Vanuit het meest noordoostelijke puntje van Groot-Brittannië – John O’Groats, waar iedereen een selfie maakt bij het beroemde mijlpaalbord – pak ik de ferry naar de Orkney-eilanden: slechts veertig minuten verderop. ‘Welcome to the islands of the sun!’ verwelkomt gids Steward ons. ‘Or at least for today,’ grapt hij. Vandaag is een stralende dag met een strakblauwe lucht: ik had het niet beter kunnen treffen met het weer tijdens deze roadtrip!
We rijden eerst richting de hoofdstad Kirkwall, met de Noordzee aan onze rechterzijde en Scapa Flow aan de linker: deze beschutte, natuurlijke baai speelde in beide wereldoorlogen een belangrijke rol voor de Britse vloot. Steward vertelt dat er nog altijd zeven scheepswrakken in de baai liggen, die duikers vanuit de hele wereld trekken. Ik kijk naar buiten. Het groene landschap is opvallend kaal: vanwege de harde wind staan er weinig bomen op de Orkneys, waardoor de contouren mooi zichtbaar worden. We passeren witte zandstranden, die niet onder doen voor tropische stranden in de Caribe. Toch zit zwemmen er niet in op de Orkneys. ‘De gemiddelde watertemperatuur is hier 11 graden,’ aldus Steward.
Terwijl de afwisselende landschappen aan me voorbij snellen, praat hij erop los. Zo vertelt hij dat de Orkney-eilanden vroeger van Noorwegen waren en pas vijfhonderd jaar onder Schotland vallen. De koning van Denemarken leende de eilanden aan de Schotse koning als gedeeltelijke bruidsschat voor zijn dochter, maar uiteindelijk zijn ze altijd in Schotse handen gebleven. De Orkanians, ofwel de inwoners van de eilanden – maar liefst 21.000 – hebben nog steeds sterke banden met Noorwegen.
De Noorse invloeden zijn vooral in de lieflijke havenstadjes Kirkwall en Stromness sterk te zien. Maar hoewel beide steden prachtig zijn, is er vandaag iets anders dat vooral mijn aandacht trekt: de opmerkelijke overblijfselen uit de steentijd. Zo bezoeken we Skara Brae: een prehistorisch dorp van zo’n 5000 jaar oud, dat pas in 1850 werd ontdekt toen een storm een aantal stenen blootgelegde. De perfect behouden ruïnes liggen aan een uitgestrekt wit zandstrand en geven een goed beeld van hoe deze mensen in de steentijd leefden: met gescheiden slaapkamers voor volwassenen en kinderen, een zitgedeelte, opslagkamers en talloze goed geconserveerde gebruiksvoorwerpen, zoals potten en messen.
De bewoners van dit prehistorische dorp zijn ook de makers van de op twee na grootste steencirkel van Groot-Brittannië: de Ring van Brodgar. Samen met Skara Brae, de even verderop gelegen Stones of Stennes en de tombe Maes Howe vormt deze ceremoniële cirkel, gelegen tussen twee lochs, het Neolithische Hart van Orkney dat op de Unesco’s Werelderfgoedlijst staat.
De steencirkel dateert uit 2500 tot 2000 jaar voor Christus en bevatte oorspronkelijk zestig stenen waarvan er vandaag nog 27 staan. Terwijl ik rond de mysterieuze, rechtopstaande stenen loop, die in totaal een diameter van 104 meter hebben en waarvan sommige zeker twee keer zo groot zijn als ik, kan ik me maar één ding afvragen: waarom maakten ze deze cirkels? Het zal misschien wel altijd een raadsel blijven, dat alleen maar extra magie geeft aan de Orkney-eilanden!
Volg mijn avonturen in Schotland live op Twitter, waar ik meerdere keren per dag foto’s en updates plaats, en via mijn reisverslagen op de Digital Nomad-pagina!
---
Deze reis wordt mede mogelijk gemaakt door Buro Scanbrit. Wil je zelf een vergelijkbare reis maken, kijk dan hier.
---