'M aham, ik heb alles onder controluh! Mijn 6-jarige zoon kijkt me fronsend aan terwijl het uiteinde van zijn groene tulband om zijn gezicht wappert. Lewis is druk bezig deze vakantie in rap tempo (zeven dagen) zijn zelfstandigheid te vergaren. Hij wil mijn hand niet vasthouden in de drukke souks van Marrakech, kan in de diepdonkere nacht in de woestijn prima alleen de wc-tent vinden en nu we op het punt staan een kamelentocht te maken, kan hij dus echt wel alleen op een kameel, in plaats van samen met zijn moeder. Dus.

De gids, die de vriendelijke dieren met een touw aan elkaar verbindt, vindt het allemaal geen probleem. Mijn man en stiefzoon ook niet, en dus kijk ik even later toe hoe Lewis zonder enig probleem ‘opstijgt’ op zijn eigen kameel, die loom zijn poten strekt, eerst achter dan voor, waardoor mijn kind gevaarlijk heen en weer zwiept – en zich vervolgens toch zeker drie meter boven de grond bevindt, een grond bezaaid met puntige keien. Ik hou mijn hart vast.

Eigenlijk laat ik mijn hart het liefst zo min mogelijk los. Maar hier in Marokko – avonturen te over – moet het af en toe. En dan zie ik hoe Lewis, zonder al te veel omkijken, door het leven, en dit onbekende land, navigeert. ‘Die gaat gewoon,’ zeggen mijn man Jaron en ik regelmatig tegen elkaar.

De Tinfouwoestijn
De Tinfouwoestijn
Lenneke Hoope

Mijn stiefzoon Natan (15) navigeert allang zelfstandig door het leven. Zo zelfstandig zelfs dat we elkaar in het dagelijkse leven niet eens zo vaak meer tegenkomen. Pubers zitten nou eenmaal graag op hun kamer met de deur dicht en krijgen – zo hoort het ook – steeds meer hun eigen leven. Op Schiphol, terwijl we wachten om te boarden, ontdekken we al meteen iets nieuws: Natan drinkt sinds kort koffie, cappuccino het liefst. Waarom wisten we dit niet en: waar blijft de tijd?

De kamelen worden aan elkaar geregen, we gaan op pad, net buiten het stadje Zagora, dwars door de vallei van de Draarivier. Lewis zijn tulband wappert in de woestijnbries, Natan maakt wiebelend een selfie. Het trage ritme van de kamelen, het geplof van hun poten in het zand, maakt me kalm en ik ontspan.

Ik kijk om me heen naar de dorpjes waar we doorheen sjokken, de bergen aan de horizon, de velden waar vrouwen voor overgebogen het graan oogsten. Ik stel me voor hoe het hier in de zomermaanden moet zijn, als de temperatuur de veertig graden passeert. Maar nu is het perfect, een koel briesje, een vriendelijke zon.

Links AtBenHaddou rechts Lenneke Hoope met haar gezin in de Tinfouwoestijn
Links: Aït-Ben-Haddou, rechts: Lenneke Hoope met haar gezin in de Tinfouwoestijn
Lenneke Hoope

We zijn voor een week in Marokko. We maken een kleine, maar enorm diverse rondreis: van de medina van Marrakech door het Atlasgebergte naar de magische Tinfouwoestijn en terug via de beroemde kasbah van Aït-Ben-Haddou. Onderweg stoppen we in roze-oranje dorpjes, drinken we mierzoete muntthee langs de weg en voetballen we op stoffige pleintjes.

We ontmoeten overal opdringerige maar tegelijk enorm hartelijke verkopers, hebben lol met het afdingen, lachen om onszelf als we worden afgezet of meegelokt naar winkeltjes waar we vervolgens niet meer onder een koop uitkomen. Natan blijkt bijzonder vaardig in het omknopen van een hoofddoek. Lewis leert pottenbakken.

We beleven een avontuur met zijn vieren, dat begint met een paar dagen in het kleurrijke Marrakech.Marrakech is op het eerste gezicht misschien niet de meest ideale stad voor een gezin. Het eindeloze doolhof aan steegjes van de souks lijkt je levend op te slokken, de dakterrassen zijn hoog, de grond is vies, het eten is exotisch gekruid. En toch is deze stad, als je je eraan overgeeft, een perfecte bestemming voor kinderen.