Tijdens de Tweede Wereldoorlog bouwden de Duitsers een linie van betonnen bunkers langs de westkust van Noorwegen, Denemarken, Nederland, België en Frankrijk: de Atlantikwall. Voor de geallieerden die in 1944 de Normandische kust bereikten, was dit een barrière waar ze doorheen moesten breken.

Tip: Schrijf je in voor de Masterclass Fotografie en leer van National Geographic-fotografen

Zeventig jaar later staan veel bunkers uit de Tweede Wereldoorlog er nog – vooral omdat het ‘gewoon extreem moeilijk is om ze weg te halen,’ zegt fotograaf Jonathan Andrew, die besloot de betonnen constructies vast te leggen.

Mensen ‘probeerden ze op te blazen, maar in veel gevallen is het te kostbaar om ze te ontmantelen,’ zegt Andrew. ‘Daarom zijn er zo lang na de oorlog nog zo veel te zien, achtergelaten in velden.’

Buitenaards gevoel

De bunkers vormen tegenwoordig een eigenaardig onderdeel van het landschap. Boeren slaan er hun hooi en veevoer in op, en vloeken wanneer ze eromheen moeten ploegen. Jongeren gebruiken de bunkers om stiekem in te roken of bespuiten ze met graffiti. De exemplaren dicht aan zee worden soms gebruikt als duikplatforms.

Andrew voelde zich aangetrokken tot het buitenaardse gevoel dat de relikwieën uit het verleden bij hem oproepen.

‘In de foto’s probeer ik me vooral te richten op de geometrische vorm van de structuur,’ zegt hij. ‘Ik zeg niet alleen, ‘Hey, dit is een oude bunker,’ maar ik kijk naar ze vanuit een architectonisch perspectief, als vreemde objecten. Wanneer je ze uit hun context haalt, roept dat vragen op. Wat zijn deze vreemde vormen? Wat is het nut van deze structuren?’

Bekijk de foto's

612 Embrasured Emplacement for Assault guns