‘Kijk eens hoe mooi ik vroeger was,’ wijst een tandeloos oud vrouwtje tegenover me naar een foto van zo’n twintig jaar geleden. ‘Hier had ik nog wat meer vet op mijn botten.’ Ze is 88, heeft haar grijze haar netjes opgestoken en een gerimpeld, maar mooi gezicht. We drinken groene thee en eten gezoete gember. Samen met Phuong fiets ik vandaag door Kim Long Village, net buiten Hue. We bezoeken Vietnamese families in de mooiste overgebleven huizen uit verschillende historische periodes.
De huizen zijn mooi, maar klein, met gigantische tuinen vol bloemen en vlinders. ‘De tuinen symboliseren een Aziatische filosofie,’ legt Phuong me uit. ‘Ze tonen hoe nietig wij zijn. Net als zandkorrels in de oceaan.’ Ook zijn de tuinen kleurrijk, net als de huizen. ‘Hoe meer kleur, hoe beter,’ zegt Phuong. ‘Kleur is een belangrijk onderdeel van onze cultuur. Zwart en wit is maar saai, toch?’ Hoewel de huizen prachtig zijn, met duidelijke Chinese invloeden, interesseer ik me meer in de families die erin leven. En dat is precies wat ik vandaag te zien zal krijgen: een kijkje in het Vietnamese familieleven.
Theeleuten
Ons bezoek begint overal met tea and talk, zoals Phuong dat noemt: een vast onderdeel binnen de Vietnamese cultuur. Schoenen uit, aan tafel met de gastvrouw, thee, wat lekkers en kletsen. Het was me al eerder opgevallen dat Vietnamezen niet vies zijn van een praatje pot. Overal op straat zitten ze in bosjes op onmogelijk kleine krukjes, met een biertje erbij, onophoudelijk te kletsen. Ook onbekenden van elkaar. Volgens Phuong gaan dit soort gesprekken over alledaagse dingen en worden directe vragen niet geschuwd: wat je doet in het leven, hoe je familiesituatie eruit ziet of wat je verdient. Het is bijvoorbeeld ook heel normaal in Vietnam om precies te weten wat er bij je buren speelt.
Het wordt me al snel duidelijk hoe belangrijk familie is in Vietnam. Vooral vandaag. Overal komen foto’s op tafel: van voorvaderen, grootmoeders, dochters en neven. De één is monnik geworden, de ander was een militair: familieverhalen worden vol trots gedeeld. Ieder huis heeft zelfs een speciale ingerichte ruimte waar de voorvaderen geëerd worden, met prachtig versierde altaars. Vaak is dit de grootste ruimte van het huis. Hier worden de jubilea van de doden gevierd: zoals wij verjaardagen vieren, vieren de Vietnamezen het leven van overledenen, ieder jaar op de overlijdensdatum.
Bijpraten tijdens het eten
In de middag bereiden we samen met één van de families een Vietnamese maaltijd. Eigenlijk bereiden ik en Phuong niet zo heel veel: we helpen met snijden en ik kijk gefascineerd mee naar de kookkunsten van het oude vrouwtje. Het een geweldige manier om het echte Vietnamese thuisleven te ervaren! Zo komt er, terwijl wij aan het hakken en snijden zijn, een jongen van een jaar of acht de keuken binnengelopen. Hij begroet zijn grootouders met armen over elkaar geslagen en zijn handen over zijn ellebogen. ‘Een typische manier om je grootouders te begroeten,’ legt Phuong uit. ‘In Vietnam behandelen we oudere familieleden met veel respect.’ Dit blijkt ook uit de aanspreekvormen die ze hanteren. Tegen een oudere vrouw zeg je ‘ba’ of ‘bak’, afhankelijk van haar leeftijd. Mannen spreken elkaar aan met kleine broer, grote broer of oom, en zo kan ik nog wel even doorgaan.
De lunch en het diner zijn de belangrijkste momenten van de dag voor Vietnamese families: een moment waarop er bijgepraat wordt, voor ‘sharing en caring.’ Vietnamezen eten graag in de keuken, omdat ze geloven dat het vuur van de ouderwetse fornuizen de sfeer binnen de familie warm houdt. Het is mooi om te zien hoe Vietnam vasthoudt aan tradities en hoeveel waarde er gehecht wordt aan ceremonies met de familie, die moeten zorgen voor geluk en veiligheid. Dat is waar het in Vietnam om lijkt te draaien: om elkaar.
Krijg je geen genoeg van Vietnam? Lees verder in ons Vietnamdossier!