Nederland mag dan niet bekendstaan om haute cuisine, maar onze liefde voor de frituur is onovertroffen. Van patat mét tot de frikandel speciaal: al generaties lang trekken we massaal naar de snackbar of automatiek. Aan de hand van unieke archieffoto’s duiken we in de verrassende geschiedenis van onze favoriete vette hap.

De oorsprong van patat (of friet)

Op de vraag wie de bedenker is van de zak patat (of friet, voor sommigen een gevoelig onderwerp) met een flinke klodder mayonaise, worden vooral België en Frankrijk genoemd. Maar de oorsprong ligt veel verder van huis.

vrouwen en kinderen eten hun zakje patat
Hoef, W.P.W. (Wout) van de / Fotobureau onbekend / Spaarnestad Photo / Nationaal Archief
Vrouwen en kinderen eten een zakje patat voor een houten eethuisje in Amsterdam. Rechts staat een medewerker met een glas chocolademelk. 24 december 1952.

De Inca’s in de Andes waren waarschijnlijk de eersten die de aardappel teelden. De Spaanse veroveraars introduceerden de aardappel in de zestiende eeuw in Europa, nadat ze de groente meesmokkelden met de buit van hun kolonisatie.

In 1840 wordt het diepfrituren van aardappelstaafjes voor het eerst beschreven in een Frans kookboek, een techniek die later in België snel aan populariteit wint. Tijdens de Eerste Wereldoorlog maakten Nederlanders voor het eerst kennis met de snack door de komst van Belgische vluchtelingen.

Het begin van de frituurcultuur in Nederland

De Nederlandse frituurcultuur maakt een opmars door als gevolg van de financiële crisis van de jaren dertig en de Tweede Wereldoorlog, iets dat ook geldt voor de Chinees-Indische keuken in Nederland. Er was schaarste en men had behoefte aan betaalbaar eten.

twee patat etende jongetjes
Fotograaf Onbekend / Anefo / ANEFO / NA / Nationaal Archief
Twee jongetjes genieten van een zak patat op straat, ergens in Nederland rond 1960–1970.
een jongen en een man eten een zakje patat
Jansen, Kees / Fotobureau onbekend / Spaarnestad Photo / Nationaal Archief
Een jongen en een man eten een zak patat terwijl ze op de stoep zitten, ergens in Nederland rond 1955–1970.

In de jaren dertig worden in het zuiden van Nederland de eerste frietzaken geopend, waarvan eetsalon Van Dam in Eindhoven een van de bekendste is. Je kunt er een piccalillysausje krijgen en naast een frietje onder meer rolmops, worst en zure haring bestellen.

Tussen 1945 en 1950 openen honderden frietzaken in Nederland, vaak gevestigd in loketten, kiosken en tentjes. Ook beginnen veel mensen vanuit huis een frituur met een gat in de muur. Het is een belangrijke reden waarom veel snackbars midden in woonwijken zijn gevestigd.

man en een vrouw bij een snackbar
Chijs, G.A. van der / Fotobureau Cevirum / Spaarnestad Photo / Nationaal Archief
Een man en een vrouw bij een snackbar. Nederland, februari 1960.
patatkraam
Blansjaar, Henk / Fotobureau onbekend / Spaarnestad Photo / Nationaal Archief
Een patatkraam met etende klanten, Nederland, 1961.

Vanaf 1949 verspreidt de frituurcultuur zich over heel Nederland. In de loop van de jaren breidt het assortiment aan frituurgerechten sterk uit. Vooral de frikandel en rundvleeskroket zijn razend populair.

een vrouwelijke medewerkster van de snackbar van dobben staat achter een enorme berg witte broodjes
Hoef, W.P.W. van de / Spaarnestad Photo / Nationaal Archief
Een medewerkster van snackbar Van Dobben staat achter een enorme berg witte broodjes, de dagvoorraad. Amsterdam, 12 april 1958.
medewerkster van de snackbar stapelt de bakken waarin de beroemde van dobben kroketten op voorraad liggen
Hoef, W.P.W. van de / Spaarnestad Photo / Nationaal Archief
Een medewerkster van snackbar Van Dobben stapelt de bakken met kroketten voor de verkoop van de volgende dag. Amsterdam, 22 maart 1958.

De eerste loketautomaat

In 1931 wordt de eerste loketautomaat in Amsterdam geopend door Heck’s. Deze Duitse uitvinding wordt vooral populair vanaf 1952 door de winkelsluitingswet van dat jaar, waarin winkels voortaan om zes uur ’s avonds dicht moeten. Met de zogenoemde automatiek kon dit beleid worden omzeild, waardoor de machines in razend tempo door het hele land verschenen.

eten uit de muur
Jong, J.J.M. (Jan) de / Spaarnestad / Spaarnestad Photo / Nationaal Archief
Moeder en dochter bij een loketautomaat. Nederland 1950.

Steeds meer ijssalons beginnen daarnaast ook friet te verkopen en later sluiten ook bakkers zich aan bij deze trend. Zo breidt in de jaren zestig bakker Johan Izaak de Borst zijn bakkerij aan de Amstelveenseweg in Amsterdam uit met een moderne automatiek onder de naam Febo – niet in de Ferdinand Bolstraat, wat eerst de bedoeling was en waaraan de keten zijn naam dankt.

Vanaf de jaren tachtig groeit het concept razendsnel en Febo wordt het synoniem voor ‘eten uit de muur’. Tot op de dag van vandaag trekken nog altijd veel mensen hun favoriete snack uit de automatiek.

Nog altijd een succes

Hoewel het traditionele afhalen onder druk staat, vooral door de opkomst van bezorgdiensten, halen dagelijks nog altijd honderdduizenden Nederlanders een gefrituurde lekkernij bij de snackbar om de hoek of op het station.

exterieur febo automatiek
Gerrits, Roland / Anefo / Nationaal Archief
Febo in de Leidsestraat Amsterdam in 1987.

Inmiddels is de frituur net zo onlosmakelijk aan Nederland verbonden als stroopwafels en hagelslag. Of patat ooit officieel immaterieel erfgoed wordt, weten we niet – maar in onze cultuur staat de snack allang op een voetstuk.

Meer ontdekken? Krijg onbeperkt toegang tot National Geographic Premium en steun onze missie. Word vandaag nog lid!