Het landschap wordt gedomineerd door Volcán Pichincha, de bijna 4800 meter hoge top ten westen van Quito, een uitstekend oriëntatiepunt. De stad zelf bevindt zich op circa 2800 meter hoogte. Als je rechtstreeks vanuit Nederland arriveert, merk je het hoogteverschil onmiddellijk wanneer je het vliegtuig verlaat. Het is verstandig je niet meteen bovenmatig in te spannen en veel vocht tot je te nemen. Ook het klimaat van Quito wordt bepaald door de hoogte. De temperatuur kan enorm fluctueren: de dag begint vaak koud en bewolkt, maar zodra de zon doorbreekt, stijgt het kwik in hoog tempo en is het aan te raden je snel tegen de fel brandende zon te beschermen. Maar de lucht trekt even zo makkelijk weer dicht en dan moet je bedacht zijn op een regenbui.

Quito is vooral een stad die je op doorreis aandoet: op weg naar de verderop in zee gelegen Galápagoseilanden of als uitvalbasis voor een trip naar het Ecuadoriaanse nevelwoud. Toch is het de moeite waard een paar dagen in de hoofdstad door te brengen. Het is niet toevallig dat het oude centrum in 1978 als een van de eerste monumenten op Unesco’s werelderfgoedlijst werd geplaatst.

Dag 1

Ochtend: Historische rijkdom
De koloniale binnenstad werd in 1534 door de Spanjaarden gesticht. Een van de eerste gebouwen hier was het klooster van San Francisco, het grootste religieuze gebouw van Latijns-Amerika. Het complex, dat zes binnenplaatsen telt, ligt aan het Plaza San Francisco, een groot met keitjes geplaveid plein waar Ecuadorianen de hele dag flaneren. Ga voor een kop koffie en een ontbijt zitten bij een van de café's aan het plein, zoals het traditionele koffiehuis en restaurant Tianguez, met uitzicht op de drukbezochte kloosterkerk. Elk uur wordt daar de mis opgedragen die vooral door de Indiaanse bevolking wordt bijgewoond. De kerk is overdadig gedecoreerd, zoals tot uitdrukking komt in het barokke vergulde altaar en het meesterwerk van Bernardo de Legarda: La Virgen de Quito, een beeld uit 1734 van de gevleugelde Maria, zinnebeeld van de stad.

Een van de rijkst gedecoreerde kerken van het continent, de trots van elke Quitoriaan, is de werkelijk overweldigende La Companía de Jesús, een hoogtepunt van de Latijns-Amerikaanse barok, gebouwd in de eerste helft van de 18de eeuw. De koepel en de wanden van deze jezuïtische kerk zijn versierd met fraaie Moorse motieven, de kerk ademt een perfecte harmonie, de fonkeling van het vele bladgoud is prachtig en de beeldhouwwerken van Bernardo de Legarda zijn aangrijpend. Maar het is daarmee ook bijna te veel: zo veel kerkelijke rijkdom in een land waar een groot deel van de bevolking al eeuwenlang onder de armoedegrens leeft, geeft een ongemakkelijk gevoel.

Middag: Museumbezoek
De overdadige opsmuk van de kerken die ik in de ochtend bezocht, staat in scherp contrast tot de rustige eenvoud van het particulier museum Casa del Alabado. Het museum, een paar straten verwijderd van het Plaza San Francisco, toont op zeer smaakvolle wijze een prachtige collectie van zo’n 500 precolumbiaanse objecten. De collectie is thematisch opgebouwd om de bezoeker inzicht te geven in de denkwereld van de inheemse bevolking, hun godsdienst en de rol van hun voorouders.

Avond: Uitgaansleven
Een plezierige plek in het oude centrum om de avond door te brengen is Calle de la Ronda. De recent gerestaureerde straat, waar vroeger dichters en musici woonden, moet de sfeer van de oude stad doen herleven. De panden zijn hersteld, er is veel politietoezicht. In ambachtelijke winkels kun je borduurwerk en handgemaakte kaarsen kopen. Er is een pianostemmer gevestigd, kunstgalerijen en traditionele restaurants. Vooral in het weekend, wanneer er op diverse plekken live muziek wordt gespeeld, is het er druk.

Maar de echte uitgaanswijk van Quito is La Mariscal in het noorden. Rondom Plaza El Quinde, Plaza Foch en in de Reina Victoria wemelt het van de restaurants, bars, internetcafés, discotheken en instellingen waar je Spaans kunt leren. Hier vinden de meeste buitenlandse toeristen hun onderdak en het wordt daarom wel meesmuilend ‘Gringolandia’ genoemd.

Dag 2

Ochtend: Bruisend stadscentrum
Na de historische bezienswaardigheden van de eerste dag is het goed terug te keren naar de dagelijkse werkelijkheid, zoals die zich afspeelt op bijvoorbeeld het Plaza Grande, een aangenaam druk plein afgezet met palmbomen. Hier huist het bestuurlijk centrum van de stad: rond het plein staat het presidentieel paleis, het stadhuis, het aartsbisschoppelijk paleis en de kathedraal. Bejaarden bespreken op een bankje de laatste roddels, toeristen slenteren wat rond en straatverkopers proberen hun waar aan de man te brengen. Er bevindt zich hier een grote vestiging van het plaatselijk verkeersbureau, waar je informatie kunt krijgen, excursies kunt boeken en verantwoorde souvenirs kunt kopen.

Op de hoek van het plein ligt het Centro Cultural Metropolitano. Het werd door de jezuïeten als school gebouwd maar deed lang dienst als kazerne voor de Spaanse troepen. Nu is er onder meer de openbare bibliotheek gevestigd, een ruimte voor tijdelijke tentoonstellingen (ik zag de mooie fototentoonstelling Quitografías van Paúl Salazar Urgilez) en een aardig koffiehuis aan de patio.

Middag: Prachtig uitzicht
Ten zuiden van het centrum doemt de heuvel El Panicillo (‘het broodje’) op, een stompe heuvel met op de top een aluminium beeld van La Virgen de Quito, gebaseerd op het oorspronkelijke standbeeld in de kerk van San Francisco. Vanaf dit punt is de stad mooi te zien en heb je een fraai beeld op de omringende vulkanen. Het is beter deze plek per taxi te bezoeken, de trappen aan het eind van de Calle García Morena naar het standbeeld zijn vanwege straatdieven niet echt veilig.

Wie nog hoger wilt voor een indrukwekkend panorama van de stad, gaat met de kabelbaan de flanken van de Pichincha op. In minder dan tien minuten brengen de gondels je naar Cruz Loma op 4100 meter hoogte. Bij helder weer heb je hier een prachtig uitzicht. Boven zijn er allerlei activiteiten mogelijk, zoals winkelen, wandelen, karten en paardrijden. Maar wees voorzichtig, de lucht is hier heel ijl. Je kunt hier zelfs extra zuurstof in een fles kopen. Quitorianen raden je aan cocathee tegen hoogteziekte te drinken, maar het nut daarvan is nimmer bewezen.

Avond: Traditionele gerechten
Restaurants van naam vind je in het oude centrum, bijvoorbeeld Theatrum, op de eerste verdieping van het Teatro Sucre, of de klassieke Heladeria San Agustin, waar gerechten uit de traditionele Ecuadoriaanse keuken worden geserveerd. Maar voor wat velen het beste restaurant van Quito noemen, Zazu, spring je in de taxi (in de avond is voorzichtigheid geboden) en laat je je naar de wijk La Pradera brengen. In Zazu zwaait een Peruaanse chef de scepter, die traditionele gerechten geraffineerd verenigt met nieuwe culinaire stromingen. Zazu is the place to be, en de gasten zijn zich daar zeer van bewust.