Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog werd er op de deur geklopt bij de eigenaar van een verfwinkel in het plaatsje Belleville in de Amerikaanse staat New Jersey. Voor de deur stond de 28-jarige Duitse immigrant Leo Gelbart. Hij ging langs de deuren bij de leden van de Joodse gemeenschap in het stadje.
‘Dit gezin moet uit Duitsland vluchten en ik heb niet genoeg geld om ze te helpen. Kunt u dat doen?’ vroeg Gelbart. Hij liet de winkeleigenaar een zwart-wit-foto zien van zijn vrienden uit München: een goed uitziend echtpaar genaamd Karl en Justine Penzias, met hun zonen Arno en Günther van zes en vier jaar oud. Aangezien het naziregime van de Duitse rijkskanselier Adolf Hitler steeds meer Joden vervolgde en interneerde, moest het gezin Penzias vluchten om aan het concentratiekamp te ontkomen. Maar om naar Amerika te kunnen emigreren, moesten ze verschillende ondersteuningsverklaringen hebben – officiële documenten waarin Amerikanen officieel verklaarden dat de vluchtelingen familie en een financieel vangnet hadden in de Verenigde Staten. Voor het eerste kon Gelbart zorgen, door ten onrechte te vermelden dat zijn vriend Karl Penzias zijn neef was. Maar als kelner verdiende hij te weinig om in aanmerking te komen als sponsor voor het gezin. Hij ging op zoek naar iemand die bereid was de tweede verklaring te ondertekenen, en zich daarmee garant stelde voor de familie Penzias wanneer deze in geldnood zou komen.
De 52-jarige verfverkoper zegde toe om te helpen. ‘Ik ondersteun hen graag tot ze op eigen benen kunnen staan,’ schreef hij in de verklaring. Vanuit Duitsland gaf de zeer dankbare Karl Penzias via zijn vriend de hem onbekende man zijn woord dat de steun voor zijn gezin alleen op papier nodig was, en dat zij hun dankbaarheid zouden tonen door nooit contact met hem op te nemen.
De oudste van de twee jongens op die foto, Arno Penzias, is inmiddels 89 jaar oud. De gepensioneerde Nobelprijswinnaar en radioastronoom woont in het noorden van de staat Californië. Hij werd in 1933 in München geboren, in de tijd dat Hitler opklom naar de macht. De familie Penzias werd in 1938 net als andere Joden met een Pools paspoort opgepakt en op de trein naar Polen gezet. Maar hun trein had vertraging, en vlak voordat de trein de grens bereikte, verklaarde Polen hun paspoort ongeldig.
In 1939 deden Arno’s ouders verwoede pogingen om te regelen dat ze vanuit Duitsland naar Amerika konden vertrekken. Intussen stuurden ze hun jonge zonen naar Engeland met het Kindertransport, een Britse reddingsactie waarbij tienduizend voornamelijk Joodse kinderen uit nazigebieden in veiligheid werden gebracht. De broers verbleven op verschillende plekken, onder meer in een meisjesweeshuis in Londen en in verschillende Engelse pleeggezinnen. Terwijl de nazi’s steeds meer werk maakten van Hitlers moordcampagne waardoor het woord ‘genocide’ het licht zag, voegden Karl en Justine Penzias, die inmiddels de benodigde papieren op zak hadden, zich bij hun zonen in Engeland. Van daaruit namen ze de boot naar de VS. Het schip moest tijdens de reis over de Atlantische Oceaan ontkomen aan noodweer en Duitse onderzeeërs. Op 3 januari 1940 maakten journalisten bij de aankomst van het schip in New York City foto’s van Arno en Günther, jonge vluchtelingen die met grote ogen naar het Vrijheidsbeeld zwaaiden.
Het gezin Penzias vestigde zich in de Bronx, waar de jongens naar school gingen en Engels leerden. Arno studeerde af aan de Brooklyn Technical High School en het City College. Hij ging in dienst bij het U.S. Army Signal Corps, dat zich bezighoudt met de communicatie binnen het leger, en promoveerde als natuurkundige aan de Columbia University. Hij kreeg een baan bij Bell Laboratories en ontdekte in de jaren zestig samen met zijn onderzoekspartner Robert Wilson de kosmische achtergrondstraling die de kosmologische oerknaltheorie bevestigde. In 1978 ontvingen beide onderzoekers de Nobelprijs voor de Natuurkunde voor hun ontdekking. In een brief die hij schreef in reactie op een felicitatietelegram van de toenmalige Amerikaanse president Jimmy Carter, toonde Penzias zich dankbaar voor de kans die hij had gekregen om naar Amerika te komen:
‘Ik kwam 39 jaar geleden naar de Verenigde Staten als een arme vluchteling uit nazi-Duitsland. Voor mijn gezinsleden en mijzelf was Amerika zowel een veilige haven als een land van vrijheid en kansen. In een tijd waarin regelmatig vraagtekens worden gesteld bij de belofte en betekenis van de Amerikaanse instituties, voel ik de behoefte om me uit te spreken over de inlossing van de Amerikaanse belofte in mijn eigen leven. Ik ben er heel trots op Amerikaan te zijn en ik ben Amerika en het Amerikaanse volk zeer dankbaar. Daarom neem ik de gelegenheid te baat om op deze bescheiden wijze het Amerikaanse volk te bedanken, via u, in uw functie als vertegenwoordiger van het Amerikaanse volk.’
Maar het was niet meer mogelijk om de man te bedanken die met zijn handtekening de deur naar Amerika had geopend. Arno’s vader had beloofd om nooit contact op te nemen met degene die de verklaring had ondertekend, en hij hield zich aan zijn belofte. De gegevens over degene die hen had geholpen bleven een mysterie.
Maar toen vond Arno’s zoon David Penzias in 2012 een envelop in de paperassen van de familie. Daarin zat een kopie van de verklaring, ondertekend door ene Barnet Yudin. David bladerde door de kopieën van de documenten die Yudin had aangeleverd ter ondersteuning van de verklaring. Hij was onder de indruk van de hoeveelheid informatie die deze vreemde bereid was geweest bekend te maken: hij verdiende 125 dollar per week als eigenaar van de verfwinkel waar hij boven woonde in een door hem gekocht pand. Hij had 2.000 dollar op zijn bankrekening. Deze man had zich niet alleen garant gesteld voor een gezin dat hij niet kende, hij had zich daarvoor ook flink wat moeite getroost. Wie was hij?
Na een zoektocht op internet belde David Penzias met een nummer dat hij had gevonden van ene Robert Yudin in New Jersey. Hij was er vrij zeker van dat dit de kleinzoon van Barnet Yudin was. Het was een onverwacht telefoontje dat leidde tot een bijzonder contact. In eerste instantie reageerde de familie Yudin enigszins terughoudend; Barnet was in 1950 aan kanker overleden. Ook zijn vrouw, zoon en dochter waren inmiddels overleden, en zijn kleinkinderen herinnerden zich niet dat zij Barnet ooit iets hadden horen zeggen over een Duits gezin dat hij had geholpen met een verklaring. Maar toen de zoon van Arno niet lang daarna de documenten naar hen opstuurde, vielen de puzzelstukjes op hun plaats.
Het idee dat Barnet zijn financiële hebben en houden in de openbaarheid had gebracht om anderen te helpen om aan vervolging te ontkomen, strookte met hun beeld van de bescheiden, vrijgevige man die ze kenden. Er werden meer familieleden ingeschakeld die iets konden vertellen over het leven van Barnet: Hij werd in 1886 in Rusland geboren en wilde arts worden. Hoewel hij voor het toelatingsexamen van de artsenopleiding slaagde, werd hij toch niet toegelaten, naar verluidt omdat hij Joods was. Hij vertrok in 1906 uit Rusland, om via Scandinavië naar de Verenigde Staten te gaan. Nadat hij zich in New Jersey had gevestigd, verkocht hij verf vanaf een kar. Uiteindelijk lukte het hem om samen met zijn vrouw Anne een goedlopende winkel in verf en ijzerwaren te beginnen.
Een van de kleindochters van Barnet is Sydney Neuwirth, een gepensioneerd kunstenaar die in Princeton, New Jersey woont. Ze groeide op in een van de appartementen boven de winkel van haar grootvader. Terwijl ze door een map met foto’s, brieven en krantenartikelen bladert die een beeld geven van het leven van haar grootouders, voelt ze een diepe verbondenheid met haar grootvader en het gezin dat hij hielp. ‘Hij wist wat het was om afgewezen te worden,’ zegt ze. ‘Dit was zijn manier om te helpen. Hij wilde mensen altijd helpen.’ Als ze leest over de oorlog die momenteel gaande is in Oekraïne, en over de daaruit voortkomende vluchtelingencrisis, de grootste in Europa sinds de Tweede Wereldoorlog, ziet ze het verhaal nog meer in perspectief.
Bijna tachtig jaar nadat Barnet de verklaring ondertekende, ging zijn familie in op het verzoek van David Penzias om elkaar te ontmoeten. Arno kon door gezondheidsproblemen niet aanwezig zijn, maar zijn broer en neef gingen naar New Jersey om te brunchen bij de kleinzoon van Barnet. Boven een tafel met bagels, gerookte zalm en witvis deelden de familieleden documenten en herinneringen met elkaar. David deelde kopieën uit van een recente foto van zijn vader en oom met hun directe nakomelingen. Terwijl de familie Yudin het grijze tweetal met hun vijf volwassen kinderen en tien kleinkinderen bekeek, zei David: ‘Zonder Barnet Yudin zou geen van deze mensen er nu zijn geweest.’ En terwijl de grote impact van de stille daad van Barnet tot hun doordrong, ontstond een nieuwe vriendschap.
Barnet Yudin heeft nooit geweten dat de 6-jarige die hij hielp om naar Amerika te komen een van de meest invloedrijke wetenschappers van de twintigste eeuw werd. Volgens Joe Yudin zou zijn overgrootvader dat niet het belangrijkste hebben gevonden: ‘Hij wist dat ze waren ontsnapt. Ik denk dat dat het enige was dat telde voor hem. Hij vroeg zich niet af: gaat die jongen ooit de Nobelprijs winnen, of wordt hij korte stop bij de Yankees? Hij deed wat hij deed omdat dat het goede was, en hij vertelde niemand er iets over. Hij had beslist het grote plaatje voor ogen van hoe mensen zouden moeten zijn.’
Toch denkt Joe zelf wel eens aan het gevolg van het handelen van zijn overgrootvader. De voormalig parachutist van het Israëlische leger heeft nu een reisbureau in Israël. Hij gaat vaak met bezoekers van over de hele wereld naar het officiële Holocaustmonument in het land, Yad Vashem. Tegenwoordig stelt hij een vraag wanneer ze zijn aangekomen bij het Kindermonument van Yad Vashem, een donkere grot waar weerspiegelend kaarslicht doet denken aan miljoenen sterren, ter nagedachtenis van de ongeveer anderhalf miljoen Joodse kinderen die door de nazi’s werden vermoord: ‘Wat hebben we verloren in de Holocaust?’ Naast naar schatting zo’n elf miljoen levens, verloor de wereld ook de belofte van zoveel kinderen hun gezicht te zien op foto’s die worden geprojecteerd op de muren van het monument. ‘We verloren het medicijn tegen kanker. We verloren tijdreizen en reizen naar de verre ruimte,’ speculeert de achterkleinzoon van Barnet Yudin, die daaraan toevoegt: ‘Denk aan alle genieën die het niet overleefden.’ En dan vertelt hij het verhaal van een van hen, Arno Penzias, die het wel overleefde.
Dit artikel werd oorspronkelijk in het Engels gepubliceerd op nationalgeographic.com