Nederland was een vreemde eend in de Europese bijt. Waar veel landen het met een koning, tsaar of keizer moesten stellen, hadden wij een republiek. Die staatsvorm hielden we honderden jaren vol, totdat de Fransen in 1806 roet in het eten gooiden. We kregen een koning: Lodewijk Napoleon, de jongere broer van Napoleon Bonaparte. Wat was dat voor iemand?

Lodewijk Napoleon wilde niet naar Nederland

Lodewijk Napoleon (Louis Bonaparte op zijn Frans) werd op 2 september 1778 geboren op het Franse eiland Corsica. Hij was de jongere broer van Napoleon Bonaparte, de man die zichzelf in 1804 tot keizer van Frankrijk kroonde. Met zo’n man als broer kun je ervan uitgaan dat je altijd het onderspit delft.

Napoleon Bonaparte besloot om van de republiek een vazalstaat te maken: in theorie onafhankelijk, maar in de praktijk onder Frans bewind. En wie kon dat gebied beter besturen dan zijn eigen broer? Ondanks de protesten van Lodewijk – hij vond Nederland maar koud en regenachtig – was het in 1806 dan toch zover: Lodewijk Napoleon werd koning van Holland. De republiek was verleden tijd.

Wat heeft Lodewijk Napoleon voor Nederland gedaan?

Hoewel Lodewijk met frisse tegenzin aan zijn Nederlandse avontuur begon, deed hij erg zijn best om zich aan te passen aan de cultuur van de voormalige republiek. Hij ruilde zijn Franse naam in voor de Nederlandse variant en liet zichzelf Lodewijk noemen. Daarnaast wilde hij zijn onderdanen kunnen aanspreken in hun eigen taal en dus nam hij taallessen. Die kreeg hij van de dichter Willem Bilderdijk, met wie hij een goede band opbouwde.

Maar daar hield zijn liefde voor het Nederlands niet op. Lodewijk legde in de grondwet vast dat ‘Hollands’ de voertaal van het koninkrijk zou worden. Hij liet zelfs een lijst met vreemde bastaardwoorden aanleggen, met daarachter een Nederlands woord van zelfde strekking. Het waren de grondbeginselen van wat later het Groot Nederlands Woordenboek zou worden.

Lodewijk bleek een man van cultuur. Hij richtte in 1808 de voorloper van de Koninklijke Nederlandse Academie van Wetenschappen (KNAW) op. En ook het Rijksmuseum, toen nog het Koninklijk Museum, danken we aan Lodewijk Napoleon.

Lodewijk de Goede

Naast interesse in de taal en cultuur was koning Lodewijk Napoleon ook nieuwsgierig naar zijn onderdanen. Er vonden twee grote rampen plaats onder zijn bewind: de buskruitontploffing in het centrum van Leiden (1807) en de Watersnood van 1809, waarbij grote delen van Midden-Nederland overstroomden. Lodewijk bezocht beide locaties en hielp bij het opruimen van de ravage.

een tekening van de buskruitramp in leiden
Sepia Times//Getty Images
Lodewijk Napoleon was vijf uur na de ramp in Leiden al aanwezig om de handen uit de mouwen te steken.

Na de buskruitramp betaalde Lodewijk dertigduizend gulden uit eigen zak om een Nationaal Rampenfonds op te richten. Daarnaast hoefde Leiden tien jaar lang geen belasting te betalen om te kunnen werken aan de wederopbouw. Deze zaken leverde hem de bijnaam Lodewijk de Goede op.

Scheutig met geld

Was Lodewijk Napoleon dan alleen maar goed bezig? Nee, natuurlijk niet. Hij ging nogal kwistig met zijn geld om. Dat kwam vooral omdat hij continu verhuisde. Amsterdam, Utrecht, Den Haag, hij woonde overal. Hij zou zelfs een rijke koopman uit zijn huis hebben gezet omdat de plek hem wel beviel.

In 1808 liet Lodewijk Napoleon het Amsterdamse stadhuis op de Dam ombouwen tot paleis. Zijn dure smaak maakte dit een nogal prijzige onderneming. Hij liet speciaal meubels, serviezen en tapijten ontwerpen, de een nog duurder dan de ander. Hoewel het economisch niet zo goed ging met zijn koninkrijk, weigerde Lodewijk te bezuinigen op de koninklijke uitgaven.

Lodewijk Napoleon en de handel

Al met al had Holland het een stuk slechter kunnen treffen met zijn buitenlandse vorst. Maar daar dacht Napoleon anders over. Hij had Lodewijk op de troon gezet met als doel het Franse belang te dienen. Dat Lodewijk ‘Hollander met de Hollanders’ was geworden, was Napoleon dan ook een doorn in het oog. Het was nooit de bedoeling geweest dat Lodewijk zich ontpopte tot een volwaardige koning en het land nationaliseerde.

Wat met name kwaad bloed zette bij Napoleon, was dat Lodewijk de regels van het zogeheten Continentale Stelsel niet respecteerde. Napoleon had Engeland geïsoleerd en de handelsbanden doorgesneden. Maar omdat Lodewijk zag hoe afhankelijk de Nederlandse economie was van de handel met Engeland, stond hij de smokkel oogluikend toe. Daarop zou de keizer hebben gezegd: ‘Bent u een bondgenoot van Frankrijk of van Engeland? Het spijt mij dat ik u ooit op de troon van Holland heb gezet.’

Lodewijk Napoleon vertrekt uit Nederland

Lodewijk Napoleon zag de bui al hangen en wachtte niet tot hij gedwongen werd afgezet van de Hollandse troon. Vier jaar na zijn aantreden hield hij de eer aan zichzelf en gaf hij de troon aan zijn oudste zoon. Een paar dagen later, op 9 juli 1810, werd Holland officieel ingelijfd bij het Franse keizerrijk.

Daar had Lodewijk grote moeite mee, hij was graag koning gebleven. Bij zijn aftreden zei hij: ‘Hollanders! Nimmer zal ik een goed en deugdzaam volk zoals u vergeten. Mijn laatste gedachte en mijn laatste zucht zullen voor uw geluk zijn.’

Lodewijk Napoleon overleed op 25 juli 1846 in het Italiaanse Livorno en ligt begraven in de Franse kerk Saint-Leu-Saint-Gilles.