In Tel Kabri, in het tegenwoordige noorden van Israël, stond in de achttiende eeuw v. Chr. een majestueus paleis. Het enorme bouwwerk was met zijn ruim zesduizend vierkante meter groter dan veel moderne winkelcentra, was versierd met muurschilderingen en beschikte over een fraaie eetzaal en voorraadkamers die vol stonden met meer dan honderd enorme kruiken met kruidenwijn.

Maar ergens gedurende die eeuw vertrokken de inwoners plotseling. In de bijna duizend jaar daarna stond de kolos er verlaten bij.

Begin 2009, zo'n 3.700 jaar later, krabden archeologen bij de opgraving van het paleis zich achter de oren. Dit schitterende, belangrijke gebouw deed duidelijk dienst als politiek centrum voor de Kanaänieten in het gebied. En het was niet lang voordat het werd verlaten nog gerenoveerd. Dus waarom lieten de bewoners het achter?

Lees hoe DNA van de Kanaänieten uit de bijbel voortleeft in hedendaagse Arabieren en Joden.

De golf die zichtbaar is in de achterwand van een kamer van het paleis wijst eveneens op een aardbeving
De golf die zichtbaar is in de achterwand van een kamer van het paleis wijst eveneens op een aardbeving.
Eric H. Cline

De dertig hectare grote vindplaats bij Tel Kabri ligt in een regio waar tektonische activiteit plaatsvindt, dus het was eenvoudig geweest om een aardbeving als oorzaak aan te wijzen. Maar de archeologen aarzelden: ze hadden het gevoel dat ze zich er makkelijk vanaf maakten door een aardbeving de schuld te geven. Dat was in hun ogen net zoiets als het grapje onder archeologen dat, als ze niet kunnen achterhalen waar een voorwerp voor dient, het wel een ‘ritueel’ doel zal hebben.

Het team dat de opgraving deed, besteedde dan ook verschillende opgravingsseizoenen aan het onderzoeken van alle mogelijkheden. Met steun van de National Geographic Society gingen ze op zoek naar aanwijzingen voor een periode van droogte, voor een overstroming, of voor andere natuurfenomenen waarvoor de bewoners op de vlucht zouden kunnen zijn geslagen. Ze zochten naar sporen van brand, naar wapens of stoffelijke resten die niet waren begraven, en die zouden kunnen duiden op strijdgeweld of gevechten. Nada. Noppes.

Op een luchtfoto van de vindplaats is de horizontale sleuf te zien die door de bovenste helft van de vindplaats loopt
Op een luchtfoto van de vindplaats is de horizontale sleuf te zien die door de bovenste helft van de vindplaats loopt.
Griffin Aerial Imaging

Assaf Yasur Landau van de Israëlische Haifa University, een van de leidinggevenden bij de opgraving en coauteur van een artikel dat onlangs over het onderzoek werd gepubliceerd in het vakblad PLoS One, vertelt dat het zes jaar duurde voordat hij ervan overtuigd was dat het paleis werd verwoest tijdens een aardbeving.

“Ik wilde heel zeker weten dat we alle andere mogelijkheden konden uitsluiten voordat we tot die conclusie kwamen,” zegt hij. “Het is ontzettend belangrijk om geen sensatieverhalen de wereld in te helpen en om gedegen wetenschappelijk werk te verrichten. Als je dat niet doet, bewijs je niet alleen de wetenschap een slechte dienst, maar ook de mensen in het gebied.”

In 2011 startte het Tel Kabri-team met het uitgraven van een soort greppel die dwars door het paleis leek te lopen. In eerste instantie dachten de archeologen dat deze recent was aangelegd; mogelijk was het een irrigatiekanaal voor de avocadokwekerij naast de vindplaats, of wellicht was de sleuf gegraven tijdens de Arabisch-Israëlische Oorlog van 1948.

“In '48 werd er aan de andere kant van de weg gevochten,” vertelt een andere leidinggevende bij Tel Kabri,Eric Cline van de Amerikaanse George Washington University. “In onze aantekeningen noemden we het een recente tankgreppel.”

Maar in de loop van verschillende opgravingsseizoenen begonnen de archeologen dingen op te vallen aan het paleis die niet helemaal leken te kloppen. Er waren muren die uit het lood stonden. Er waren vloeren die leken te ‘golven’, die scheef waren of waar butsen in zaten, vermoedelijk doordat er voorwerpen van enige hoogte op waren gevallen.

In 2019 was zo'n dertig meter van de greppel blootgelegd. De archeologen zagen dat er metsellagen van een paleismuur in de sleuf leken te zijn gevallen.

“Dat was het moment dat we elkaar aankeken en waarbij de opzichter zei: ‘Ik denk niet dat deze greppel recent is. Ik denk dat die al heel oud is,’” herinnert Cline zich. “Iemand vroeg: ‘Eeeh, aardbeving?’ En we hadden allemaal zoiets van: ‘Ja, zou kunnen. Laten we Michael bellen.’”

Michael Lazar, die als onderzoeker verbonden is aan de vakgroep Marine Geosciences van de University of Haifa en die de hoofdauteur is van het artikel in PLoS One, bracht in 2013 een bezoek aan Tel Kabri, toen het team een voorraadkamer voor wijn ontdekte. “Ik zag een boel kruiken die waren verbrijzeld doordat het dak was ingestort,” herinnert hij zich. “Assaf vroeg: ‘Wat denk jij?’ en ik zei: ‘Een aardbeving’. En toen zei Assaf: ‘Nee, wat denk je nou echt dat de oorzaak was?’”

Zes jaar later stonden de deskundigen rond de sleuf en constateerden dat het er echt op leek dat het ging om een breuk die was veroorzaakt door een aardbeving. Mogelijk was dit het resultaat van bodemverweking, het verschijnsel dat volledig doorweekte grond zijn stevigheid verliest. Dat zou een direct gevolg van een aardbeving kunnen zijn geweest, of een secundair gevolg van een aardbeving verderop, waardoor het waterpeil in Tel Kabri wijzigde.

De onderzoekers besloten daarna om het fijne gruis te analyseren dat op de vloer van het paleis lag. Ze ontdekten dat het materiaal een mengsel was van stucwerk en afgebroken stukken muur, die bij een en dezelfde gebeurtenis naar beneden waren gekomen. Er waren geen moddersporen die erop duidden dat de vloer aan de elementen was blootgesteld voordat deze bedekt raakte met gruis. Het was plotseling gegaan; er was geen sprake van langzaam verval.

Al die bijzonderheden begonnen een beeld te vormen: de muren die uit het lood stonden, de scheve, gebutste vloeren, de enorme verbrijzelde stenen wijnkruiken, het microgeologische bewijsmateriaal en de breuk die door het paleis liep. Daarbij kwam dat uit grondmonsters uit de Dode Zee bleek dat er rond 1.700 v. Chr. een aardbeving had plaatsgevonden, rond het moment dat de bewoners het paleis verlieten. Een aardbeving was de enige logische verklaring.

“Zo gaat het in de archeologie,” aldus Cline. “De puzzelstukjes vallen in elkaar. Je verwerpt hypothesen, je bedenkt plausibeler hypothesen en uiteindelijk moet je Sherlock Holmes spelen. Je elimineert factoren die niet kloppen en gaat aan de slag met wat er over is.”

Tina Niemi, geoloog aan de University of Missouri-Kansas en niet betrokken bij het Tel Kabri-project, beaamt dat de vondsten lijken te wijzen op een aardbeving. Maar, voegt ze daaraan toe, er is nog nader onderzoek nodig om antwoord te krijgen op de vraag waar die precies ontstond. Was het mogelijk de kleine breuk bij Kabri, die zich in de buurt van de vindplaats bevindt? Of moet de oorzaak worden gezocht in de grotere en gevaarlijker Dode Zee-breuk, die zo'n veertig kilometer oostelijker loopt? Door een dwarsdoorsnede van de sleuf door het paleis op te graven, zou die vraag mogelijk kunnen worden beantwoordt, stelt ze.

Yasur-Landau is inmiddels overtuigd van de aardbeving-hypothese. “We hebben binnen het project inmiddels zo'n vijf jaar aan deze specifieke vraag gewerkt. Dus het is heel, heel erg fijn dat we nu een antwoord hebben.”

Lazar wijst erop dat de ontdekking een nieuw risico lijkt te betekenen voor de inwoners van het gebied, vooral wanneer de Kabri-breuk de oorzaak zou blijken te zijn van de verwoesting van het paleis. “Als het gaat om aardbevingen en Israël, denkt iedereen aan de Dode Zee-breuk,” stelt hij. “Alle andere breuken worden niet als een serieus risico gezien.”

Hij voegt daaraan toe dat de Kabri-breuk inmiddels is verwijderd van de nieuwe plattegrond van mogelijk actieve breuklijnen in Israël. Maar als deze wel degelijk de oorzaak was van de schade die slechts 3.700 jaar geleden ontstond, in geologisch perspectief pas geleden, dan is het niet uitgesloten dat die in de toekomst weer actief wordt.

“Dat is zeker iets dat we moeten meenemen bij de risicobeoordeling, die breuk moet weer op de plattegrond worden opgenomen.”

Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op NationalGeographic.com