De beroemde hindoestaanse Karni Mata-tempel ligt in het dorpje Deshnoke, in het noorden van India, en wordt ook wel de rattentempel genoemd. Het bouwwerk is namelijk het huis voor duizenden van de kleine knaagdieren. Bezoekers van over het hele land reizen naar Deshnoke om de heilige ratten te eren, en nieuwsgierige toeristen van over de hele wereld doen hetzelfde om dit bijzondere fenomeen met eigen ogen te aanschouwen.
De heilige ratten maken deel uit van een legende over Karni Mata, een hindoestaanse die volgens haar volgers leefde van 1387 tot 1538 en een reïncarnatie zou zijn van de godin Durga. Toen de stiefzoon van Karni Mata verdronk, vroeg zij Yama – de god van de dood – om hem weer tot leven te brengen. Eerst stribbelde Yama tegen, maar uiteindelijk gaf hij toe en zorgde hij dat alle zonen van Karni Mata gereïncarneerd werden als ratten. Karni Mata moet veel zonen gehad hebben, want in en rond de tempel leven nu naar schatting 20.000 zwarte ratten, die door de plaatselijke bevolking gevoerd en aanbeden worden.
Geluksbrengers
Als een van de ratten per ongeluk gedood wordt, wordt er een zilveren of gouden replica van het beestje in de tempel geplaatst. In ruil voor de goede zorgen, zouden de knaagdieren geluk brengen aan bezoekers van de tempel. Iets eten waar de diertjes aan geknabbeld hebben, is bovendien een enorme eer. Nog beter is het om één van de zeldzame witte ratten te spotten. Van deze dieren wordt geloofd dat ze een manifestatie zijn van Karni Mata zelf.
Elke dag wordt de tempel vanaf vier uur ’s ochtends geopend voor publiek. Priesters voeren dan rituelen uit waarbij zij voedseloffers brengen. Ook wordt er twee keer per jaar een Karni Mata-markt gehouden, eenmaal in maart-april en nog een keer in september-oktober. Nog een klein detail voor wie van plan is de tempel te bezoeken: je bent verplicht je schoenen uit te doen voordat je naar binnen gaat.