De ontdekking van de oudste wijnpers in Libanon vormt nieuw archeologisch bewijsmateriaal voor grootschalige internationale wijnhandel door de oude Feniciërs.
De vondst werpt een nieuw licht op de wijnproductie door de Feniciërs, de zeevarende handelslieden die de wijncultuur door het Middellandse Zeegebied verspreidden. Hun invloed leeft nu nog steeds voort in de wereldwijde populariteit van de drank.
Bij opgravingen bij Tell el-Burak, op zo'n tien kilometer ten zuiden van de Libanese kuststad Sidon, zijn goed bewaard gebleven restanten blootgelegd van een wijnpers die in ieder geval al in de zevende eeuw v.Chr. in gebruik was. Het is de oudste wijnpers die ooit werd gevonden in het oorspronkelijke territorium van de Feniciërs, wat in grote lijnen overeenkomt met het huidige Libanon. Over de ontdekking verscheen onlangs een artikel in het vakblad Antiquity.
Aan de grote aantallen pitjes is te zien dat druiven uit wijngaarden in de buurt hierheen werden gebracht. Ze werden met de voet geplet in een groot witgepleisterd bassin waar ruim vijfduizend liter druivensap in kon.
De ‘must’ die daardoor ontstond werd in een grote kuip opgevangen en opgeslagen in speciale stenen kruiken die amfora's werden genoemd. Hierin kon de wijn gisten en rijpen en werd deze ook getransporteerd. (Lees hoe de klimaatverandering de smaak van Franse wijn beïnvloedt.)
De wijnpers werd samen met vier bakstenen huizen opgegraven in Tell el-Burak, een gedeelte van een Fenicische nederzetting die tussen de achtste en zesde eeuw v.Chr. bewoond was en die volgens de onderzoekers specifiek werd opgericht voor de productie van wijn voor de handel met overzeese gebieden.
“Wijn was een belangrijk Fenicisch handelsproduct,” vertelt Hélène Sader, archeoloog aan de American University of Beirut en een van de leidinggevenden van het Tell el-Burak Archaeological Project. Fenicische wijn uit de streek rond Sidon was beroemd en wordt genoemd in teksten uit het oude Egypte, voegt ze daaraan toe.
Maar in Libanon zelf waren nog weinig aanwijzingen gevonden voor wijnproductie door de Feniciërs. Dat had mogelijk te maken met de weinig systematische aanpak van archeologische opgravingen.
“Er was nog nooit goed onderzoek gedaan naar de kust van Libanon, en er zijn maar heel weinig gedegen opgravingen gedaan op Fenicische vindplaatsen,” aldus Sader.
Aan de noordkust van het huidige Israël, een gebied dat toentertijd behoorde tot de Fenicische koninkrijken Tyrus en Sidon, zijn wel enkele soortgelijke wijnmakerijen aangetroffen.
De Feniciërs hebben de wijn weliswaar niet uitgevonden (er zijn aanwijzingen dat de drank zo'n achtduizend jaar geleden al in Georgië bestond), maar zij hebben er wel voor gezorgd dat de wijnproductie zich over het Middellandse Zeegebied verspreidde, samen met olijfolie en innovaties als het alfabet en glas.
De zeevaarders introduceerden wijngaarden en wijnmakerijen in de steden in hun koloniën in Noord-Afrika, Sicilië, Frankrijk en Spanje. En ze maakten de drank populair door de handel met het oude Griekenland en Rome. Wijn van wilde druiven was daar al wel bekend, maar nog niet zo ver ontwikkeld, vertelt archeoloog Stephen Batiuk van de University of Toronto die niet bij het onderzoek betrokken was.
“De Feniciërs waren mogelijk verantwoordelijk voor de introductie van een drankcultuur, een nieuwe soort bekers en een andere kijk op wijn,” zegthij.
De Fenicische voorliefde voor wijn was ook terug te zien in hun religie, evenals bij andere religies in het Nabije Oosten.
Archeoloog Patrick McGovern van de University of Pennsylvania is een deskundige op het gebied van wijnmakerij in de oudheid en was niet betrokken bij het meest recente onderzoek. Hij legt uit dat de Feniciërs afstammen van de Kanaänieten, een volk uit het bronzen tijdperk die ook de voorouders waren van de Israëlieten.
“Wijn was de belangrijkste offerdrank voor de Feniciërs,” vertelt hij. “Maar dat was ook al zo bij de Kanaänieten en werd overgenomen in het jodendom en het christendom.”
McGovern oppert dat enkele van de honderden amforen uit twee Fenicische scheepswrakken voor de kust van Asjkelon, die uit dezelfde periode stammen, mogelijk afkomstig waren uit Tell el-Burak.
“We hebben een paar amforen geanalyseerd, en het ging om wijn,” zegt hij. “Wellicht kwamen de schepen daar vandaan.”
Het Tell el-Burak-project is een samenwerkingsverband tussen een team van de American University of Beirut en Duitse archeologen. Er wordt sinds 2001 onderzoek gedaan naar de vindplaats, maar dat lag in de afgelopen twee jaar stil vanwege de economische problemen in Libanon, vertelt Sader.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com