Archeologen in Guatemala zijn gestuit op een omvangrijke verzameling verkoolde menselijke resten en duizenden beschadigde ornamenten. De zeldzame vondst vormt belangrijk archeologisch bewijs voor een ingrijpende machtswisseling binnen de Mayabeschaving in negende-eeuws Guatemala. Dat blijkt uit een nieuwe studie die werd gepubliceerd in vakblad Antiquity.
Waar deden archeologen deze bijzondere vondst?
De vindplaats van deze archeologische schat is een Mayatempel in Ucanal, de hoofdstad van een laaglandkoninkrijk dat K’anwitznal werd genoemd. Volgens de onderzoekers werden hier in de negende eeuw de tomben van vroegere Mayaheersers binnengedrongen, hun lichamen verbrand en alle resten – inclusief waardevolle ornamenten – gebruikt als opvulling bij de bouw van een piramidetempel. Een aantal van de ornamenten vind je onderaan.
Deze gebeurtenis viel samen met de komst van een nieuwe heerser in K’anwitznal: Papmalil. Onder zijn bewind brak er voor K’anwitznal een periode van voorspoed aan. ‘Een groot aantal Mayadynastieën viel in die tijd uit elkaar,’ stelt Christina Halperin, hoofdonderzoeker en archeoloog aan de Universiteit van Montreal. Als directeur van het Ucanal Archeological Project heeft ze de ruïnes de afgelopen tien jaar uitgebreid bestudeerd. ‘Ucanal is daarop een uitzondering. Daar zien we juist tekenen van voorspoed.’
Wat troffen de archeologen precies aan?
Halperin en haar collega’s vonden in de ruïnes van een K’anwitznal-piramidetempel een omvangrijke verzameling verbrande menselijke resten en restanten van waardevolle ornamenten, die daar bewust leken gedumpt. ‘Niks van wat we hier aantroffen was zorgvuldig in een urn gestopt of voorzichtig neergelegd. Met opzettelijke brandstichting en stukken steen is zelfs extra schade toegebracht,’ zegt Halperin.
De menselijke resten behoren toe aan vier lichamen. Volgens Halperin gaat het om leden van de koninklijke familie die waren begraven in een familiegraf. En de toegetakelde kostbaarheden? In totaal werden er meer dan vijftienhonderd fragmenten van kettingen, plaquettes, maskers, mozaïeken van jade en obsidiaan gevonden en tienduizend verbrande kralen gemaakt van zeeschelpen aangetroffen – stuk voor stuk schatten die archeologen doorgaans enkel aantreffen in de koninklijke tomben.
Een ritueel om een nieuw tijdperk in te luiden?
De grote vraag is natuurlijk wat het idee was achter deze brute actie. Het bewijs wijst in de richting van een – let op, tongbreker – och-i k’ak’ t-u-muk-il, letterlijk vertaald ‘het vuur trad zijn/haar graf binnen’. Dit is een soort reinigingsritueel waarbij vuur en rook werden ingezet – een rituele verbranding met een soort wierook, maar dan op grotere schaal.
Maar waar zulke rituelen vaak werden uitgevoerd om de doden te vereren, ziet Halperin in K’anwitznal juist het tegenovergestelde: er is geprobeerd om alle overblijfselen van de oude macht te ontheiligen en uit te wissen – en daarmee het nieuwe bewind op een voetstuk te zetten. Dat de restanten vervolgens werden gedegradeerd tot bouwmateriaal voor een nieuwe piramidetempel lijkt evengoed een symbool voor de politieke omwenteling en het nieuwe leiderschap van Papmalil.
Papmalil: gematigd heerser of despoot?
Ondanks de ingrijpende machtswissel bleek Papmalil eerder een gematigd heerser dan een despoot. Zo werden tijdens en na zijn bewind in K’anwitznal veel openbare gebouwen gerenoveerd en nieuwe huizen en grote infrastructurele projecten opgezet.
Ook heerste Papmalil niet als een traditionele Mayakoning, maar als een ochk’in kaloomte: een militair leider of hoge edelman. Hij smeedde nieuwe allianties in de Mayalaaglanden in het zuiden, een gebied dat zich uitstrekte over hedendaags Belize en het noorden van Guatemala.
‘Dat wijst echt op een politieke kentering. Doorgaans zagen we Mayaheersers veel groter en hooghartiger afgebeeld dan de overige betrokken personages,’ aldus Halperin. Papmalil lijkt z’n collega-heersers dus als gelijken te hebben beschouwd. Halperin: ‘Dergelijke afbeeldingen vinden we consequent terug vanaf de negende eeuw, wat laat zien dat er – in elk geval in dit deel van het Mayarijk – een andere politieke wind ging waaien.’