Vanaf de begindagen van de cartografie waren kaarten bezaaid met spookeilanden – totdat ze door moderne cartografen als wetenschappelijke wangedrochten uit atlassen werden verbannen. Honderden van zulke niet-bestaande eilanden werden eeuwenlang op kaarten vermeld – op grond van mythen of als gevolg van onjuiste metingen, optische illusies of regelrechte leugens – en enkele leefden daarna nog eeuwenlang in moderne atlassen voort.
Nog tot in het afgelopen decennium zijn als gevolg van zulke onjuiste geografische aanduidingen vergeefse en soms dodelijke zeereizen ondernomen, door bemanningen die op zoek waren naar rijkdom, roem of onontdekte gebieden. Zo ging het verhaal dat het vermeende eiland Hy-Brasil, dat ten westen van Ierland in de Atlantische Oceaan zou liggen, bezoekers onsterfelijk zou maken. João-da-Gamaland, ten oosten van Japan, trok zeevarenden aan die op zoek waren naar zijn legendarische zilver- en goudvoorraden. En het spookeiland Sannikovland, voor de noordkust van Siberië, zorgde zelfs voor de verdwijning van een voltallige Russische bemanning.
Hoewel dit soort fata morgana’s bijna nergens meer op kaarten worden vermeld, kunnen reizigers deze mysterieuze verhalen nog achterhalen door een bezoek te brengen aan cartografische collecties, standbeelden van ontdekkingsreizigers en cartografen én aan enkele ‘spookeilanden’ die uiteindelijk wel degelijk bleken te bestaan.
Opkomst van de cartografie
Elke dag bezoeken toeristen in de lommerrijke Brusselse wijk rond het plein Kleine Zavel het standbeeld van de Vlaamse cartograaf Abraham Ortelius, die ontdekkingsreizigers mede inspireerde tot het najagen van geografische spookbeelden. In 1570 publiceerde Ortelius de eerste moderne atlas, Theatrum Orbis Terrarum (‘Theater der Wereldbol’), waarvan kopieën in talloze bibliotheken zijn in te zien, waaronder de Library of Congress in Washington DC. De atlas omvat zeventig gedetailleerde kaarten, waarop ook een schat aan nog niet ontdekte eilanden wordt vermeld. Veel van die eilanden bleken later alleen maar in zijn atlas te bestaan.
In de zestiende eeuw leidde een golf van Europese ontdekkingsreizen tot een enorme opleving van de cartografie, die op haar beurt tot nieuwe expedities inspireerde en weer nieuwe kaarten en atlassen opleverde. ‘In de cartografie was de concurrentie groot, en cartografen waren naarstig op zoek naar de nieuwste informatie die door ontdekkingsreizigers werd meegebracht en witte plekken op hun kaarten kon opvullen,’ zegt Edward Brooke-Hitching, auteur van The Phantom Atlas (2016).
‘Natuurlijk leidde dat ook tot allerlei geografie van de koude grond. Geruchten en onbevestigde waarnemingen, verkeerde metingen – vóór de instelling van lengtegraden werd de locatie van eilanden vastgesteld met de methode van het gegist bestek, wat in feite op nattevingerwerk neerkwam – en zelfs mythologische verhalen werden allemaal door de kaartenmaker gebruikt om een zo volledig beeld van deze nieuw ontdekte en fascinerende wereld te presenteren.’
Wanneer een spookeiland eenmaal was geboren, was het moeilijk om hem weer van de kaart te verbannen. Volgens Brooke-Hitching werden dit soort eilanden pas uit atlassen verwijderd als een schip hun locatie had bezocht en ter plekke had vastgesteld dat het bewuste eiland niet bestond. Die taak werd gecompliceerd door allerlei optische illusies, waaronder de beruchte fata morgana’s, die zich ‘als een strook land in de verte voordoen en altijd binnen het bereik van de reiziger lijken te liggen maar nooit dichterbij komen.’
Claims van niet-bestaand land
Volgens Kevin Wittmann, een onderzoeker van de Universidad de La Laguna op het Spaanse eiland Tenerife die zijn proefschrift over spookeilanden heeft geschreven, kwamen zeelieden die naar deze mysterieuze spookbeelden op zoek gingen in allerlei problemen. ‘Dat soort expedities waren uiterst kostbaar en in sommige gevallen heel gevaarlijk. En het was natuurlijk niet prettig om uit te vinden dat je naar een plek was gereisd die niet bleek te bestaan,’ zegt Wittmann.
In de voege twintigste eeuw ondernam de Duitse ontdekkingsreiziger baron Eduard ‘Vasiljevitsj’ von Toll een expeditie naar Sannikovland, een eiland waarover in 1810 voor het eerst door een Russisch schip was bericht en dat een kleine zevenhonderd kilometer voor de noordkust van Siberië zou liggen. Nadat het schip van Von Toll bij de Nieuw-Siberische Eilanden vast kwam te zitten in het pakijs, trok hij samen met enkele bemanningsleden op sleeën en in kajakken naar Bennett Island, dat tegenwoordig door veel toeristen op cruises naar het Noordpoolgebied wordt bezichtigd. De expeditie van Von Toll verdween van de aardbodem, evenals Sannikovland, dat volgens Brooke-Hitching waarschijnlijk niet meer dan een fata morgana is geweest.
Enkele spookeilanden hebben volgens Wittmann zelfs diplomatieke incidenten veroorzaakt. Het beroemdste voorbeeld daarvan was Isla Bermeja, dat voor de westkust van het Mexicaanse schiereiland Yucatán zou liggen. Het eilandje speelde in de jaren nul een belangrijke rol in een territoriaal geschil tussen de VS en Mexico, over de exploitatie van aardolieconcessies. Maar nadere geografische verkenningen in 1997 en 2009 toonden aan dat het eilandje niet bestond. Tot aan zijn recente verwijdering had Isla Bermeja vierhonderd jaar lang op talloze kaarten gestaan. Maar, zegt Wittmann, uiteindelijk zou het toch een echt eilandje kunnen zijn geweest, dat inmiddels onder de stijgende zeespiegel is verdwenen.
Volgens Malachy Tallack, auteur van The Un-Discovered Islands (2016), hebben andere eilanden een omgekeerde ontwikkeling doorgemaakt. Toeristen kunnen nu een Antarctische cruise boeken die ook het Bouvet-eiland aandoet. Deze ijzige landmassa ligt ruim 2400 kilometer ten zuidwesten van Zuid-Afrika in de Zuidelijke Oceaan en werd eeuwenlang beschouwd als een mythe nadat het in 1739 voor het eerst was waargenomen door een Franse zeevaarder. Het Bouvet-eiland werd pas tachtig jaar later opnieuw gespot, waarna het door meerdere bemanningen werd vermeld, telkens onder een andere naam en op locaties die sterk van elkaar verschilden. ‘Pas tweehonderd jaar na die eerste waarneming werd het eiland tijdens een Noorse expeditie geclaimd en kreeg het zijn officiële naam,’ zegt Tallack.
Niet alle spookeilanden lagen in zulke afgelegen contreien verborgen. Reizigers die dagelijks met de veerpont de zee tussen Hongkong en Macau oversteken, beseffen waarschijnlijk niet dat ze langs een verdwenen en ongemarkeerd eilandje varen waarop ooit de allereerste Europese nederzetting in China ontstond. Het eilandje Tamão werd geclaimd door de Portugese ontdekkingsreiziger Jorge Álvares, wiens verhaal in het Macau Museum wordt verteld. Tamão staat niet op moderne kaarten, aangezien de precieze locatie ervan verloren is gegaan. Veel historici denken dat Tamão een van de vele eilandjes kan zijn die in dit deel van de Zuid-Chinese Zee liggen.
Dezer dagen bestaat er geen verwarring meer over spookeilanden als Frisland en St. Brendan’s Island, die beide uitgebreid worden behandeld in de boeken van Tallack en Brooke-Hitching. Frisland was een eiland ten zuiden van IJsland dat was ontsproten aan de verbeelding van de zestiende-eeuwse Venetiaan Nicolò Zeno. Zeno baseerde zich bij zijn vermelding van Frisland louter op enkele brieven van zijn ontdekkingsreizende voorouders, die hij lang geleden had ingezien. Hijzelf had Frisland nog nooit bezocht, en er waren geen bewijzen dat iemand anders dat had gedaan. Maar het spookeiland werd ruim honderd jaar lang op talloze kaarten vermeld.
Nog hardnekkiger was het geloof in het bestaan van een eiland dat door de zesde-eeuwse Ierse zeevaarder en heilige Sint-Brandaan zou zijn ontdekt. Bezoekers aan het pittoreske vissersplaatsje Fenit in County Kerry kunnen daar het grote standbeeld van de beroemde ontdekkingsreiziger bewonderen, dat uitkijkt over de Atlantische Oceaan. Op die plek beweerde Sint-Brandaan dat hij een eiland voor de noordwestkust van Afrika had ontdekt, een claim die daarna beklijfde. St. Brendan’s Island werd het doel van talloze vruchteloze expedities en bleef tot in de zeventiende eeuw op de kaarten staan.
Volgens Brooke-Hitching was het in de negentiende eeuw gedaan met talloze spookeilanden. ‘De drukte op de zeehandelsroutes nam toe en de navigatie-instrumenten werden steeds preciezer,’ schrijft hij. Alleen al in 1875 werden 123 niet-bestaande eilanden in de noordelijke Stille Oceaan van de officiële kaarten van de Britse Royal Navy geschrapt.
Einde van het spookeiland?
Tegenwoordig zijn spookeilanden vooral ‘iets uit het verleden,’ zegt Alex Tait, geograaf bij de National Geographic Society. ‘Gezien het scala aan satelliet-technologieën waarmee de hele planeet wordt bestudeerd, hebben we een tamelijk goed idee van de eilanden die er in de wereld bestaan en is het erg onwaarschijnlijk dat er nog een spookeilandje op een kaart wordt vermeld,’ zegt hij. Maar hij wijst erop dat de geofysische dynamiek van de aarde betekent dat er altijd nieuwe eilandjes kunnen opduiken en bestaande eilandjes kunnen verdwijnen als gevolg van aardbevingen, vulkaanuitbarstingen, erosie en het afsmelten van gletsjers.
In 2013 werd dankzij vulkanische activiteit een van de nieuwste eilandjes op aarde geboren, ruim 950 kilometer ten zuiden van Tokio. Een langzaam groeiende vulkaankegel stak uiteindelijk boven de zeespiegel van de Stille Oceaan uit en versmolt daarna met het kleinere maar al veel langer bestaande eilandje Nishinoshima. Het nieuwe, gefuseerde eiland heet eveneens Nishinoshima en is nu meer dan tien keer zo groot als de oorspronkelijke versie.
Sommige eilanden maken veel minder overzichtelijke veranderingen door. Ze duiken soms boven de zeespiegel op en verzinken dan weer in zee, of ze blijven maar krimpen en groeien. Afhankelijk van het tijdstip waarop ze worden bezocht, liggen ze in een stuk open water of als een gestrande walvis bovenop een uitgestrekt koraalplateau.
Dat geldt vooral voor een van de meest bezochte toeristische attracties van West-Australië, het opmerkelijke Montgomery Reef. Dit afgelegen natuurwonder ligt bijna tweeduizend kilometer ten noorden van Perth, de hoofdstad van de deelstaat, en verandert dankzij een van de grootste getijdeverschillen ter wereld geregeld in een eiland. Bij laagtij verheft het vierhonderd vierkante kilometer grote Montgomery Reef zich uit de Indische Oceaan. In de wateren boven en rond het rif leven zeekoeien, zeeschildpadden, mantaroggen, Australische bultrugdolfijnen en zeekrokodillen – een natuurspektakel dat vaak wordt bekeken door toeristen die het rif in een bootje bezoeken.
Aan de andere kant van Australië ligt misschien wel ’s werelds meest recente spookeiland. Met een grootte van ongeveer 24 bij 5 kilometer werd het Île de Sable, dat ten westen van Nieuw-Caledonië in de Koraalzee ligt, nog tot 2012 op Google Maps vermeld. Toen pas werd de locatie van het vermeende eilandje door Australische wetenschappers bezocht, die ter plekke constateerden dat er niets dan oceaan was te zien. Misschien is dit eilandje het laatste spookeiland ooit geweest.
Of misschien zullen in de toekomst weer andere fata morgana’s op onze kaarten opduiken, geboren uit vergissingen, doelbewuste misleiding of optische illusies.
De Australische journalist en fotograaf Ronan O’Connell woont afwisselend in Ierland, Thailand en West-Australië.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com