Nadat Adolf Hitler en Jozef Stalin in augustus 1939 het Molotov-Ribbentroppact sloten, kon de Tweede Wereldoorlog niet lang meer uitblijven. Hierin was heimelijk vastgelegd dat beide leiders hun invloed in Oost-Europa konden uitbreiden. Duitsland zou het grootste deel van Polen krijgen, de Sovjet-Unie richtte zich op Oost-Polen, de Baltische Staten en Finland.
Het verdrag was een klap in het gezicht van Frankrijk en Groot-Brittannië, die juist met de Sovjet-Unie in onderhandeling waren om een gezamenlijk front te vormen tegen Duitsland. Hun bedenkingen bij Stalins zuiveringspolitiek bleken een overeenkomst in de weg te staan. Dat aspect speelde voor Hitler geen rol: hij was toch al van plan om op termijn af te rekenen met het Sovjetregime.
1 september 1939: de invasie van Polen
Het startschot van de Tweede Wereldoorlog was Hitlers invasie van Polen, die op 1 september 1939 begon vanuit het al eerder bezette Slowakije. Met luchtsteun van de Stuka, een beruchte duikbommenwerper, denderde de Wehrmacht op diverse plaatsen de grens over. Twee legers van de Heersgruppe Nord (‘Legergroep Noord’), onder leiding van generaal-veldmaarschalk Fedor van Bock, voerden vanuit Noordoost-Duitsland een gecoördineerde actie uit.
Het 3de Leger van bevelhebber Georg von Küchler trok vanuit Oost-Pruisen naar het zuiden. Het 4de Leger van generaal Günther von Kluge viel de westkant van de Poolse corridor binnen, om via Gdansk door te stoten naar Warschau. De Heeresgruppe Süd (‘Legergroep Zuid’), onder leiding van generaal Gerd von Rundstedt, nam het zuidwesten van Polen op de korrel, waarbij het 8ste Leger van generaal Johannes Blaskowitz en het 10de Leger van generaal Walter von Reichenau via het oosten van Duitsland opstoomden. Vanuit Slowakije marcheerde generaal Wilhelm List met zijn 14de Leger Krakau binnen.
De verouderde Poolse cavalerie bleek geen partij voor de gemotoriseerde infanterie van de Wehrmacht. Binnen een week stonden de Duitsers aan de poort van de Poolse hoofdstad Warschau.
27 september 1939: de val van Warschau
Half september werd Warschau vanuit het oosten belegerd door de Heeresgruppe Nord, terwijl het 8ste Leger oprukte in het westen van Polen. De vernietigende aanvallen van de Duitse infanteristen dwongen de hoofdstad op 27 september tot capitulatie, waarmee het Poolse lot was bezegeld. Vanaf dat moment zuchtte het grootste deel van het land onder het juk van de Duitse bezetter; de rest kwam in handen van de Sovjet-Unie.
Hoewel Frankrijk en Groot-Brittannië de oorlog hadden verklaard aan Duitsland, lieten de geallieerde luchtaanvallen op zich wachten. Het Franse leger deelde slechts wat speldenprikken uit aan de Frans-Duitse grens, en de British Expeditionary Force had nog maar net voet op Franse bodem gezet toen Polen zich overgaf.
Gedurende de gehele winter van 1939-’40, de zogenoemde Schemeroorlog, zouden West-Europese landen slechts aarzelend optreden, terwijl de Finnen in het oosten moedig verzet boden tegen de aanstormende Sovjettroepen.
Meer weten? Lees verder in de National Geographic-special Tweede Wereldoorlog in kaart, verkrijgbaar in onze webshop.