Nu de relatie van Noord-Korea met de rest van de wereld op een nieuw en onvoorspelbaar punt is beland, presenteert National Geographic INSIDE NORTH KOREA'S DYNASTY. Woensdagavond 27 Februari om 23:00.
Noord-Korea staat al geruime tijd in de internationale schijnwerpers – maar het licht dringt zelden tot in het land zelf door. Dit gesloten land is een voortdurende bron van internationale spanningen, maar nergens ter wereld is het zó moeilijk om een beeld van het dagelijks leven te krijgen als in Noord-Korea.De weinige beelden uit het land zijn vaak vluchtig of door het regime opgeschoond, zoals de door de staat verspreide foto’s van grote politieke bijeenkomsten.
Ook ander beeldmateriaal is volledig geregisseerd: rondleidingen met gidsen in de buurt van de Gedemilitariseerde Zone bieden bezoekers een kijkje in Kijŏng-dong, een ‘Vredesdorp’ dat in de jaren vijftig werd gebouwd en uit huizen in frisse kleuren bestaat – maar dan zonder bewoners. Het dorp wordt gezien als een doorzichtige propagandastunt en is in die zin fascinerend, maar Kijŏng-dong is in elk geval niet representatief voor het leven achter het Noord-Koreaanse IJzeren Gordijn.
De in Seoul in Zuid-Korea wonende Ed Jones is een van de weinige fotografen die geregeld tot Noord-Korea wordt toegelaten. Toen de moord op Kim Jong Nam, de halfbroer van de Noord-Koreaanse leider Kim Jong Un, in februari de krantenkoppen beheerste, was Jones in de Noord-Koreaanse hoofdstad Pyongyang. Daar fotografeerde hij de viering van een belangrijke nationale feestdag: de 75e herdenking van de geboorte van de overleden leider Kim Jong Il – de vader van het slachtoffer.
Jones’ foto’s zijn opmerkelijk. Ze tonen groots opgezette vieringen en plechtigheden, maar weinig openlijk plezier. In veel opzichten is dit het Noord-Korea dat we kennen: streng, ordelijk en melancholisch. Maar temidden van de strikt georganiseerde plechtigheden zijn alledaagse en soms speelse momenten te ontwaren: vrouwen die zitten te kletsen, mensen die het vuurwerk met hun smartphones fotograferen, een jongetje dat met uitgestrekte armen op een openbaar plein rolschaatst.
Het is een glimp van slechts één aspect van dit land, van mensen die het vergeleken met anderen relatief goed hebben, in tegenstelling tot ontelbare andere burgers die ver van spiedende ogen in werkkampen zitten opgesloten of buiten de hoofdstad in rampzalige omstandigheden wonen en werken.
Dat is Noord-Korea – althans één kant van het land – in de winter.