Opgegraven standbeelden van het Terracottaleger in de graftombe van de Chinese keizer Qin Shi Huangdi

Op 21 december 2017 droeg Michael Rohana, ingezetene van de Amerikaanse staat Delaware, een groene sweater en een petje van het baseballteam Philadelphia Phillies toen hij in de aanloop naar Kerstmis een feestje bezocht in het Franklin Institute in Philadelphia, Pennsylvania.

Op bewakingsbeelden is te zien hoe Rohana rond 21.15 uur met een paar vrienden de afgesloten tentoonstellingsruimte binnensluipt. De Chinese expositie, die was uitgeleend aan het instituut, was sinds 30 september 2017 te zien en omvatte ook tien wereldberoemde terracottasoldaten, naast munten, goudsmeedkunst, jade en wapens die bij de opgravingen van het Terracottaleger in China waren gevonden. Kort nadat de mannen de tentoonstellingsruimte waren binnengegaan, vertrokken Rohana’s vrienden weer en lieten de 24-jarige alleen achter tussen de versteende krijgers.

Op de beelden is te zien hoe Rohana de tentoonstelling bekijkt met behulp van het schijnsel van zijn smartphone. Hij lijkt een van de soldaten – de zogenaamde ‘Cavalerist’ – te omhelzen en maakt er een selfie mee. Dan legt hij zijn hand op de linkerhand van het terracottabeeld. Waarschijnlijk breekt hij iets van het beeld af en stopt het souvenir in zijn zak. Daarna gaat hij weg.

Het museumpersoneel besefte pas op 8 januari dat er iets aan het beeld ontbrak en vijf dagen later wisten ze het vandalistische gedrag te herleiden tot Rohana. Al snel stond de politie voor de deur van zijn huis, waar hij met zijn ouders woonde. Rohana bekende dat hij een stuk duim van het standbeeld in een bureaula in zijn slaapkamer bewaarde.

Duimdiefstal

Op 13 januari werd Rohana gearresteerd en aangeklaagd wegens diefstal, verduistering van een belangrijk kunstobject en het vervoer van gestolen goederen over de staatsgrens. Nadat hij zijn paspoort had ingeleverd, werd hij op 16 februari op borgtocht vrijgelaten.

Het Shaanxi Cultural Heritage Promotion Center, dat de standbeelden aan het Franklin Institute had uitgeleend, sprak zijn “scherpe veroordeling” uit over de “onzorgvuldigheid” van het museum. Het centrum liet ook weten dat het twee experts zou sturen om de schade op te nemen en de afgebroken duim weer aan het standbeeld te bevestigen. Daarnaast verklaarde het centrum dat het een eis tot schadevergoeding zou indienen.

Sporen van verf herinneren vaag aan de schitterende kleuren waarmee de terracottastrijders op met moment van hun bijzetting ruim tweeduizend jaar geleden waren beschilderd Dit fragment bootst het kenmerkende harnas van die tijd na stukken leer die waren bedekt met een laklaag en die met rode koorden aaneen waren geregen De handen waren speciaal gevormd om een wapen vast te houden
Sporen van verf herinneren vaag aan de schitterende kleuren waarmee de terracottastrijders op met moment van hun bijzetting, ruim tweeduizend jaar geleden, waren beschilderd. Dit fragment bootst het kenmerkende harnas van die tijd na: stukken leer die waren bedekt met een laklaag en die met rode koorden aaneen waren geregen. De handen waren speciaal gevormd om een wapen vast te houden.
O. Louis Mazzatenta

Ter gelegenheid van het feit dat de terracottabeelden veertig jaar geleden werden ontdekt, had het centrum wereldwijd 260 tentoonstellingen in het buitenland georganiseerd. Maar dit was de eerste keer dat er een dusdanig ernstig incident aan het licht was gekomen.

“Wij roepen de Amerikaanse zijde op om de persoon die deze vernieling en diefstal van het erfgoed van de mensheid op zijn geweten heeft, zwaar te straffen,” verklaarde een partijfunctionaris tegenover de communistische partijkrant Beijing Youth Daily.

Het Franklin Institute liet in een verklaring weten dat het op de avond van de kerstparty niet de gebruikelijke sluitingsprocedures had gevolgd en kondigde aan de bewaking en veiligheidsprocedures te herzien om voorvallen zoals deze in de toekomst te voorkomen.

Versteend in terracotta

Het tweeduizend jaar oude standbeeld van de ‘Cavalerist’ heeft een geschatte waarde van 4,5 miljoen dollar en maakt deel uit van het grote Terracottaleger uit het mausoleum van Qin Shi Huangdi, de eerste keizer van China. Het mausoleum is opgenomen in de Unesco-Werelderfgoedlijst en wordt beschouwd als de belangrijkste archeologische vondst die in China is gedaan.

In 1974 stuitten Chinese arbeiders op vreemde terracottafragmenten toen ze even buiten de stad Xian bezig waren een waterput voor een boomgaard te graven. Ze waarschuwden de autoriteiten, die de vondst op hun beurt aan archeologen van de overheid meldden. In ruim veertig jaar van opgravingen is een deel van het mausoleum van Qin Shi Huangdi blootgelegd.

Qin besteeg de troon kort na zijn dertiende verjaardag en heerste van 246 tot 210 v.Chr. over China. Hij wist de vele, elkaar bestrijdende koninkrijkjes van China onder zijn gezag te verenigen, maakte een einde aan het feodalisme en begon aan de bouw van de eerste Chinese Muur.

Al kort nadat hij aan de macht kwam, beval Qin om met de bouw van zijn mausoleum te beginnen. Meer dan 700.000 arbeiders werden voor het project te werk gesteld. De bouw duurde tot 209 v.Chr., een jaar na Qins dood.

Het complex omvat vier grafkuilen, waarvan er drie zijn gevuld met achtduizend terracottasoldaten, hoewel het er op zeker moment mogelijk veel meer zijn geweest. De soldatenstandbeelden zijn opgesteld volgens hun rang en de roze geschilderde gezichten van de soldaten hebben individuele gelaatstrekken. Uit de resten van de tweeduizend jaar oude beschilderingen blijkt ook dat de krijgers ooit zwart haar en bruine of zwarte ogen hadden en dat ze waren beschilderd met rode, groene, paarse en gele verf om de prachtige militaire tenues na te bootsen.

In de drie opgegraven kuilen werden daarnaast houten strijdwagens met levensgrote paarden van klei gevonden.

De graftombe van Qin zelf is nog steeds niet opgegraven, maar Chinese archeologen hebben de grafheuvel onderzocht met behulp van remote sensing-technieken, bodemradar (ground-penetrating radar) en het verzamelen van boorkernen. Daarbij ontdekten ze dat het grafcomplex in totaal bijna tienduizend hectare beslaat.

Er liggen nog veel meer mensen in het complex begraven, onder wie de ambachtslieden, arbeiders en misdadigers die tijdens de bouw stierven. Ook de vermoedelijke skeletten van de vele zonen en van de omgebrachte concubines van Qin bevinden zich in het massagraf.

In ‘Kuil 1’ werden voor het laatst in 1985 opgravingen gedaan, waarna het werk abrupt werd stilgelegd toen een arbeider het hoofd van een terracottasoldaat had gestolen. De dief werd geëxecuteerd.