In de loop der eeuwen raakte de Heilig Grafkerk in Jeruzalem zwaar beschadigd door plundering, brand en aardbevingen. In 1009 werd de kerk volledig verwoest en daarna weer herbouwd. Veel moderne wetenschappers achten het onwaarschijnlijk dat dit de plek is die zo’n zeventien eeuwen geleden door een delegatie uit het keizerlijke Rome werd geïdentificeerd als het graf van Christus.
Maar de resultaten van wetenschappelijke tests waarover National Geographic beschikt, lijken te bevestigen dat de resten van een kalksteengrot onder de kerk inderdaad de overblijfselen zijn van het graf dat door de Romeinen werd gevonden.
Monsters van het mortel tussen het oorspronkelijke kalksteen van de grot en de marmerplaat die het graf bedekt, dateren uit de tijd rond 345 na Chr. Volgens de historische bronnen werd de tombe in 326 na Chr. door de Romeinen ontdekt en vervolgens tot een schrijn omgebouwd.
Het vroegste architectonische bewijs dat tot nu toe bij de tombe was gevonden, dateert uit de tijd van de Kruistochten en is niet ouder dan duizend jaar.