De allereerste bewoners van Australië, de Aboriginals, leven al ruim vijftigduizend jaar op het continent. Deze inheemse bevolking bestaat op haar beurt uit meer dan 250 verschillende taalgroepen, verspreid over heel Australië. Ongeveer drie procent van de huidige Australische bevolking heeft inheems bloed door zijn of haar aderen stromen.
Maar zowel de geschiedenis als het lot van de oorspronkelijke bewoners zijn hier nog altijd onderhevig aan een verhit debat. Zaken als sociale ongelijkheid, juridische vertegenwoordiging en zelfs de vraag of het op grote schaal vermoorden van Aboriginals daadwerkelijk beschouwd kan worden als genocide, liggen in Australië zeer gevoelig. In dit artikel wordt in vogelvlucht uitgelegd waarom de Australische inheemse bevolking nog altijd strijdt voor herkenning.
Wie zijn de oorspronkelijke bewoners van Australië?
De inheemse bevolking van Australië valt onder te verdelen in twee groepen: de Aboriginals, die verwant zijn aan diegenen die woonden op het Australische vasteland dat vanaf 1788 werd gekoloniseerd. En de zogeheten Straat Torres-eilanders, die afstammen van een volk dat leefde binnen een archipel iets ten noorden van Australië. Juridisch gezien is ‘een oorspronkelijke Australiër’ een ‘afstammeling van de Aboriginals of Straat Torres-eilanders, die zichzelf identificeert als een Aboriginal of Torres-Straat-eilander en als zodanig wordt geaccepteerd door de gemeenschap waarin hij [of zij] leeft’.
Een omvangrijke genetische studie uit 2017 toont aan dat alle Aboriginals van vandaag de dag dezelfde voorouders delen: een afgezonderde populatie die ongeveer vijftigduizend jaar geleden vanuit Azië in primitieve bootjes het vasteland van Australië bereikte. Onderzoek uit 2016 stelt zelfs dat deze vroege migranten Afrika zeventigduizend jaar geleden al achter zich lieten. Dat zou de Aboriginals na van volken op het Afrikaanse continent de oudste bevolkingsgroep ter wereld maken.
De Britse kolonisatie
Toen de Britten in 1788 voor het eerst voet zetten op het vasteland van Australië, leefden er naar schatting tussen de 750.000 en 1,25 miljoen mensen. Algauw eisten epidemieën hun tol op de inheemse bevolking, en zagen zij hun land op brute wijze in beslag worden genomen door de Britse kolonisten.
Sommigen verzetten zich tegen de Britse expansiedrift: aan inheemse zijde lieten tot wel twintigduizend mensen het leven bij gewelddadige confrontaties. Maar de meesten maakten geen schijn van kans de talloze bloedbaden te ontspringen. Onderzoekers documenteerden in de eerste 140 jaar van Australië zeker 270 massamoorden. En hoewel de term genocide controversieel blijft, wordt algemeen aangenomen dat de Britten de oorspronkelijke bewoners met grenzeloos geweld wegvaagden van hun moederland.
De gestolen generaties
Een overheidsbeleid van assimilatie maakte van 1910 tot 1970 dat er tussen de tien en 33 procent van de Aboriginalkinderen onder dwang uit hun huis werd gehaald. Decennialang werden deze zogeheten gestolen generaties overgeplaatst naar adoptiegezinnen en internaten. Hun werd een verbod opgelegd nog langer de eigen taal te spreken, en hun originele namen werden veranderd.
Pas in 1967 werd middels een stemming besloten dat federale wetten óók voor de oorspronkelijke bewoners zouden gelden. Aboriginals en Straat Torres-eilanders behoorden vanaf dat moment officieel tot de Australische bevolking, mochten stemmen en dienden zich aan alle wetten te houden.
In 2008 bood toenmalig premier Kevin Rudd officieel excuses aan voor ‘het grote verdriet, leed en verlies’ dat de oorspronkelijke bewoners van het land door opeenvolgende regeringen is aangedaan. Sindsdien doet Australië meer om de grote sociale ongelijkheid waarmee diens inheemse inwoners nog altijd mee worden geconfronteerd, te verkleinen.
De strijd gaat door
Vandaag de dag strijdt de Aboriginalgemeenschap nog steeds voor het behoud van hun oude cultuur, en voor erkenning en (financiële) restitutie van de Australische overheid.
Onlangs verwierp het land met een overweldigende meerderheid nog een nationaal referendum dat zowel de Aboriginals in de grondwet zou hebben erkend als een speciale Aboriginals-adviesgroep zou hebben opgericht voor het parlement. Een grote klap in het gezicht van de inheemse bevolking, die na de uitslag een week van stilte en reflectie afkondigde.
Op andere vlakken geldt wel degelijk vooruitgang. Hoewel de Australische regering nooit een verdrag sloot met de oorspronkelijke bewoners van het land – Australië is daarmee een uitzondering binnen het Britse Gemenebest – nemen sommige staten het heft in eigen handen.
Zo buigt de staat Victoria zich momenteel over een raamwerk voor verdragsonderhandelingen. Een primeur is daarmee aanstaande: een daadwerkelijk verdrag dat onder andere de soevereiniteit van de inheemse bevolking erkent en de slachtoffers van het historisch onrecht compenseert.
Toch zal er meer nodig zijn dan een verdrag om de diepe wonden van de Australische koloniale erfenis te helen. Ondertussen zeggen de Aboriginals en dat zij, of de natie hen nu erkent of niet, over een soevereiniteit beschikken die ‘nooit is afgestaan en nooit is uitgedoofd’.