Mensen en vogels hebben verrassend veel gemeen. Beiden kunnen ogenschijnlijk ingewikkelde taken uitvoeren, zoals onderscheid maken tussen gezichten en uitdrukkingen, en muziekinstrumenten vervaardigen. Als het om het grootbrengen van hun jongen gaat, zitten er tussen tweevoeters en vliegers ook verrassende overeenkomsten in het besluit om de kids de deur uit te werken.

Zowel bij mensen als vogels dringen de ouders er bij hun kroost vaak op aan het nest maar eens te verlaten. Voor mensen ligt die beslissing heel genuanceerd, maar voor vogels gaat het om leven en dood.

In een recente studie die in het vakblad Science Advances is verschenen, keken onderzoekers van de University of Montana naar de leeftijd waarop vogels het nest verlieten en de invloed die dat had op hun overlevingskansen. Uit de studie blijkt dat die twee zaken veel met elkaar te maken hebben. Jongere vogels zijn kwetsbaarder en hebben in het wild minder overlevingskansen, maar oudere vogels zorgen ervoor dat het nest overvol is en roofdieren aantrekt.

Tijd om uit te vliegen

Tom Martin, medeauteur en woordvoerder van de studie, is assistent-hoofd en onderzoeker van de Montana Cooperative Wildlife Research Unit. De nieuwe studie kwam voort uit eerdere studies van Martin naar vogels over de hele wereld.

In de nieuwe studie werd gekeken naar een twaalftal zangvogelsoorten, waaronder de roodborstlijster, de roodmaskerzanger en vogelsoorten die op de grond leven, zoals de noordelijke huiswinterkoning en de witborstboomklever. Volgens Martin kozen de onderzoekers voor deze vogels omdat ze een grote variëteit aan spanwijdten hebben en hun nesten op verschillende momenten in hun leven verlaten.

“Ik was niet verrast door de algemene bevindingen,” zegt Martin. “Het experiment was meer een soort bevestiging. Je bent altijd een beetje onzeker totdat je een experiment hebt gedaan.”

Zoals werd verwacht, hadden jongere vogels matig ontwikkelde vleugels en waren ze niet bepaald goede vliegers. Daardoor waren ze kwetsbaarder voor roofdieren. Dus als ze het nest verlieten voordat ze volledig waren uitgegroeid, daalden hun overlevingskansen. Het dodental onder deze categorie vogels kan tot zeventig procent oplopen.

Maar voor laatbloeiers schommelde het dodental rond de twaalf procent. Vogels die het nest later verlieten, waren beter ontwikkeld en konden beter vliegen, en dus waren hun overlevingskansen in het wild groter. Toen de onderzoekers enkele vogels, waaronder de grijze junco, een paar extra dagen in het nest hielden, namen hun overlevingskansen toe.

Hoewel wat extra tijd in het nest een jonge vogel dus het leven kan redden, kan het voor de rest van het vogelgezin een ramp zijn. De meeste vogelouders sporen hun jongen aan om het nest zo snel mogelijk te verlaten, omdat een nest vol jongen veel lawaai maakt, wat hongerige roofdieren kan aanlokken.

“Als de jongen door een roofdier worden ontdekt en je bevindt je in dat nest, worden alle bewoners opgegeten,” zegt Martin. “De jongen willen blijven en de ouders willen dat ze uitvliegen.”

Markus Varesvuo winnaar in de categorie best portfolio legde dit baardmannetje Panurus biarmicus vast tegen de ondergaande midwinterzon in Helsinki in Finland

Vogelouders moeten met hun kroost onderhandelen over het tijdstip waarop ze uitvliegen. Soorten die op of dichtbij de grond nestelen, zoals de noordelijke huiswinterkoning, sporen hun jongen aan om zo snel mogelijk uit te vliegen. Een leven op de grond is gevaarlijker dan een leven in de bomen, dus lopen huiswinterkoninkjes in het nest meer gevaar om ten prooi te vallen aan roofdieren.

Langetermijn-onderzoek

Bij studies in het verleden is gekeken naar de motorische vermogens van dieren of naar hun overlevingskansen. Maar in die studies werden dat soort gegevens voor specifieke diersoorten zelden – en bij vogels nooit – gecombineerd.

“De gevolgen voor de overlevingskansen van jonge vogels zijn nog nooit in het wild bestudeerd,” zegt Martin.

Hoewel de resultaten van de nieuwe studie niet verrassend zijn, vormen ze een goed uitgangspunt voor toekomstig onderzoek. Martin bestudeert vogels in de tropen, dus zal hij in een volgend project kijken naar het verband tussen de motoriek en overlevingskansen bij tropische vogelsoorten.

“We hebben ditmaal naar de gevolgen op korte termijn gekeken,” zegt Martin. “De consequenties voor jonge vogels op langere termijn moeten nog worden onderzocht.”