Robin Naiding, de zachtaardige gaonbura (het dorpshoofd) van het gehucht Baga Dima, dat in het noordwestelijke heuvelland van India ligt, weet eigenlijk niet zeker of er wel zoveel mensen in de wereld zijn die hun drankjes door een smal plastic buisje opzuigen. Maar als hij eenmaal van dit feit op de hoogte is gesteld en bovendien heeft vernomen dat er wereldwijd wordt geworsteld met het gebruik van plastic voor dit soort producten, is hij meer dan bereid om bij te dragen aan een oplossing van het probleem.
“Een zakenman uit Kolkata kwam hier vorig jaar en vroeg ons om rietjes van bamboe te maken,” zegt Naiding. “Hij zei dat de belangrijke mensen in de hotels niet langer uit plastic willen drinken. Ze willen uit bamboe drinken omdat dat het oorspronkelijke plastic is.” Hij zwijgt, alsof hij de ongerijmdheid van zijn woorden overdenkt, en zegt dan: “Ze vertelden me ook dat plastic de gezondheid van mensen verpest.”
Naiding en zijn familie lopen voorop in een nieuwe, milieuvriendelijke nijverheid die wortel schiet in Assam, de weelderig groene Indiase deelstaat die aan Bangladesh en Bhutan grenst. Ook India heeft zich aangesloten bij wereldwijde pogingen om het gebruik van wegwerpplastic aan banden te leggen, en steeds meer Indiase restaurants nemen afscheid van hun plastic rietjes – de grote boosdoener in het verhaal van plastic wegwerpproducten die in een tempo van zo’n acht miljoen ton per jaar in de rivieren en oceanen van de wereld belanden. Inmiddels wordt er naarstig gezocht naar minder vervuilende alternatieven voor het nederige drinkrietje.
Drinkrietjes van papier zijn bioafbreekbaar, maar aangezien ze van houtpulp worden gemaakt, roepen ze hun eigen problemen rond het duurzame gebruik van Indiase houtvoorraden op. Dus wordt er gekeken naar bamboe: het veelzijdige gras dat overal in het land gedijt en zowel biologisch als duurzaam is.
“Gebleken is dat rietjes van bamboe niet alleen een goede vervanging voor plastic en papieren rietjes zijn, maar in economisch, functioneel en esthetisch opzicht beter functioneren en bovendien milieuvriendelijk zijn,” zegt Ravi Kiran, medeoprichter van Bambugo, een startup die dorpelingen in Assam inhuurt om bamboe te oogsten en tot kleine buisjes te verwerken, zodat mensen in megasteden als Delhi, Bangalore en Chennai van hun gekoelde drankjes kunnen genieten. “Onze klanten zijn tevreden.”
Als de rietjes na gebruik worden gesteriliseerd en op een droge plek worden bewaard, kunnen ze honderden malen worden hergebruikt, zegt Kiran. Op de vuilnisbelt worden ze afgebroken, zodat er geen kans bestaat dat ze de ingewanden van walvissen verstoppen. In landen als China, Costa Rica en Zuid-Afrika worden al grote hoeveelheden drinkrietjes van bamboe geproduceerd en geconsumeerd. Kiran wil zijn Indiase producten nu ook naar Europa en Noord-Amerika exporteren, waar veel wegwerpplastic inmiddels in de ban is gedaan.
Het is de bedoeling dat leden van het Dimisa-volk uit het gehucht Baga Dima, dat uit 47 huishoudens bestaat, het voortouw nemen in deze ontwikkeling, want zij vervaardigen al generaties lang producten van bamboe.
De dorpelingen vlechten robuuste meubels van afgepelde stroken bamboe, met behulp van een techniek die vergelijkbaar is met die van het rotanvlechten. Ze dragen manden van bamboestroken als rugzakken en gebruiken zeven en pollepels van bamboe. Zelfs hun huizen zijn vaak gemaakt van gevlochten bamboe. Wie op een hete tropische dag in zo’n plaatselijke woning staat, ziet het zonlicht in een sterrenhemel van speldenprikjes op de gevlochten wanden vallen. “We gebruiken op onze bruiloften nog bekers van bamboe,” zegt dorpshoofd Naiding. Maar niemand had ooit een bamboestengel als drinkrietje gebruikt.
Naiding en zo’n tien van zijn verwanten en vrienden oogsten de bamboe in de directe omgeving met kapmessen en zagen de stengels in twijgjes van circa achttien centimeter. Nadat de drinkrietjes zijn geschuurd en gekookt – soms met azijn en koenjit, om de plant te steriliseren en een kleurtje te geven – worden ze in dozen verpakt en naar het dichtstbijzijnde vliegveld vervoerd, een rit van drie uur rijden over vreselijk slechte wegen. De geoogste bamboe groeit na het afkappen nog robuuster terug, zegt Naiding. “Het is een goede bijverdienste,” zegt het dorpshoofd, die ook rijst, nangka-fruit en lychees verbouwt.
Naidings orders variëren van 1000 tot 10.000 rietjes. Hij verdient ongeveer 1,5 cent per rietje. (Op commerciële voedsel- en drankenwebsites worden bamboerietjes uit India voor meer dan tienmaal dat bedrag aangeboden.) De productie van het gehucht is microscopisch klein als je het vergelijkt met het verbijsterende aantal van een half miljard drinkrietjes per jaar dat alleen al in de VS wordt geproduceerd. Maar Naiding hoopt dat het idee zal aanslaan.
Gelegen op een heuvelrug in het midden van bossen die in hoog tempo plaatsmaken voor akkerland, heeft Baga Dima het beleid van de federale regering van India overgenomen en eigen beperkingen op het gebruik van wegwerpplastic ingevoerd. Maar net als op nationaal niveau is de handhaving van deze regelgeving ook in afgelegen gebieden niet eenvoudig.
De stoelen van bamboe in het huis van Naiding moesten plaatsmaken voor plastic exemplaren. En net als in talloze andere dorpen op het platteland van India liggen de voetpaden in de omgeving bezaaid met plastic snoepwikkels, lege shampoozakjes en plastic zakken – voorwerpen die een generatie geleden nog nergens te zien waren. “Alles in de winkel is tegenwoordig in plastic verpakt en het is moeilijk om mensen ertoe te bewegen het niet langer te gebruiken,” geeft Naiding toe. “Misschien geldt dat ook voor plastic rietjes.”
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com.