De Kanaänieten zijn vooral bekend als het volk dat in Kanaän – een land van melk en honing – leefde, totdat het werd overwonnen door de oude Israëlieten en verder geen rol in de geschiedenis meer zou spelen. Maar uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat het genetische erfgoed van de Kanaänieten doorleeft in het DNA van veel moderne Arabieren en Joden.
Het onderzoek laat ook zien dat migranten uit het verre Kaukasusgebergte zich vermengden met de inheemse populatie en zo de unieke Kanaänitische cultuur vormden die dit gebied tussen Egypte en Mesopotamië in de Bronstijd domineerde, van circa 3500 tot 1200 v.C.
Het team isoleerde DNA uit de beenderen van 73 individuen die in de loop van 1500 jaar op diverse Kanaänitische vindplaatsen in heel Israël en Jordanië werden begraven. Ook analyseerden ze de gegevens van nog eens twintig personen uit vier vindplaatsen die al eerder waren onderzocht.
‘De individuen van al deze vindplaatsen vertonen een grote genetische gelijkenis,’ zegt Liran Carmel, moleculair bio-informaticus aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem en een van de auteurs van de studie. Dus hoewel de Kanaänieten in verspreid van elkaar liggende stadstaatjes woonden en nooit een aaneengesloten natie vormden, waren ze in genetisch en cultureel opzicht één volk.
De onderzoekers vergeleken het oude DNA ook met dat van moderne populaties en ontdekten dat de meeste Arabische en Joodse bevolkingsgroepen in de regio meer dan de helft van hun DNA te danken hebben aan de Kanaänieten en aan andere volkeren die in de oudheid in het Midden-Oosten leefden – een gebied dat ook het grootste deel van de huidige Levant, de Kaukasus en Iran omvat.
Wie waren de Kanaänieten?
De Kanaänieten spraken een Semitische taal en werden lange tijd gezien als afstammelingen van oudere volkeren die zich duizenden jaren eerder in dit gebied vestigden. Maar archeologen breken zich het hoofd over het rood-zwarte aardewerk dat op Kanaänitische vindplaatsen is ontdekt en sterk doet denken aan aardewerk uit het Kaukasusgebergte, zo’n 1200 kilometer verder naar het noordwesten. Bovendien is het historici opgevallen dat veel Kanaänitische namen zijn afgeleid van het Hurritisch, een niet-Semitische taal die uit de Kaukasus stamt.
De genen van de onderzochte Kanaänieten wijzen op een mix van neolithische volkeren en migranten uit de Kaukasus, die aan het begin van de Bronstijd in de regio begonnen op te duiken. Volgens Carmel lijkt deze migratie meer dan een eenmalige gebeurtenis te zijn geweest en bestond zij mogelijk ‘uit meerdere golven gedurende de gehele Bronstijd’.
Een broer en zus die rond 1500 v.C. in Megiddo woonden, in het noorden van het huidige Israël, kwamen uit een familie die relatief recent vanuit het noordoosten naar het gebied was getrokken. Het team ontdekte ook dat individuen uit twee kustplaatsen – Ashkelon in Israël en Sidon in Libanon – een iets grotere genetische diversiteit vertoonden. Dat kan komen omdat mediterrane havensteden intensievere handelscontacten onderhielden dan nederzettingen in het binnenland.
Wie kwamen het eerst?
Zowel Israëlische als Palestijnse politici beweren dat de regio van Israël en de Palestijnse gebieden het voorouderlijk stamland van hun volken is, en stellen dat de andere groep pas later in het gebied arriveerde. ‘Wij zijn de Kanaänieten,’ zei de Palestijnse president Mahmoed Abbas in 2019. ‘Dit land is voor zijn volk (...), dat hier vijfduizend jaar geleden aanwezig was.’ Het jaar daarop beweerde de Israëlische premier Benjamin Netanyahu dat de voorouders van de moderne Palestijnen pas duizenden jaren ná de Israëlieten ‘vanuit het Arabisch schiereiland naar het land Israël’ waren gekomen.
Volgens Schwarz komt uit het nieuwe onderzoek naar voren dat de huidige bewoners van de regio ondanks de tumultueuze veranderingen in dit gebied sinds de Bronstijd ‘voor een groot deel afstammen van de oorspronkelijke volkeren in het gebied.’
Carmel wijst er wel op dat er aanwijzingen zijn voor latere demografische verschuivingen. Hij hoopt zijn inzichten snel verder uit de breiden door ook DNA te isoleren uit de stoffelijke resten van oude bewoners die geïdentificeerd kunnen worden als Judeeërs, Moabieten, Ammonieten en andere volkeren die in de Bijbel en andere teksten worden beschreven.
‘Je zou bijvoorbeeld de ‘Kanaänieten’ kunnen vergelijken met de ‘Israëlieten’,’ zegt archeologe Mary Ellen Buck, die een boek over de Kanaänieten schreef. ‘In de Bijbel staat dat dit verschillende en elkaar bestrijdende volkeren waren, maar er zijn aanwijzingen dat ze sterk met elkaar verwant zijn.’