarden van het afwijkende p-tau217-eiwit hoger zijn dan die van gewone tau, zou dat op Alzheimer kunnen wijzen. Hetzelfde geldt voor de verhouding tussen afwijkende en gewone amyloïde-bèta.
Om de effectiviteit van de test te onderzoeken, werden diagnosecijfers van Zweedse zorgverleners met de bloedtestuitslagen vergeleken. Door middel van een ruggenprik en een PET-scan van het brein wisten huisartsen bij zes van de tien patiënten Alzheimer vast te stellen. Dementiespecialisten lukte dat bij zeven op de tien. En de nieuwe bloedtest? Die leverde bij negen van de tien patiënten een correcte Alzheimerdiagnose op.
Kunnen we Alzheimer nu detecteren in het bloed?
Op dit moment zijn de testresultaten alleen betrouwbaar wanneer een patiënt symptomen van Alzheimer vertoont. Bovendien is vervolgonderzoek noodzakelijk, aldus Chi Udeh-Momoh, neurowetenschapper bij het Global Brain Health Institute.
‘Dit soort tests worden bijna uitsluitend ontwikkeld in westerse populaties, waar mensen meestal hoge inkomens hebben. Of de tests ook toepasbaar zijn bij patiënten met een andere etnische of sociaaleconomische achtergrond, is dus nog onzeker.’
Nog niet uitgelezen? Schrijf je in voor de gratis nieuwsbrief van National Geographic en ontvang de favoriete verhalen van de redactie wekelijks in je mail.