Wereldwijd hebben bomen en bossen het moeilijk door de klimaatverandering. Bovendien worden ze bedreigd door grootschalige kap en bebouwing. Daarom, en om meer CO2 uit de atmosfeer te halen, ontstaan over de hele wereld initiatieven die beogen de aarde te redden door het planten van bomen.
Bekijk het meinummer van National Geographic dat helemaal over bossen gaat.
Amazon-oprichter Jeff Bezos heeft twee miljard dollar toegezegd voor het herstel van bossen. Vorig jaar haalde een Latijns-Amerikaans e-commercebedrijf vierhonderd miljoen dollar aan obligaties op voor het behoud en herstel van wouden. Vliegtuigpassagiers gaan steeds vaker op zoek naar manieren om de CO2-uitstoot van hun vlucht te compenseren door geld te betalen voor het behoud of de bescherming van bossen.
De aanleg van bossen is geen alternatief voor snelle inperking van de uitstoot van fossiele brandstoffen, maar meer bomen kunnen toch iets schelen. Wel zijn veel projecten voor het planten van bomen nieuw, waardoor ze nog niet kunnen worden beoordeeld op hun resultaten. Vaak ontbreekt het bij dergelijke initiatieven aan transparantie en verantwoording. Sommige projecten zijn in feite niet meer dan greenwashing, andere hebben goede bedoelingen maar kampen met talloze problemen, en er zijn er zelfs bij die juist schadelijk zijn.
Bij welke projecten komt jouw bijdrage aan het aanplanten van bomen het best terecht? Twee deskundigen op het gebied van het herstel van bossen, ecoloog Karen Holl van de Amerikaanse University of California en bosbouwkundige Pedro Brancalion van de Braziliaanse Universidade de São Paulo, publiceerden onlangs een lijst met vragen waarmee consumenten meer duidelijkheid krijgen over deze complexe materie. Holl en Brancalion beoordelen de organisaties niet op naam, hoewel ze voor hun volgende project wel een nauwkeurige beoordeling willen geven van de meest effectieve organisaties. Voor nu is het hun doel om donateurs en beleggers te helpen bij het vinden van antwoorden, en om organisaties te stimuleren om hun gegevens inzichtelijker te maken.
Lees ook: Eeuwenoud Duits bos moet wijken voor bruinkool | National Geographic
Hieronder staan vijf voorbeelden van die vragen, die je jezelf kunt stellen voordat je geld doneert (de volledige lijst vind je hier):
Wat is jouw doel en hoe gaat deze organisatie dat bereiken?
Er zijn allerlei redenen om bomen te planten en om hier steun aan te geven. Maar die redenen kunnen strijdig met elkaar zijn. Zo bleek uit een onderzoek uit 2021 naar 174 organisaties die bomen aanplanten in 74 landen dat de meeste organisatie slechts enkele soorten bomen plantten, die waren bedoeld voor bosbouw. Met de aanleg van dergelijke bomen zijn gemeenschappen op korte termijn mogelijk geholpen, maar dergelijke aanplant leidt waarschijnlijk niet tot een grotere biodiversiteit, en levert vermoedelijk ook geen optimale bijdrage aan de opslag van CO2 of het tegengaan van de klimaatverandering.
Andere studies laten dezelfde resultaten zien. Zo heeft de Bonn Challenge, die wordt ondersteund door de Duitse regering en de International Union for Conservation of Nature, als doel om in 2030 zo'n 350 miljoen hectare nieuw bos te hebben aangelegd. Maar uit een onderzoek blijkt dat het hierbij grotendeels gaat om plannen voor plantages met slechts één soort boom voor productiebossen. Dergelijke plantages dragen echter nauwelijks bij aan natuurherstel en nemen slechts een fractie op van de CO2 die een wild bos opneemt.
Het zou zelfs kunnen dat voor de goedkoopste en beste stimulering van CO2-opslag en biodiversiteit helemaal geen bomen hoeven te worden aangeplant. Vaak volstaat het om bestaande bossen te beschermen of om oorspronkelijke bossen de kans te geven om op eigen kracht te herstellen. ‘Natuurlijke regeneratie werkt in veel gevallen prima’, met name in de tropen, waar bomen snel groeien, stelt Brancalion. Toch komen dergelijke projecten veel minder voor. Dat heeft er deels mee te maken dat het planten van een boom eenvoudiger klinkt dan het herstellen van een bestaand bos.
Hoe pakt deze organisatie de oorspronkelijke oorzaken van het verlies of de aantasting van bosgebieden aan?
Het effectief aanplanten van bomen is veel lastiger dan veel mensen zich realiseren. Dit werkt alleen in gebieden waar eerder al bos aanwezig was. En dan nog is herbebossing op lange termijn alleen succesvol als de oorzaak voor het verdwijnen van de bomen bekend is – en niet langer een rol speelt.
Er zijn talloze redenen voor ontbossing, zoals een grote vraag naar houten producten, een behoefte aan (land)bouwgrond, of schade door noodweer, bosbranden of droogte. Gebieden waar door de toenemende effecten van de klimaatverandering regelmatig bosbranden ontstaan, zijn mogelijk minder geschikt voor herbeplanting. Of het kan zijn dat er andere bomen moeten worden geplant, die beter tegen de veranderingen bestand zijn. Holl en Brancalion kennen gevallen van bossen die werden hersteld en van hekken werden voorzien, waarna de hekken werden weggehaald en de bomen werden beschadigd of verwijderd omdat de lokale bevolking de grond nodig had voor hun agrarische bedrijven.
Zijn er lokale stakeholders bij het project betrokken en zijn er voordelen voor hen?
Veel organisaties die bomen willen aanplanten komen uit de Verenigde Staten of Europa, terwijl ze de bomen aanleggen in ontwikkelingslanden waar veel mensen van de grond afhankelijk zijn voor hun inkomen of levensonderhoud. Eén factor die steeds weer bepalend blijkt voor het succes van projecten, is de vraag of de lokale bevolking erbij betrokken is en de voordelen van de nieuwe aanplant ziet. En dan niet alleen bij aanvang, maar tijdens de hele duur van het project. Wanneer de bewoners inkomsten inleveren, moet dit worden vergoed. Anders worden de nieuwe bomen mogelijk verwijderd of zullen de landeigenaren elders bestaande bossen omhakken.
Een voorbeeld daarvan is Brazilië, waar veel programma’s voor herbebossing zijn. In een van de armste regio’s van het land, waar ook jaguars en reuzenmiereneters voorkomen, zijn wetenschappers en milieuactivisten erin geslaagd geïsoleerde stukken van de Mata Atlântica met elkaar te verbinden, die eerder van elkaar gescheiden waren door boerenbedrijven en veehouderijen. Door de aanleg van 2,4 miljoen bomen legden ze een ecologische verbindingszone aan, die inmiddels wordt gebruikt door bedreigde diersoorten. Naast die verbindingszones liggen plantages met fruitbomen, koffie en cassave, en boomkwekerijen van lokale bewoners. Hierdoor is hun inkomen toegenomen en zijn ze verzekerd van voedsel, terwijl ze zich ook betrokken voelen bij het welzijn van het woud waar ze in de buurt leven.
Brancalion heeft daarnaast experimenten gedaan met het aanplanten van snelgroeiende, niet-inheemse bomen voor de handel, naast inheemse bomen. De niet-inheemse bomen kunnen dan worden gekapt en verkocht voor de hout- of papierproductie, waardoor de lokale bevolking een inkomen heeft terwijl de inheemse bossen kunnen teruggroeien.
Hoe worden eventuele negatieve gevolgen van het project beperkt?
Bij het aanplanten van bomen kan veel verkeerd gaan. In Turkije, Sri Lanka en de Filippijnen leverden grootschalige projecten voor de aanplant van bomen miljoenen dode zaailingen op, omdat de verkeerde soorten waren gebruikt, de bomen in arme grond waren geplant, er te weinig water was, of niemand zich om de bomen bekommerde nadat ze waren geplant. Door een project op het Chinese lössplateau bleef er een kwart minder landbouwgrond over en was er minder water beschikbaar voor de bewoners; dit leidde uiteindelijk tot een afname van het bos in de buurt.
Vraag organisaties bij het bepalen wie je steunt hoe ze voorkomen dat zaailingen doodgaan, wat ze doen om te voorkomen dat bestaande ecosystemen worden verstoord, hoe ze voorkomen dat er watertekorten ontstaan en wat ze doen om negatieve sociale gevolgen te voorkomen.
‘Begin bij hun webpagina,’ raadt Holl aan. ‘De meeste organisaties hebben een glad verhaal, maar komen niet met feiten. En je hebt juist gegevens nodig.’ Als organisaties die gegevens niet op hun site zetten, kun je ze opvragen.
Hoelang wordt het project gevolgd en hoe wordt het onderhoud aangepast in reactie op de onderzoeksgegevens?
Het is mogelijk om, zoals sommige projecten beloven, een boom te planten voor een dollar. Maar het lukt bijna nooit om hem voor die prijs ook te laten overleven. Voordat bomen CO2 filteren en bijdragen aan biodiversiteit, moeten ze al tientallen jaren oud zijn. Dat betekent dat er vanaf de start van het project een planning moet zijn voor het jarenlange behoud van de bomen. En het komt niet vaak voor dat er rekening wordt gehouden met een dergelijke periode.
Brancalion en Holl ontdekten tijdens een onderzoek uit 2019 naar grote Braziliaanse projecten dat er in tachtig procent van de gevallen maximaal 30 maanden werd bijgehouden hoe het met de bomen ging. Nadat er in Ethiopië in 2019 volgens het land zo’n 350 miljoen bomen op één dag waren geplant, konden Holl en haar studenten slechts zeer weinig informatie vinden hoeveel bomen daarvan waren overgebleven. Holl onderzocht daarnaast de voorstellen voor het initiatief van het World Economic Forum voor de aanplant van een biljoen bomen en ontdekte dat er maar weinig plannen waren ingediend waarin het welzijn van de bomen gedurende twee jaar werd gevolgd, laat staan langer. De gevolgen voor de waterkwaliteit of het levensonderhoud van de lokale bevolking werden al helemaal nauwelijks onderzocht.
In plaats van een organisatie te vragen hoeveel bomen zij met een project willen aanplanten, kun je volgens Holl en Brancalion beter vragen hoeveel bomen dit oplevert na vijf, tien of, nog beter, twintig jaar.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com