Oman is een land van tegenstellingen. Dit ondervind je tijdens een reis in het zuidelijke deel aan den lijve. De bergen gaan over in de woestijn, de dichte mist maakt plaats voor de zon. De temperatuur stijgt snel van 23 graden naar bijna veertig. Ik voel dat het nog wel meer kan worden.

Welkom in the Empty Quarter oftewel Rub al Khali, een van de grootste en droogste woestijnen ter wereld. Ruim 650.000 vierkante kilometer strekken zich uit over het zuiden van Saoedi-Arabië, Noord-Jemen en Noord-Oman. Hier vind je niets dan zandduinen waar slechts enkele ijzersterke planten kunnen overleven.

De hoofdstad van Oman, Muscat, ligt ruim 950 km verderop. Wij slaan linksaf en volgen een zwarte streep van asfalt door een vlakte van goudgeel zand. Maar die weg gaat al snel over in een onverharde weg. Hier begonnen eens de kamelen aan hun zware tocht om wierook naar het westen te brengen.

De ArRub alKhali een van de grootste en droogste woestijnen ter wereld
De Ar-Rub’ al-Khali, een van de grootste en droogste woestijnen ter wereld.
Maarten van der Voorde

Denkbeeldig zie ik in deze woestijn, die 1300 kilometer lang en 550 kilometer breed is, die enorme karavaan voor me uit lopen: kamelen zwaar beladen met wierook, voedsel en water. Dit ging eeuwen zo door, totdat de auto haar intrede deed. En ja, hier is een vierwielaangedreven auto én een goede chauffeur een must.

Het lijkt wel of ik ineens hagelstenen tegen de auto hoor. ‘Sprinkhanen! Kijk maar,’ zegt mijn chauffeur Hamad lachend. ‘We zitten midden in een zwerm!’ En ja, het lijkt wel een plaag. Overal zie ik sprinkhanen. En het zijn geen kleintjes. Goh, we zijn dus niet alleen in de woestijn.

This is an image
Maarten van der Voorde

Hamad stuurt de jeep vakkundig door het rulle zand. Sommige zandduinen zijn wel 250 meter hoog. Het is bijzonder om de woestijn, die ik alleen maar van televisie ken, werkelijk te beleven. Ik kan haast niet wachten. Als het eindelijk zover is, brandt de hete lucht direct op mijn gezicht, maar ik wil de auto uit, het zand in. ‘Vergeet je hoed niet!’ roept Hamad me nog na. Ik ren even terug naar de auto.

Dat moet je dus niet doen in een woestijn. Alle inspanning moet je voorkomen. En dus loop ik heel rustig een duin op door het rulle zand. Voor elke meter die ik naar boven klim, zak ik de helft terug. Ongelofelijk hoe ooit de karavanen met hun kostbare bagage hier maanden onderweg hebben kunnen zijn. Ik loop nu in hun eeuwenoude voetsporen.

Er is alleen maar zand om me heen en soms een enkele boom die worstelt om te overleven. Duinen lopen in elkaar over en de zon brandt door mijn hoed heen. Er is haast geen schaduw meer want de zon staat recht boven me. Waar kwam ik nou vandaan? Waar is de auto? Het zweet loopt in mijn ogen.

This is an image
Maarten van der Voorde

Ik zie toch water bij dat boompje in de verte? Het is een fata morgana, een luchtspiegeling, die me op het verkeerde been zet. Ik ben toch net langs dit struikje gelopen? Mijn zintuigen nemen een loopje met me. Keer op keer. Zonder ervaren gids ben je verloren in deze woestijn.

De thermometer van de auto tikt nog net even de 46 graden aan. Buiten ja, binnen is het nog veel warmer. Mijn zweet droogt snel op hier. Vanaf een duintop heb ik een prachtig uitzicht. Laat mij hier nog maar even genieten.

Lezer Maarten van der Voorde won de win-actie Op Reis Met Een Reisjournalist van National Geographic Traveler in samenwerking met reisjournalist Corno van den Berg van Droomplekken.nl. Maarten won een 8-daagse workshop in Oman om te leren van Corno wat de beginselen van een reisverhaal (inclusief fotografie) zijn.