De geschiedenis van de aardappel is – net als de pieper zelf – gebakken tot folklore, geprakt tot politiek, en gefrituurd tot wel duizend oorsprongsmythen. Maar de weg van dit gewas naar internationale roem was geen simpel verhaal – het ging gepaard met stigma, verdraaiingen en pure noodzaak.

Oorsprong van de aardappel

Voordat de aardappel zijn status als ‘comfort food’ ontving, werd de groente als heilig beschouwd. Hoog in het Andesgebergte cultiveerden de Inca’s en hun voorouders het gewas zo’n achtduizend jaar geleden – niet alleen voor voeding, maar ook voor geluk. De aardappel was voedzaam, bestand tegen kou en in staat te groeien in dunne, rotsachtige grond waar maar weinig andere gewassen het volhielden. Eeuwenlang ondersteunde de groente de bloeiende pre-Columbiaanse beschavingen.

Leestip: Wat aten mensen in de Middeleeuwen?

De Spaanse veroveraars introduceerden de aardappel in de zestiende eeuw in Europa, nadat ze de groente meesmokkelden met de buit van hun kolonisatie. De aardappel maakte echter niet zo’n indruk als de andere gestolen goederen, zoals goud en chocolade. Het was een snelgroeiende, maar onbekende plant, lelijk en bedekt met aarde. Hoewel zijn wortels in Zuid-Amerika heilig waren, had de vreemde knol in het Westen nog geen respect verdiend.

geschiedenis aardappel peru europa inca
Jim Richardson, Nat Geo Image Collection
Een ceremonie na de oogst om de geest van de aardappel op te roepen. De Inca’s beschouwden de aardappel als heilig.

Knol van de duivel

Tegen de achttiende eeuw waren de meeste Franse recepten vervlochten met religie. Een feestelijke hoofdrol was weggelegd voor fruit uit gaarden en wild gevogelte, terwijl alles dat uit ‘duivelse drek’ moest worden opgegraven – zoals uien, wortels en al helemaal aardappelen – enkel geschikt was voor boeren en zwijnen.

Mensen dachten dat de aardappel verwant was aan de dodelijke nachtschade en verbonden de bevlekte schil van het gewas met lepra; de aardappel werd als niet-christelijk gezien en de cultivatie voor menselijk gebruik werd verboden.

Ongunstige weersomstandigheden en slechte landbouwtechnieken leidden tot braakliggende graanvelden en lege magen. Aan het einde van de eeuw woedde er een hongersnood in Frankrijk.

Aardappelpropaganda

De Franse farmacoloog Antoine-Augustin Parmentier, die als gevangene in Pruisen had overleefd op een dieet van aardappels, werd een trouwe verdediger van de eetbare knol. Hij overtuigde de wetenschappelijke gemeenschap met pamfletten waarin hij pleitte voor de aardappel. Hij gebruikte aardappels voor de behandeling van diarree en ter vervanging van bloem, en organiseerde koolhydraatrijke avonden voor Parijzenaren en de internationale elite.

Leestip: Telen we straks de perfecte aardappel dankzij AI?

Om ook de arbeidersklasse, die lang had geleerd de aardappel te haten, ervan te overtuigen dat de aardappel eetbaar was, paste Parmentier een oude marketingtruc toe: exclusiviteit. Toen hij 54 hectare land in de buurt van Parijs kreeg toegewezen van Lodewijk XVI zorgde hij ervoor dat zijn aardappelplanten enkel overdag bewaakt werden. Zo werden lokale mensen verleid om het geliefde gewas ’s nachts te ‘stelen’ en zelf te planten.

Aan het einde van de eeuw waren aardappelen volledig ingeburgerd. Madame Mérigot’s La Cuisinière Républicaine werd het eerste aardappelkookboek, waarin de knol wordt omschreven als ‘brandstof voor de armen’, stelt onderzoeker Rebecca Earle van de University of Warwick.

geschiedenis aardappel peru europa parmentier
Stefano Bianchetti/Bridgeman Images
Antoine Augustin Parmentier (1737-1813) was een Franse farmacoloog en agronoom.

Terwijl Parmentier bezig was de pieper te promoten in Frankrijk, werd er ook op andere plekken ter wereld aardappelpropaganda verspreid. Frederik II van Pruisen gaf boeren het bevel aardappels te verbouwen. Toen ze dit weigerden, dreigde hij hun oren en tongen af te snijden, waarna hij overstapte op een Parmentier-achtige strategie: hij noemde de aardappel ‘een gerecht voor koningen’, waarmee het gewas dat bekend stond als varkensvoer ineens een koninklijk sausje kreeg.

Verspreiding buiten Europa

Vanaf de negentiende eeuw ging de aardappel in veel landen gepaard met een bijsmaak van vaderlandsliefde. Heersers, hervormers en wetenschappers begrepen inmiddels dat controle over de voedselproductie een vorm van macht opleverde.

Leestip: Je lichaam zit vol microplastics. Zo vermijd je ze

Ierse vluchtelingen van de hongersnood brachten de aardappel naar Noord-Amerika. Ook in Rusland werd de groente een onmisbaar onderdeel van het dagelijks dieet. In China, waar het gewas werd geïntroduceerd als een strategische keuze voor voedselzekerheid, is het nu de meest verbouwde hoofdschotel en een populair ingrediënt voor streetfood. In Peru, de geboorteplaats van de aardappel, worden nog steeds duizenden inheemse variëteiten verbouwd in het Andesgebergte en blijft de knol een symbool van trots en biodiversiteit.

Van Indiase aloo gobi tot Koreaanse gamja jorim, de aardappel heeft zich moeiteloos verspreid door keukens over de hele wereld. Telkens wanneer de groente wortel schoot, heeft het zich opnieuw uitgevonden en werden gaandeweg miljoenen monden gevoed.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!